Op kameelkracht door de woestijn, sterren kijken en chatten met 'blauwe mannen'

Op kameelkracht door de woestijn, sterren kijken en chatten met 'blauwe mannen'


De rode zandduinen van de Marokkaanse woestijn werden wereldberoemd door films als The Sheltering Sky en The Mummy. Maar ook voor gewone stervelingen is een kameelsafari in de woestijn best weggelegd. Vanuit Erfoud kun je op stap met ‘blauwe mannen’ en slapen in een bedoeïenentent. Een echte sterrenervaring!

MAROKKO
Over een brede en aardig onderhouden asfaltweg rijden we richting Erfoud. Dat was tien jaar terug tijdens mijn eerste Marokko-reis wel anders. Toen was de weg zo smal dat je bij elke tegenligger half naast de weg moest rijden, met steenslag en kans op een gebarsten voorruit tot gevolg. Nu is het een ontspannen rit en vanuit Fès goed te doen op één dag. Na de groene berghellingen en de kleine berberdorpen van de Midden-Atlas wordt de omgeving in het zuiden stilaan leeg en zanderig. De enige levende zielen die we nu tegenkomen zijn groepjes kamelen met hun jonge kamelenhoeder. We stoppen om een foto te maken en ons lunchpakket uit te pakken. De kamelenhoeder komt aandrentelen en blijft op enige afstand verlegen lachend naar ons kijken. We bieden hem wat broodjes en een flesje sap aan. Na eerdere ontmoetingen met jonge geitenhoeders weten we inmiddels dat zo’n aanbod niet als opdringerig of ‘onrein’ wordt afgeslagen. Van een hoteleigenaar hoorden we dat kinderen soms zonder eten het veld intrekken en maar moeten zien hoe ze er overdag aan komen. Sindsdien kopen we extra in en hebben we geregeld leuke ontmoetingen in het veld. Net buiten Erfoud, dat ondanks de moderne weg nog altijd oogt als een slaperig woestijnstadje, logeren we in een sfeervol hotel in kasbahstijl. De kamers komen uit op een binnenplaats met zwembad en ‘s avonds eten we bij kaarslicht op het terras. We turen naar de sterrenhemel en zoeken de Grote Beer, oftewel het Steelpannetje, voor ons leken de makkelijkste manier om je te oriënteren. Ober Ibrahim, die komt aanlopen met soep en kipspiesjes, ziet ons turen. “Wacht maar tot je morgen in de woestijn bent. Dan zie je de sterren pas echt.” Dat belooft wat, want voor stadsbewoners als wij is dit al heel indrukwekkend.

KARAVAAN OP DE PARKEERPLAATS
Na een ontspannen ochtend bij het zwembad laten we onze koffers in het hotel achter en rijden naar Merzouga, een uur zuidwaarts. Hier, in de laatste nederzetting voor de Algerijnse grens, parkeren we de auto bij een hotel en gaan op het dakterras met een glaasje muntthee in de hand uitkijken naar de ‘blauwe mannen’, die ons meenemen in de woestijn. De stenige leegte die we tot nu toe zagen gaat hier over in de zandwoestijn die we kennen van de film. Zien we de karavaan al opdoemen? Een kuchje doet ons opkijken, recht in de lachende ogen van een jongeman die zich voorstelt als woestijngids Ali. Zijn dieren staan naast de parkeerplaats te wachten. Ali weet heel goed wat toeristen willen en voor we buiten staan, hebben we allemaal een indigoblauwe sjaal om, sierlijk om het hoofd gewikkeld. Net zo een als Ali, die uitlegt dat bij de Toearegs niet de vrouwen maar de mannen gesluierd door het leven gaan.
Een voor een klimmen we op een kameel. Zelfs als je dat eerder hebt gedaan is het even schrikken. Staat het dier op, dan ontvouwt het eerst zijn achterpoten, waardoor je als berijder naar voren overhelt. Dan volgen de voorpoten, waardoor het even lijkt of je achterover wordt gelanceerd. En het volgende moment zit je wijdbeens en ruim twee meter hoog ‘te kameel’. Als in een filmkaravaan trekken we in een lange rij de woestijn in. Het is vijf uur en in het namiddaglicht kleuren de zandduinen langzaam oranje. Al snel zijn er geen sporen meer van bebouwing en wacht ons na elke duintop slechts meer zand. Dan doemt in een duinpan een kleurig kamp op: vijf bedoeïenententen rond een hoge witte tent. De kamelen gaan liggen, wij stappen af en laten ons een tent wijzen. De opgemaakte bedden zien er uitnodigend uit, maar we gaan eerst met een kopje thee op een duintop zitten.

MOROCCANWHISKY
Als de zon in nevelen is opgegaan, wordt het snel koud en zijn we blij dat we warme truien bij ons hebben. In de witte tent worden de olielampen aangestoken en horen we hongerig makend gekletter met potten en pannen. Ali en zijn maten zijn aan het koken; de avond is kort in de woestijn. Het is inmiddels aardedonker en we hebben het flauwe lamplicht van de tent echt nodig om terug in het kamp te komen. Nu begrijpen we waarom Ali vanmiddag zei dat we altijd in de buurt moeten blijven. Wandel je één duintop te ver, dan zie je helemaal niets meer en wordt het lastig om je te oriënteren. We slaan het tentdoek weg en kruipen binnen warm weg bij de rest van het gezelschap. Een glaasje ‘Moroccan whisky’ (muntthee) en wat stukjes vers gebakken brood vormen de opmaat tot de lekkerste maaltijd die we tijdens deze reis gegeten hebben. Het is een simpel gerecht van groentes, aardappelen, specerijen en pruimen, maar met aandacht klaargemaakt en genoten op een bijzondere plek. Na de maaltijd wandelt Ali mee naar de tent, bijlichtend met een olielamp. Als hij weg is en wij worden omhuld door het zwart, kijken we omhoog en zoeken de Grote Beer. We vinden het sterrenbeeld na enig speuren, maar het valt niet mee. De hemel is zo doorspekt met flonkerende sterren dat we nauwelijks details kunnen onderscheiden. En het is hier zo koud dat we met kleren en al onder de dekens kruipen.



BISMILLAH!

Om zes uur gaat de wekker en sprinten we direct het hoge zandduin naast het tentenkamp op om de zon te zien opkomen. Daar is Mata Hari, het ‘Oog van de Dag’, majestueus als altijd. De kamelen liggen nog rustig te herkauwen, maar zijn al opgetuigd voor de terugtocht. Met een hartelijk “Bismillah” steekt Ali ons een dampend glas thee toe, snel een paar koekjes erbij, en beweegt ons dan met zachte dwang richting de kamelen. Het is nu nog lekker fris, maar de temperatuur loopt snel op. Hoog tijd om terug te gaan naar Merzouga, waar het ontbijt wacht. Bismillah, in godsnaam dan maar.

Op woestijnsafari in Marokko? Dat kan op onze rondreizen. Ook met Djoser Family en
Djoser Wandel & Fiets ontdek je dit veelzijdige land.

 

Tekst: Tineke Zwijgers