Reisverslag Bolivia en Peru

Reisverslag Bolivia en Peru

Lima, dag 1, 23 april
door Marianne   

Ik begin dit reisverslag met de ervaringen van een gedeelte van de groep, daarna zal ik mijn eigen wederwaardigheden op de eerste dag in Peru vertellen.

Een gedeelte ging met de taxi naar het centrum. Duidelijk een andere rijstijl dan wij gewend zijn, als gekken zoeven ze rond, om in het zicht van de politie acuut op de rem te gaan staan. De startprijsafspraak ging van 20 naar 10 Sol. Hou vast aan de lage 8/10 Sol. In het goudmuseum werden ze heel persoonlijk ontvangen. De tentoonstelling is overzichtelijk. De collectie aardewerk en goud is een must om gezien te hebben, laat ik mij vertellen.

En dan nu de kust, ik besloot naar de kust (bij Miraflores) te lopen. Daar aangekomen stuitte ik eerst op een schitterend reuzenbeeld van een paar in amoureuze omhelzing en mooie mozaïekwerken. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan, ik wilde naar beneden om weliswaar niet te zwemmen maar op z’n minst te pootje baden. Absoluut niet duidelijk waar je naar beneden kon, ook niet omhoog trouwens bleek later! Een vrouw was zo vriendelijk mee te wandelen naar de plek waar je naar de oceaan afdaalt. Na even gelopen te hebben, dacht ik: ‘en nu die voeten in het water’. Niet bedenkend dat de slippers die ik aanhad niet muurvast zaten… Toen er uiteindelijk een hoge golfslag kwam (de golfslag is hoger dan die bij ons), waren weliswaar mijn voeten nat maar zag ik mijn slipper plots in de keistenen verdwijnen. Opgraven mocht niet baten, wat nu? Op twee blote voeten verder lopen? Met veel handen- en voetenwerk is het mij gelukt een paar surfschoenen te bemachtigen bij een van de kraampjes die noten, water en koek verkopen. Ik weet eerlijk gezegd niet of ze nieuw zijn of dat ze hun eigen surfschoenen verkocht hebben. Er waren slechts twee maten… Ik moet zeggen, ze liepen en lopen heerlijk!

Nu nog naar boven. De normale trap bleek geblokkeerd wegen werkzaamheden. De naastliggende tennisclub waar je zo doorheen kan en naar boven is helaas ‘for members only.’ Of je nu een slecht Spaanssprekende-teneinde-rade-toerist bent of niet! Maar op tijd liep een Peruaanse familie ook naar boven en middels wederom handen- en voetenwerk en een Spaans taalgidsje ben ik met ze mee naar boven gelopen. Tip is dus voor iedere toerist: ga niet perse pootjebaden op z’n Hollands als je bij een oceaan staat. Bij niet kunnen weerstaan: trek surfschoenen aan of slippers uit! O ja, nog een tip voor heerlijke koffie, koek, een airco en relaxte muziek: Starbucks aan het Kennedypark. Ook spreken ze daar Engels.


Lima – Santa Cruz, dag 2, 24 april 
door Hans

Onze tweede dag in Peru. Deze dag begon voor ons rond 7.00 uur in de ochtend. Na een lekker diner met de hele groep in Lima, vertrekken we vandaag naar Bolivia. Eerst even douchen, tassen weer inpakken en naar beneden naar het ontbijt. In het ontbijtzaaltje zitten al wat mensen te eten. We krijgen onze broodjes, jam en koffie en na vijf minuten komen Paul en Elly aan onze tafel zitten. Na heerlijk wat vakantie ervaringen uitgewisseld te hebben (en onze vakantielijst met bestemmingen waar we nog naar toe willen weer is uitgebreid met Lhasa (bedankt Paul)) gaan we ons ontbijt afrekenen. Om 9.15 is iedereen met de tassen beneden en kunnen we in de bus. We rijden door Lima naar het vliegveld waar we onze bagage inchecken. Voordat we door de controle gaan, willen we nog eerst naar Starbuck’s coffee! Lekker met z’n allen aan de koffie en muffins. Charlotte schnabbelt nog wat bij… Ze blijkt een eigen zaak te hebben op dit vliegveld. Dit moet wel even op de foto! Nadat we door de controle zijn, kunnen we direct het vliegtuig in. Om 13.00 uur vertrekken we richting La Paz (hoogte 3900 meter). Als we landen is er nog niets aan de hand, maar zodra de deuren open gaan, merken we dat we op grote hoogte zitten. We worden licht in ons hoofd. We vliegen verder naar Santa Cruz.

