Japan: tussen toekomst en traditie

Japan: tussen toekomst en traditie

Japan: tussen toekomst en traditie

JAPAN IS EEN EIGENZINNIG HUWELIJK VAN ULTRAMODERNITEIT EN EEUWENOUDE WAARDEN, VAN ONGEREMDE BOUWDRIFT EN DIEP RESPECT VOOR DE NATUUR. EEN REIS DOOR HET LAND VAN DE RIJZENDE ZON IS ZOWEL INSPIREREND ALS VERVREEMDEND, MAAR NOOIT SAAI.

Japan

In het westen hangen restaurants hun menu voor het raam. In Japan doen ze het beter. Zeker voor wie het Japans niet beheerst. Bijna elk restaurant heeft een etalage waarin op kunstige wijze wordt getoond wat je er kunt eten. Vervaardigd van kunststof, op ware grootte, zie je bakjes noedelsoep, schaaljes sushi, sashimi en tempura, hier en daar een net-echt gietijzeren bak met sukiyaki, flesjes sake, grote bakken met stomende witte rijst. Nou ja, dat stomend verzin ik erbij, maar de uitstallingen van Japanse heerlijkheden zijn dermate overtuigend, dat dat bijna vanzelf gaat. 

Ik wandel door de straten van Shinjuku, de meest ‘westerse’ wijk van Tokio. Het is hier staal, glas,neon en highrise wat de klok slaat. Overal bevinden zich shopping arcades, chique boetieks,elektronicawinkels, bioscopen en restaurants. ‘Je zou het niet zeggen, maar tot laat in de Edo-periode, die in de westerse jaartelling tot1868 liep, lag Shinjuku helemaal niet in Tokio’,vertelt Michiko, een Japanse met de in dit land nogal zeldzame eigenschap dat ze Engels spreekt. Ze zal de komende dagen mijn gids zijn. ‘Shinjukuwas op zijn best een soort buitenwijk. Het betekent dan ook zoiets als ‘nieuwe woning’.Vandaag de dag komen hier juist de grote stromen forenzen aan die in de échte buitenwijken wonen.’Michiko begint te vertellen over de miljoenen salarymen die elke dag meerdere uren onderweg zijn van huis naar werk en weer terug, via het buitengewoon efficiënte systeem van treinen en metro’s. Eergisteren, toen ik in de avondspits aankwam in Tokio, heb ik met eigen ogen gezien dat het waar is, van die bewonderenswaardige discipline waarmee Japanse forenzen in de rijwachten tot ze de trein in kunnen. En hoe ze door metrobeambten met witte handschoenen in de overvolle coupés worden geduwd. Er kan nog meer bij!

Terwijl we doorwandelen, blijf ik mij verbazen over de wijze waarop moderniteit en traditiehand in hand gaan in Tokio, en - zo zal ik ontdekken - eigenlijk in heel Japan. Vanaf sommige hoge gebouwen in Shinjuku kun je Mount Fuji zien liggen. De heilige status van die vulkaan met witte top is exemplarisch voor het respect, ja de verering, waarmee Japanners naar de natuur kijken. Tegelijk zijn ze meesters in grootstedelijke lelijkheid. Tegenover de stijlvolle theeceremonie staande luidruchtige pachinko hallen, waar mensen gokken tot ze erbij neervallen. En ook de ingetogen prenten van kunstenaar Hokusei en de kitsch van Hello Kitty lijken afkomstig uit totaal verschillende culturen.

KAKELBONTE CLOWNSPAKJES

‘Je zou het hedendaagse Tokio het product kunnen noemen van twee dramatische gebeurtenissen’,zegt Michiko, ‘de aardbeving van 1923 en de Tweede Wereldoorlog. Die zorgden voor enorme verwoestingen. Daarna hebben architecten en stadsplanners ervoor gekozen een ultramoderne stad te bouwen. Maar in het hart van elke Japanner klopt de traditie.’Ik vertel Michoko over de brochure die ik op mijn hotelkamer aantrof. Hij heet ‘Voor uw persoonlijke veiligheid’, is geheel aan aardbevingsgevaar gewijd en meldt op geruststellende toon dat de bouwstructuur van het hotel zo degelijk is dat het een aardbeving kan weerstaan, driemaal zo erg als die van 1923, die 140.000 slachtoffers maakte.

