Op safari: zo moet het (niet)

Op safari: zo moet het (niet)

column Harri Theirlynck

Mijn eerste safari-ervaring was in Nepal. We gingen op wandelsafari en een bloednerveuze gids waarschuwde: ‘Kijk uit voor neushoorns. Komen we ze tegen, blijf doodstil staan.


Neushoorns zien slecht, dan denken ze dat je bij de omgeving hoort en vallen ze niet aan.’ Na een half uur hoorden we in het hoge olifantengras wat onderbuiks geknor. Onze gids aarzelde niet. Hij draaide zich om en rende keihard weg.


Mijn tweede ervaring met wild - dit ga je niet geloven - was in de tuin van het Airport Motel in Windhoek, Namibië. ‘s Ochtends maakte ik ongezouten kennis met Namibisch wildlife in de persoon van ’huisgemsbok’ Nooki (officieel: Oryx gazella). Een massief beest van 225 kilo, dat vrij rondscharrelde en waarvan de eigenaar beweerde: ‘Hij doet niks.’ Dan moet je júist oppassen, had ik moeten weten. Het beest zag me mijn huisje uitkomen en nam me direct op zijn 2 x 1,25 m hoorns, zodat ik ruggelings over de veranda van mijn huisje gleed. Daarna ging hij vervaarlijk met zijn hoeven staan schrapen, met driehoekjes stoom uit zijn neusgaten. ‘Een mooie dood voor een reisjournalist’, ging er door me heen. ‘Hiermee haal ik de Telegraaf.’ ‘Raar’, zei de eigenaar bij het ontbijt. ‘Dat doet hij anders nooit.’ Kokkin Safiya zei: ‘Nooki wil laten zien dat hij meer man is dan jij.’ ‘Nou, dat is hem gelukt’, zei ik. Safiya gaf me een tip: ‘Doet Nooki raar, gooi dan stenen naar hem.’ Stond ik de volgende ochtend stenen naar Afrikaans wild te gooien, anders kon ik niet naar de ontbijtzaal. Ik had me thuis heel iets anders voorgesteld bij een Afrikaanse safari.


Inmiddels ben ik safari-routinier. Ik weet dat gidsen de leeuwen altijd voor het laatst bewaren (‘Ik ga mijn ui-ter-ste best voor u doen.’). Ze weten heel goed waar ze zitten, want ze staan met hun collega’s in verbinding. Zo vliegen de fooien omhoog. Het is ze gegund. Wat ik kwijt wil: routine maakt roekeloos. Ik heb een zus in Tanzania dus kom ik regelmatig in de Ngorongoro-krater, een reusachtige braadpan vol wild. Het miezerde, er was niks te zien, en we stapten even de Landrover uit om de benen te strekken. Na twee seconden weer in de auto, maakte zich uit een hoge bos gras een leeuwin los. Ze liep met geruisloze leeuwinnenpassen langs onze Landrover en keurde ons geen blik waardig. De moraal: stenen gooien naar leeuwinnen gaat je niet helpen.