Hier aangekomen, wordt het inmiddels donker. De temperatuur is lekker. Nadat we de tassen weer hebben en geld gepind hebben, gaan we naar onze bus. Dit blijkt een luxe ruime bus te zijn, wat worden we hartelijk ontvangen in Bolivia! De tassen gaan eerst in de bus en daarna mogen wij. Als de bus vol zit, komen we tot de ontdekking dat nog driekwart van de groep buiten staat! Extra stoeltjes worden uitgeklapt en na veel duwen en wringen zitten we eindelijk met z’n allen in de bus. Een paar zitten echt als sardientjes vast. Nico moet tassen tegenhouden en heeft Charlotte bijna op schoot zitten. Vreemd genoeg is het niet Nico die je hoort, maar Charlotte en Robert die in een deuk liggen van het lachen. Na een rit van een half uur komen we aan in Santa Cruz. Inmiddels is het helemaal donker, maar we zitten midden in het centrum en het is er erg gezellig.

Met z’n achten lopen we naar het plein van de 24ste september. We kijken wat rond, gaan even de kathedraal in en willen daarna gaan eten. We zien een leuk dakterras, maar als we daar zitten, horen we alleen harde housemuziek. We vertrekken weer en vragen aan een Boliviaan naar een goed restaurant. Hij stuurt ons naar Dumbo. Inmiddels heeft Elvira Kees gebeld en gaat ze met ons mee eten. Dumbo blijkt ook een kinderparadijs te zijn naast restaurant. We voelen ons direct thuis…
We bestellen ons eten en als we het krijgen, schrikken we van de enorme hoeveelheid wat wordt opgediend! Het eten is heerlijk, we eten onze buik rond, maar krijgen niet alles op!
Moe en voldaan lopen we terug richting hotel. Totdat we voorbij een koffiezaak (Alexander) lopen. Charlotte, Elvira, Robert en ik drinken hier nog een heerlijke kop koffie om daarna terug te gaan naar het hotel en te gaan slapen.


Santa Cruz - Sucre, dag 3, 25 april
door Robert

Alweer de derde dag in de Bolivia/Perureis. ’s Morgens na het ontbijt de tassen naar buiten, deze gaan nu op het dak van de bus. Op naar de luchthaven van Santa Cruz en we kunnen vlot inchecken. Nog even ‘een bakkie doen’ en we mogen aan boord. We krijgen bij de gate (nou ja, de achterdeur) een ‘enorme’ tas met koekjes en een broodje voor aan boord. Na een vlucht van een half uur landen we op het vliegveld van Sucre. Met de bus naar het centrum van Sucre waar ons hotel is. Het plan is om ’s middags een fietstocht te maken, de sporen van dinosauriers te bekijken en een leuke tocht door de omgeving te maken. Helaas gaat dit plan niet door, te weinig fietsen!

We hebben besloten om dan maar zelf met de bus naar het ‘Dinopark’ te gaan. Op Plaza 25 de Mayo op zoek naar de speciale Dinotruck, maar we horen verschillende tijden en vertrekplaatsen en besluiten om met de taxi te gaan. Met tien personen in twee taxi’s naar Cal Orck’o, het park met de sporen van dinosauriërs bij de cementfabriek buiten Sucre. Het ‘Jurassic Park’ bezoeken we en worden rondgeleid door een enthousiaste gids die ons alles uitlegt en laat zien. Met de taxi terug naar het plein in Sucre waarna we met een groepje wat gaan drinken (en natuurlijk eten) bij Florin, vlak achter het plein. ’s Avonds heerlijk gegeten met z’n zessen bij ‘Joyride’, tegenover de kathedraal en vervolgens lekker slapen. Op naar weer een leuke dag.


Sucre, dag 4, 26 april
door Kees

Na een paar best wel drukke dagen met veel vliegen, afgezien van de vrije dag in Lima, is het nu tijd voor een hele bijzondere dag! Vandaag is er de mogelijkheid om inkopen te doen in Tarabuco! Dit kleine dorp ligt op zo’n 65 kilometer ten zuidoosten van Sucre en de meeste inwoners zijn betrokken bij landbouw en textiel. Niet zomaar textiel, nee, volgens de Lonely Planet is het textiel dat in deze regio geproduceerd wordt van de meest befaamde soort die in Bolivia verkrijgbaar is. Dat belooft wat! Zeker voor koopjesjager(s) naar tafelkleden, maar daarover later. Na het ontbijt zijn we vertrokken voor een ritje zo’n twee uur, met onderweg mooie uitzichten.