‘Er is geen reden je zorgen te maken, Hans-san’,glimlacht Michiko. ‘Geen land heeft zo’n hoogontwikkelde technologie op het gebied van aardbeving bestendige bouw als Japan.’Ineens ontsnapt me een geeuw, niet omdat ik het verhaal van mijn gids saai vind, maar omdat ik vanmorgen om vier uur ben opgestaan. ‘De Tsukjimarkt moet je meteen bezoeken als hij opengaat’, had Michiko me bezworen. En zo liepen we iets na vijven over de beroemdste en grootste vismarkt ter wereld, waar de meest uiteenlopende zeedieren lagen uitgestald. Natuurlijk gingen we in een van de sushibars op de markt ontbijten en toen zag ik een van de wonderlijkste dingen die ik ooit heb aanschouwd. Om de versheid van zijn vis aan te tonen gaf desushi-kok een tik op een wit stuk visfilet op de counter. En het stuk vis trok krom! Het reageerdeals een levend dier! De kok grijnsde. ‘Die maar doen, meneer?’ Voor ik kon antwoorden had Michiko al besteld.

‘En nu is er iets heel bijzonders dat ik je wil laten zien’, zegt mijn gids, nadat we nog een uur het dynamische stadsleven van Shinjuku hebben geabsorbeerd en vervolgens de 1400 jaar oude boeddhistische Shinso-ji tempel hebben bezocht. We nemen de Yamanote-lijn naar de wijk Harajuku en wandelen naar het voetgangersgebied van Takeshita Dori. Ik zie onmiddellijk wat Michiko bedoelt. Dit lijkt wel modern theater!Er wandelen hele groepen schoolmeisjes rond,gehuld in de uitbundigste kleding die je je kunt voorstellen. ‘Kakelbonte clownspakjes’ is het eerste dat mij als simpele westerling te binnenschiet. De meiden hebben paars, roze of purperhaar, dragen zonnebrillen waar zelfs Elton John voor zou terugschrikken en hebben reuze pret. Als ze mijn verbaasde blik zien, schieten ze in een lachstuip waar ze de rest van de middag niet meer uit zullen komen.

THEECEREMONIE VOOR GAJIN

De volgende dag rijden we per bus door een formidabel landschap waarin woeste vulkanische heuvels en met bamboe begroeide dalen elkaar spectaculair afwisselen, om nog maar te zwijgen van de schitterende herfstkleuren. Wanneer is Japan mooier, in de lente of in de herfst?De Japanners zelf zijn het er niet over eens. De schoonheid van beide seizoenen is belangrijk genoeg om jaarlijks op de televisie te worden gevolgd. In de lente maakt het weerbericht melding van de voortgang van de kersenbloesem. Die begint te bloeien op het zuidelijke eiland Kyushu, waarna vervolgens stapsgewijs de eilanden Honshu, Shikoku en Hokkaido in de bloesempracht worden gezet.

Met de blad verkleuring in de herfst gaat het precies andersom. Die begint in het noordelijke Hokkaido, en bereikt Kyushu als laatste. Ook deze ontwikkeling wordt dagelijks nauwgezet op de televisie verslagen. Beide fenomenen gelden in Japan als symbolen van de tijdelijkheid van het leven, vooral de kersenbloesem, die maar drie, vier dagen duurt. Na een bezoek aan de Japanse Alpen, waar het schattige plaatsje Takayama voor een scherpcontrast zorgt met de hectiek van Tokio, gaan we met de trein verder naar Kyoto, de oude hoofdstad van Japan. Net als Takayama toont Kyoto de traditionele kant van de Japanse cultuur. Er bevinden zich hier wel tweeduizend boeddhistische tempels en Shinto-heiligdommen. ‘Omdat Kyotogeen belangrijke industriestad was, is het tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard gebleven,vertelt Michoko. In de 1000 jaar dat Kyoto de woonplaats was van de keizer, ontstonden hier befaamde Japanse tradities zoals de theeceremonieen de bloemschikkunst, ikebana.