Rond elf uur gingen Peggy en ik de markt verkennen. Het kopen van een trui besloot ik uit te stellen tot een andere plaats, maar al gauw viel mijn oog op een tafelkleed met kleuren die goed in het interieur van mijn ouders zouden passen. Na een afdingpoging van de startprijs van 120 Bolivianos naar 110 Bolivianos had ik het kleed in mijn bezit. Peggy en ik kochten er ook maar gelijk een groene variant voor de poezenoppas. Ikzelf bezweek voor een blauwe. Dus tafelkleden genoeg in het bezit! Maar waar ze nu te laten? Een wollen tas met lama-opdruk was voor 60 Bolivianos snel gekocht. Konden we alle ‘spulletjes’ netjes in opbergen. En als klap op de vuurpijl kocht Peggy nog een groen soort van truitje, voor 60 Bolivianos. Tot slot nog wat kruimelwerk: negen mandarijnen en een zak lollies. En toen waren we gelukkig uitgeshopt. Het was nog net geen tijd om ons te melden bij het lunchrestaurant, dus belandden we op een terrasje naast het centrale plein. Ook Hans en Robert waren daar van de partij. Robert wilde voor 3 Bolivianos wel twee kleurrijke armbandjes kopen, maar zwichtte uiteindelijk voor de prijs van 4 Bolivianos. Toen hij echter met 5 Bolivianos wilde betalen, werd hem zowaar bijna het wisselgeld onthouden door de sluwe verkoopster. Na tussenkomst van de cafe-uitbaters werd recht gedaan en kreeg Robert zijn felbegeerde muntje.

Het was inmiddels lunchtijd geworden. We meldden ons bij het door Djoser geselecteerde restaurant. Na wat pinda/groenteverwarring smaakte die ok, alsmede mijn kippenbout met tagliatelle en groente. Een ‘flan’ maakte het eten compleet. Tijdens het eten showde Charlotte haar mooie mutsjes. Helaas ontbrak er aan een van de twee touwtje, maar naar ik later vernomen heb, zat er goede Boliviaanse garantie op, want de muts is nog wel geruild tegen een wel correct gefabriceerd exemplaar – of deze echt luisvrij is, is mij op het moment dat ik dit schrijf nog niet duidelijk. Onder de Djoserreizigers bleken zich overigens diverse types te bevinden: Charlotte had vooral kruiden gekocht. Bij Marianne zelfs een paar hoeden. Ook last-minute-impulsaankopen kwamen voor: een paar warme sokken werd op de valreep aangeschaft om koude voeten te verhelpen. Handig zo’n markt, zeker als je er echt om verlegen zit.

Toen was het tijd om de thuisreis richting het hotel te aanvaarden. Ondergetekende heeft daar weinig van meegekregen –zzz -- en zelfs het lollyuitdeelfestijn gemist. Na terugkomst was het na het afhandelen van wat andere zaken om kwart voor acht tijd om richting het eten te gaan. De keuze viel op Florin. Dat restaurant werd na een tussenstop bij een mooie parade met veel dans en een soort van fanfaremuziek (schijnt echt Boliviaans te zijn, zou ik mijn reisgids geloven) uiteindelijk bereikt. Na een groet aan mijn buddy met aanhang was het etenstijd. De lamasteak smaakte prima. De niet-oploskoffie ook. Echt een goed ‘bakkie’ uit een goed apparaat . Na dit eetfestijn van goede kwaliteit was het tijd om richting het hotel te gaan en terug te kijken op een zeer geslaagde shopdag in Tarabuco. Nu het vervoer van alle bagage nog .

PS. Bij het uitladen van mijn bagage in Potosi zei de chauffeur over mijn tas: ‘Het lijkt wel of je er een berg mineralen in hebt zitten.’


Sucre - Potosi, dag 5, 27 april
door Peggy

Vandaag gaan we per bus echt de hoogte in. Na het ontbijt wordt de bus volgeladen, alle tassen weer op het dak en is het tijd om te vertrekken. Alles bij elkaar is het zo’n vijf uur rijden maar uiteraard gaan we vaak stoppen. De eerste stop is al vlak na het verlaten van Sucre: bij een kasteeltje, La Glorieta. Dit kasteeltje was gebouwd door een rijke man en zijn vrouw. Een kinderloos stel dat nog zo’n 150 weeskinderen opving. Wat vooral opviel was de enorme mix van bouwstijlen. Allerlei verschillende bogen, torentjes, raampjes enzovoort. Verder mooi ingelegde vloeren en een paar torentjes. De hoogste zijn we nog op geweest en dat viel toch wel tegen. Boven was het meteen uithijgtijd. De volgende stop was een imposante hangbrug (Puente Sucre) bij een klein dorpje. Vanaf de weg moesten we eerst een stuk helling af om bij de brug te komen. Aan de andere kant van de brug was een klein dorpje. Hier deelde Jan eerst pennen uit aan de kinderen en ook aan een man die ook graag een paar pennen kreeg. Verder waren er ook nog ballonnen en Charlotte vulde de kindermondjes met koekjes.

Daarna kregen we les in het klaslokaal van de onderwijzer. Die vertelde ons over het dorp en het schooltje en ook over de bouw van de hangbrug. Vooral hoe de enorme tuien getrokken waren, was een goede vraag. Draadje voor draadje dus. De brug was oorspronkelijk gebouwd voor de hoofdweg tussen Sucre en Potosi maar helaas werd die weg omgelegd en gaat de brug nu dus nergens heen. Het schooltje had op dit moment tien leerlingen. Tussen de 4 en 15 jaar kunnen de kinderen hier naar school, daarna moeten ze naar Sucre als ze verder willen leren. Een schooldag duurt in Bolivia acht  uur. Deze leraar werkte al twaalf jaar in dit dorp. Ook de dorpsoudste wilde ons nog graag toespreken. Uiteraard met een dikke wang van de cocabladeren. Het kwam er in elk geval op neer dat hij heel blij was met ons bezoek. Jan doneerde nog een hele stapel pennen en potloden aan het schooltje en ook een paar anderen deden een bijdrage. Daarna was het weer tijd voor de steile klim richting bus.

Onderweg stopten we nog een langs de weg om te lunchen. Lekker met z’n allen in het gras het lunchpakket van het hotel opeten. Bij het naderen van Potosi viel vooral de berg Cerro Rico op. Dit is de berg waaruit zilver gewonnen wordt wat de stad z’n bekendheid en bestaansrecht gaf. Potosi is de hoogstgelegen stad ter wereld en een aantal mensen merkte dat duidelijk. Na even relaxen zijn Kees en ik richting centrum gelopen. Daar vonden we Robert, Hans, Charlotte en Harry op een bankje voor de kathedraal. Samen gingen we (met een hoognodige tussenstop bij de apotheek voor antihoest middeltjes) op zoek naar een geschikte plek om te dineren. Uiteindelijk hebben we ons laten adviseren bij een drogisterij en werd het ‘El Fogon’. De enorme zaak was leeg (we waren er wel erg vroeg) en de keuze was meer dan reuze, net als de grootte van de porties. Elvira schoof ook nog aan. Helaas verdween de helft van het eten dus weer terug richting keuken en dat wil wat zeggen met dit gezelschap. De rest nam nog een koffietje, rekende af, bestelde een paar taxi’s en ging ook weer lekker richting z’n bed.  


Potosi, dag 6, 28 april
door Charlotte

Vandaag staat een excursie naar de zilvermijn op het programma. Ik heb er een dubbel gevoel over. Enerzijds lijkt het me heel schrijnend om te zien hoe de mijnwerkers dag in dag uit onder hele slechte omstandigheden hun brood moeten verdienen en vraag ik mijzelf af of ik daar wel als toerist een kijkje moet gaan nemen. Dit is wel de manier waarop zij helaas moeten leven, wie ben ik om daar uit luxe overwegingen een kijkje te gaan nemen, anderzijds is het wel heel bijzonder om te zien hoe men, sinds in 1544 door een Inca ontdekt is dat de berg Cerro Rico zilver herbergt, nog steeds op dezelfde manier, in de mijn werkt. Het is een belangrijke historische plaats. Om 9.00 uur vertrekken we. Niet iedereen gaat mee. Voor Hans van Thea is de avond ervoor zelfs een arts langs geweest. Hij blijkt helaas een darminfectie te hebben. We gingen eerst te voet naar een soort werkplaatsje waar we laarzen, broek, jas en een helm kregen om aan en op te doen. Daarna gingen we met een busje eerst naar de plek waar we inkopen konden doen voor de mijnwerkers. De plaatselijke gids die ons begeleidde, vertelde ons de ins en outs met betrekking tot het cocagebruik van de mijnwerkers en liet ons zien hoe de mijnwerkers de ontsteking aan de staaf dynamiet vastmaken. Jawel, er worden echte staven dynamiet verkocht op deze markt.