Natuurlijk zorgt Michoko ervoor dat ik een theeceremonie kan bijwonen. Een aangepaste,speciaal voor vreemdelingen, gajin, die niet het geduld hebben om de vier uur durende authentieke ceremonie bij te wonen. En tja,eerlijk is eerlijk, er is nog zoveel méér te beleven in Kyoto. Evengoed is ook de gajin-versie van de theeceremonie indrukwekkend. We wandelen via de theetuin, die onze geest tot rust moet brengen, naar het theehuis, waar we plaatsnemen op rijstmatten. Er wordt geen woord gesproken. De theemeester verschijnt. Hij zet groene thee op een kooktoestel dat de furo wordt genoemd. Een voor een krijgen de deelnemers thee in hun kom geschonken. We moeten de kom op onze linkerhand zetten, en vervolgens met de wijsvinger van onze rechterhand een cirkel maken over de rand van de kom. Daarna mogen we drinken. Gehurkt.

TEMPELS EN HEILIGDOMMEN

Een mooie manier om nader kennis te maken met noordelijk Kyoto is het volgen van het Filosofenpad, de Tetsugaku no michi. De route voert onder meer langs een kanaal dat wordt omzoomd door esdoorns en kersenbomen. Links en rechts tref je tempels en andere heiligdommen, waaronder het befaamde Ginkaku-ji, het Zilveren Paviljoen. Elders in de stad vormen de Kinkaku-ji, het Gouden Paviljoen met zijn schitterende tuinen,en het Shintoïstische heiligdom Kasuga Taishaware hoogtepunten.‘Shintoïsme was de oorspronkelijke religie van Japan. Later is dat vermengd met Boeddhisme’,vertelt Michoko. ‘Let op dat je nooit van een Shinto-tempel spreekt, hoor. Het is Shintoheiligdom.’Ze leert me een paar vuistregels om tempels en heiligdommen uit elkaar te houden.‘Een Shinto-heiligdom ga je altijd binnen via een zogeheten torii-poort, die uit twee staanders en twee dwarsbalken bestaat. Verder zie je bij een heiligdom aan weerszijden altijd twee leeuwen of honden, die als bewakers dienen. En er is altijd een fontein, waar je je handen en mond kunt spoelen voor je gaat bidden.’

VULKANISCHE ACTIVITEIT

Hiroshima en Nagasaki. Zelfs wie niets van Japan weet, kent deze plaatsnamen - of zou ze moeten kennen. In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog werden deze twee steden getroffen door atoombommen, die gruwelijke verwoestingen aanrichtten en vele duizenden slachtoffers maakten. Deze verschrikkelijke gebeurtenis wordt herdacht in het Peace Memorial Park in Hiroshima. Verder is er in deze twee steden na de wederopbouw gelukkig weinig meer van het oorlogsverleden te merken. Met het binnenrijden van Nagasaki – per Shinkansen, de befaamde, supersnelle Japanse kogeltrein - zijn we op het zuidelijke eiland van Japan, Kyushu, aangekomen.

Vlak voor de kust van Nagasaki lag ooit het kunstmatige eilandje Dejima. In de 17e eeuw was Nederland, via de Verenigde Oostindische Compagnie, het enige land dat handelsbetrekkingen onderhield met Japan. Die liepen via De shima. ‘Het was mede aan de rangaku, de zogenaamde Hollandse wetenschap,te danken dat Japan zich na 1853 in hoog tempo tot een moderne natie kon ontwikkelen’,vertelt Michiko. ‘Op Deshima, zo leert ieder Japans schoolkind, begon de moderne tijd. Tot op de dag van vandaag zijn Nederland en Nagasaki in het Japanse bewustzijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.’Ter nagedachtenis aan deze relatie werd, onder de inspirerende leiding van de Japanse zakenmanYoshikuni Kamichika, in het laatste kwart van de vorige eeuw in Nagasaki eerst het Nagasaki Holland Village gebouwd, en later het veel uitgebreidere Huis Ten Bosch. Vooral Huis Ten Bosch is een soort Madurodam op ware grootte:via zorgvuldig nagebouwde huisjes, bruggen,waterpoorten en, jawel, een replica van paleis Huis Ten Bosch zelf, is hier een soort Nederland in-Japan gebouwd. Alleen de Domtoren is kleiner dan in het echt. We reizen verder over Kyushu.