We kochten gezamenlijk zes zakjes met inhoud om aan de mijnwerkers te geven. Er zat een zakje cocabladeren in, koekjes en een staaf dynamiet met ontsteking! Dynamiet is erg duur en de mijnwerkers moeten dit zelf betalen, vandaar dat ze waarschijnlijk super blij zouden zijn. Daarnaast is coca ontzettend belangrijk voor de mijnwerkers. Door het gebruik van coaca kunnen ze dit leven volhouden. Van de markt werden we uiteindelijk naar de ingang van de mijn gebracht. Dit was ook een hele ervaring. De bus klom steeds hoger en hoger en de afgrond werd steeds dieper en dieper! Maar alles ging goed. Boven aangekomen kregen we de lampjes voor op onze helm, de accu’s werden om ons middel gebonden. Bij de bus stonden kinderen die stenen (mineralen) verkochten. Robert en ik kochten een paar stenen. We kregen nog wat cocathee tegen de hoogte en toen iedereen de thee op had, gingen we de mijn in. Betty en Hans zeiden al op voorhand dat ze eerder terug zouden gaan maar in ieder geval zouden proberen zo ver mogelijk mee te gaan. Het eerste stuk was best heftig omdat je meteen een stuk moest bukken en je je beenspieren goed kon voelen,  doordat je moet bukken kun je ook niet goed vooruit kijken. We stopten eerst bij een wand waar je de mineralen goed kon zien. Vervolgens stopten we bij de eerste mijnwerker. Dit was een jongen die ’s avonds studeerde en overdag in de mijn werkt. Hij moet 100 kruiwagens uithouden voor 400 Bolivianos. Daar heeft hij twee weken voor. Op het moment dat wij er waren had hij 20 kruiwagens vol en moest er nog 80! Nadat Robert een poging mocht wagen om te ervaren hoe zwaar het werk is, bedankten we de mijnwerker, gaven hem een tas en gingen verder. De volgende stop was de plek waar twee beelden in een inham stonden die moeder aarde en Tio (oom) voorstelden. De laatste is voor de mijnwerkers degene die hen geluk brengt en door alcohol op het beeld te sprenkelen en sigaretten en coca te offeren, hopen zij op voorspoed en dat ze veel zilver zullen vinden. Best bizar. Na deze stop besloot het merendeel van de groep om terug te gaan.

Robert, Nico en ik waren nog de enigen. Nadat de gids terug was, ging de tocht via kruip sluip naar de tweede mijnwerker. Nico’s lampje begaf het en de gids ruilde van helm. Via wederom kruip sluip kwamen we bij de derde mijnwerker. Een man van 64 die al ruim 20 jaar in de mijn werkt. Ik wilde wel met hem op de foto met houweel dus zo gevraagd, zo gedaan maarrr… Hij hield me wel erg hoog om mijn middel vast… Ik had nog de naieve gedachte dat hij dit niet door had totdat hij in mijn borst begon te knijpen, hellup! Van verbazing moest ik lachen en schreeuwde uit dat hij in mijn ‘tiet’ kneep tot hilariteit van Robert en Nico. Als bedankje kregen Robert en ik een zilversteen… Omdat hij de laatste was die we zouden bezoeken, kreeg hij twee tasjes. We moesten vervolgens via een trapje omhoog en later via een ronde houten paal naar beneden absailen. In eerste instantie vond ik het doodeng maar toen ik uiteindelijk aan het touw hing, vond ik het wel grappig en wilde graag een foto van het moment, haha. Uiteindelijk kwamen we gierend van het lachen uit het gat naar de bewoonde wereld omdat Robert me op het laatst bijna de mijn uit lanceerde door met zijn hoofd tegen mijn achterste te bumpen. Hilarisch! Uiteindelijk was het een minder nare ervaring dan ik had gedacht maar dat komt ook omdat we gelukkig geen kinderen hebben gezien en evenmin de weduwen die aldus Lonely Planet buiten de mijnen staan te werken. Nadat we met het busje terug waren gekeerd, laarzen, broek, jas en helm hadden ingeleverd en terug waren in het hotel spraken we af om naar de stad te gaan en wat te gaan eten.

Robert, Hans, Harry, Peggy en ik en Paul gingen op aanraden van Paul naar Cafe de la Plata. Heel mooi koloniaal ingericht en heerlijke koffie en heerlijk eten…de bediening was niet al te vriendelijk maar dat was weer hilarisch omdat bleek dat dit ook in de twee jaar oude Lonely Planet staat. Na het eten zijn we naar Casa Nacional de Moneda gegaan. Daar kregen we een topexcursie! Na de excursie heb ik in het winkeltje tegenover het muzeum een hele mooie trui gekocht. Met de trui aan en mijn twee staartjes in werd ik al snel Pocahontas genoemd, haha. Vervolgens was het weer tijd voor een coffeebreak, wederom bij Cafe de la Plata. Na nachos, chocoladetaart, capucchinos, biertjes en warme wijn en de aanschaf van zilveren lepeltjes, konden Harry, Peggy, Kees en ik Hans en Robert onder voorwendsel van ons afschudden . Omdat we voor de verjaardag van Hans nog moesten shoppen. We kwamen op een briljant idee en nadat we ons plan hadden uitgevoerd en de spullen door Kees naar het hotel werden gebracht, snelden Peggy, Harry en ik ons naar het park waar we met Hans en Robert hadden afgesproken om daarna samen te gaan eten. Ondertussen had Elvira via sms geopperd om naar 4060 te komen. Omdat mijn trui inmiddels bij de zak was losgelaten ben ik eerst nog naar het winkeltje gehold om de trui nog even onder de machine te laten halen. Vervolgens hebben we heerlijk gegeten bij 4060. We zijn samen teruggelopen naar het hotel en daar aangekomen is iedereen naar de kamer gegaan om heerlijk te gaan slapen!

O jee… Ik ben nog vergeten te melden dat we na het museum de Moneda nog de kathedraal hebben bezocht. Althans… We dachten kaartjes te hebben gekocht om de kathedraal te bezoeken maar toen bleek het alleen de toren te zijn. Omdat Hans van Thea aan mij vroeg of ik wilde vragen of het bezoek alleen de toren betrof, kwam ik er achter. Robert, Hans, Harry en Thea waren toen al in de toren. Kees was naar het postkantoor en Peggy wachtte even op hem, ik wachtte daardoor ook nog even, waardoor ik dus aan de kaartjesverkoper kon vragen wat Hans van Thea vroeg maar hem ook duidelijk maakte dat we dachten in de kathedraal mochten. Ondertussen was Elvira ook binnen gekomen. Toen ik vroeg of we de kathedraal in mochten aarzelde de man, keek naar zijn vrouw en zei ok, alleen toen ik vroeg of Robert, Hans, Harry en Thea ook mee mochten, zei hij nee. Het aanbod gold alleen voor nu voor de personen die er nu waren en dit waren Hans van Thea, Elvira, Kees, Peggy en ik. Ik wist zeker dat de jongens zouden balen maar de man was niet van zijn stuk te krijgen. (Later mochten Robert, Hans, Harry en Thea er gelukkig toch ook in). De man bleek echt een uitzondering te hebben gemaakt, want de kathedraal wordt gerestaureerd. Dit zal 15 jaar in beslag nemen en nu waren ze al vijf jaar bezig. Helemaal top dus! Ha ha, waar mijn charme al niet goed voor is, haha…tenminste dit wilde hij ons doen geloven, dat hij onder de indruk was van mij en dat we daardoor naar binnen mochten, hoe dan ook, we zijn de man ontzettend dankbaar want het was de moeite waard om het interieur van de kerk te zien! Erg luguber waren de zakken gevuld met botten die ik in eerste instantie aanzag voor zakken met cement! Al met al was het een hele mooie, goed gevulde dag die veel indrukken heeft opgeleverd.                


Potosi - Uyuni, dag 7, 29 april 
door Hans

Hoera, ik word alweer 42 jaar! De eerste keer in mijn leven dat ik mijn verjaardag niet vier met m’n familie! Gelukkig, niemand die weet dat ik jarig ben, behalve Ro… De nacht goed geslapen in Potosi. Met lichte hoofdpijn word ik wakker, ga lekker douchen en kleed mij aan. Samen naar beneden naar het ontbijt. Een lekker ontbijt met zowaar ei erbij. Lekker rustig totdat Elvira naar beneden komt en mij spontaan en luid feliciteert. Als reactie hierop word ik door iedereen van de groep gefeliciteerd! Nu ben ik echt jarig en de dag is nog maar net begonnen! Vandaag reizen we naar Uyuni. Het zal een lange maar prachtige dag worden veelal over onverharde wegen. Na het ontbijt worden de tassen in de bus geladen. Als ik in de bus stap hangen achterin al slingers! (later blijkt dat deze er al hingen en niet speciaal voor mij opgehangen waren). Dan staat Charlotte op en haalt uit een zak een prachtige verjaardagshoed te voorschijn. Die moet ik opzetten. Ondertussen verdelen Peggy en Charlotte feesthoedjes aan de rest van de groep. Iedereen zet ze op, een mooi gezicht. Na het ‘lang zal hij leven’ vertrekt de bus vanuit Potosi. Als we de stad uit zijn, komen we al snel op een onverharde weg terecht. Maar geen probleem, we zitten in een comfortabele bus.