De streek hier is bekend om zijn vulkanische activiteit. Vulkanen als de Aso en de Sakura-jima vertonen voortdurend omineuze rookpluimen. Kinderen uit de nabijgelegen stad Kagoshima gaan met helmen op naar school, ter bescherming tegen de rotsblokken die de vulkaan uitbraakt. Het verderop gelegen stadje Beppu vertegenwoordigt de vrolijke kant van het vulkanisme. Het kent vele tientallen onsen, openbare heetwaterbaden,en talloze toeristische attracties, zoals de befaamde Beppu hells. Die bestaan uit een serie gloeiendhete water- en modderbronnen, elk met hun eigen charme. We maken een wandeling door Beppu. Vlakbij het strand, in de open lucht, kun je zandbaden nemen. De aarde wordt hier op natuurlijke wijze verwarmd. Na enige aarzeling besluit ik deze als uiterst gezond aangeprezen kuur te ondergaan. In een hokje moet ik mij helemaal uitkleden, waarna ik een dun handdoekje krijg aangereikt om mijn bovenlijf en edele delen te beschermen. Dat blijkt al snel geen overbodige luxe. Het zand waarin ik moet gaan liggen is zo heet dat ik zelfs mét het textiele beschermlaagje voor fikse verbrandingen vrees. Terwijl de strenge zandbadmeesteres mij met een grote schep helemaal onder het zand bedelft, begin ik mij af te vragen of ik geen vergissing heb begaan. Als na enkele minuten gutst het zweet mij van het voorhoofd. Zou dit echt gezond zijn?

GIFTIGE KOGELVIS

Twee dagen later, in Fukuoka, stelt Michoko voor om mijn verblijf in Japan af te sluiten met wat ze met twinkelende ogen ‘een heel bijzondere maaltijd’ noemt. ‘Hans-sen, heb je wel eens fugu gegeten?’ ‘Fugu?’ ‘Ja, rauwe kogelvis, die als je hem verkeerd klaarmaakt giftig is. Elk jaar sterven er wel een paar mensen aan, hihi, vooral vissers. Maar je hoeft niet bang te zijn hoor, ik ken een kok die uitstekend fugu kan klaarmaken. Op Kyushu is het veel goedkoper dan in Tokio. Die kans moet je niet laten lopen.’Die avond zitten we, na wat inleidende hapjes en glaasjes sake, samen aan een platte schaal met kleine, flinterdunne lapjes witte vis. ‘Alleen een gediplomeerde kok mag fugu klaarmaken’, legt Michiko, ‘en bovendien moet hij elk jaar op het plaatselijke gezondheidscentrum voor herhalings lessen en een test verschijnen. Dat duurt twee dagen. Als hij niet slaagt raakt hij zijn vergunning kwijt.

De giftige delen van de vis zitten hem vooral rond de ogen en in de lever. Die zijn trouwens juist het lekkerst. Maar maak je geen zorgen. Koto Hagime, de kok van dit restaurant,heeft een uitstekende reputatie.’Nadat Michiko het goede voorbeeld heeft gegeven, waag ook ik mij aan de delicatesse. De fugu blijkt nagenoeg smaakloos en het is vooral de sojasaus met citroen en kleine stukjes lente-ui die me doet instemmen dat het gerecht inderdaad lekker is. Dapper houd ik mijzelf voordat deze maaltijd bewijst dat ik mij de Japanse levenshouding van mujyokan, berusting, al aardig heb meester gemaakt. Ik bestel bier en saké, en neem me voor er een vrolijke avond van te maken. Morgen zal ik weten of Koto Hagime zijn goede reputatie inderdaad verdient.

Rondreizen Japan