Al snel verandert het landschap; de hoogvlakte is prachtig. Na elke bocht, heuvel zien we weer iets nieuws. Verschillende keren stoppen we en vliegen we de bus uit om foto’s te maken. Ondertussen zijn de feesthoedjes scheef gezakt en zijn we uitgelachen over de reacties van de mensen op straat. Plots roept Charlotte: ‘Een lama!!!’
Ik zie een lama…de eerste lama tijdens onze vakantie, al snel volgen er meer, hele kuddes. Dan stopt de bus bij een meer en Elvira vertelt ons rustig uit te stappen; er zitten flamingo’s aan de rand van het meer. Een prachtig gezicht. En bovendien lopen er ook vele lama’s. Nadat iedereen elke zwarte, bruine, witte en bonte lama gefilmd en gefotografeerd heeft, rijden we weer verder. Dat zo’n onverharde weg ook gevaarlijk kan zijn blijkt al snel, een vrachtwagen ligt op zijn kant en met een kraan is men bezig om te proberen de truck weer los te krijgen. Tussen de middag stoppen we bij een ‘echt wegrestaurant’. De meegenomen lunch vindt gretig aftrek, al is het niet helemaal duidelijk wie wat krijgt of heeft besteld. En verder rijden we richting Uyuni. Hoe verder we komen hoe kaler de rotsen worden… Onderweg stoppen voor een plaspauze wordt dan ook moeilijk…alhoewel, sommigen hebben daar geen probleem mee. Net na 16.00 uur komen we aan in Uyuni.

We rijden eerst naar het restaurant van de Amerikaan om een tafel te reserveren. We gaan met de hele groep in de avond daar eten! Als de reservering gedaan is (Chris, de Amerikaan uit Boston, heeft nog speciaal een tafel voor de groep, omdat ik jarig ben), rijden we door naar het kerkhof…van oude treinen. Daar aangekomen staan ..tig oude treinen weg te roesten achter elkaar op het spoor. Een apart gezicht. Ro en ik worden nog door twee Denen aangesproken waarom al die mensen met een feesthoedje daar lopen, of dat iets met de treinen te maken had. Dat hebben we maar zo gelaten. Voordat we weer in de bus stappen, wordt er een groepsfoto gemaakt: iedereen met feestmuts. Nadat we zijn ingecheckt in ons hotel gaan Elvira en ik naar de lokale bakker om een taart te kopen. Op een templex plaatje zonder verdere bescherming loop ik met de taart vier blokken door Uyuni naar het restaurant. Gelukkig kom ik goed aan en geef ik de taart aan Chris. Hij draait zich om en slaat de taart alsnog bijna tegen de muur!! Om 20.00 uur worden we met de hele groep verwacht in het restaurant van Chris. Goed dik aangekleed lopen we met z’n allen naar het restaurant toe (het is inmiddels behoorlijk afgekoeld). We bestellen ons eten (een enorme pizza) en zitten met z’n allen smakelijk te eten. Dan staat Charlotte plotseling op om mij op nog een verassing te trakteren, volgens oud Spaans gebruik, een piñata. Ik moet aan een touw trekken zodat allerlei kado’s en confetti op de grond valt. Erg leuk! Daarna heeft Elvira namens Djoser nog een kado voor mij, een prachtige kalender met daarin platen met diverse weeftechnieken en afbeeldingen. Als toetje haal ik de taart, welke goed wordt ontvangen. Er wonder boven wonder smaakt deze ook nog lekker. Moe maar voldaan gaan we daarna terug en slapen. Voor mij een geweldige dag die ik niet snel zal vergeten. Dank jullie wel!      


Uyuni, dag 8, 30 april  
door Jan

Een dag welke iedereen zich zal heugen, afgezien van de leuke dingen welke we elke dag beleven tijdens deze prachtige vakantie. We hoorden namelijk ’s morgens tijdens het ontbijt dat er in Apeldoorn een aanslag was gepleegd op leden van de koninklijke familie. Hierbij waren, naar eerste informatie, twee doden gevallen en vele gewonden. Later bleek het aantal slachtoffers veel hoger te zijn. Uiteraard was dit negatieve gebeuren naast alle positieve dingen, het thema van de dag.

Het ontbijt was overigens zeer goed verzorgd. Je kon er de ervaring van de eigenaar, een Amerikaan uit Boston herkennen. Er waren pancakes, scrambled eggs en muesli in het ontbijt verwerkt. Ook de koffie was van een bijzonder goede kwaliteit. Na het ontbijt gingen we op pad (busrit) naar de zoutvlakten in Uyuni. Deze zoutvlakten, ontstaan door het uitdrogen van een binnenzee, waren voor ons een ‘highlight’ in onze vakantie tot nu toe! Op weg naar de ‘Salar de Uyuni’ maakten we een tussenstop in het plaatsje Colchani. Hier wordt gedemonstreerd hoe een gedeelte van de zoutbereiding plaatsvond. Op een voor onze begrippen primitieve manier werd het zout gezeefd en door middel van uitstoken in een oventje gedroogd. Daarna werd het geselecteerde zout (na maling) door een mevrouw in zakjes verpakt. De hoeveelheden per zakje varieerden tussen 100 gram en 1 kilo voorzover ik me dat herinner. Uiteraard wilden bijna alle medereizigers zo’n souveniertje meenemen en werd er dus ijverig gekocht. Iets minder positief was om te zien in welke omstandigheden deze mensen hun brood verdienen. De kinderen zagen er ook onverzorgd uit, mede door de ‘snotneusjes’. Dit als gevolg van de aantasting van de slijmvliezen van de neus door het zout. De manier van leven impliceert absoluut niet dat deze mensen minder gelukkig zouden zijn dan wij met al onze welvaart! Een klein stukje verder dan het zoutbewerkingsbedrijfje, was een zijstraatje met een aantal kraampjes waar natuurlijk souvenirs werden verkocht welke gerelateerd waren aan het zout. Ook werden er natuurlijk ook allerlei andere souvenirs verkocht zoals shawls.  Bettina kocht er zes in van een zeer hoogwaardige kwaliteit. Het was namelijk 100% alpaca! In het htel ’s avonds bleek dat alles 70% acryl en 30% alpaca was. Ik bedoel maar! Hierna gingen we pas echt richting zoutvlakten. Bij aankomst werd natuurlijk een batterij aan camera’s in stelling gebracht waardoor een aantal werknemers vertrok. Begrijpelijk als iedereen op je afkomt. In eerste instantie was ik niet zo geinteresseerd om hier naar toe te gaan, maar achteraf zou dit een zeer grote gemiste kans geweest zijn. Letterlijk en figuurlijk schitterend! Ook was het een vreemde gewaarwording om op deze hoogte bronnen te zien welke ervoor zorgen dat er steeds nieuwe grondstoffen aanvoeren om nieuw zout te vormen. Het was, letterlik en figuurlijk schitterend door de kristallen van het zout maar ook de groot gevormde kristallen. Mijn (en Bettina’s) beleving was, dat dit een fenomeen was welk je gezien moet hebben. Na het bezoek aan de vlakte gingen we naar Isla Pescadora. Iets heel aparts door de rotsstructuur welke helemaal begroeid was met prachtige cactussen. Ook het uitzicht vanaf de top was bijzonder. Er stonden cactussen welke gedateerd waren als 205 jaar oud! Een verwachte lunch was er echter niet bij. De winkel was leeg en er kon dus niets bereid worden. We konden ook niet wachten op een medewerker welke onderweg was met een nieuwe voorraad. Daarom maar gegrepen naar een oplossing in de vorm van koekjes, chips en snoep. We hebben het gelukkig overleeft! Ook hebben we nog even het zouthotel bezocht. Dit hotel is geconstrueerd uit zoutblokken, wel heel bijzonder om dit te zien. Er waren ook een aantal sculpturen gemaakt uit zoutblokken tentoongesteld. Opvallend was wel dat er op de muren een tekst was aangebracht met NO PISSING. Waarom zou dat nu zijn? Na wat snacks te hebben ingekocht, gingen we weer met z’n allen terug op weg naar Uyuni. ’s Avonds heben Nico, Bettina en ik nog een bezoekje gebracht aan het plaatselijke kerkhof. We vonden het een zeer rommelige toestand en niet getuigen van respect voor de overledenen. Maar ja, dat is wel door een Hollandse bril bekeken. Betty was inmiddels weer fit en we zijn met Nico en Betty daarna gaan eten in het restaurant 16 Juli. Het eten was er goed maar de bediening liet te wensen over door de traagheid. Bij binnenkomst, terug in het hotel, vertelde een receptiemedewerker dat het ’s nachts vijf graden zou gaan vriezen.


Uyuni – La Paz, dag 9, 1 mei  
door Robert

’s Morgens vroeg op om te vertrekken vanuit Uyuni. Het zou de langste reisdag worden van de vakantie. Om 7.00 uur zijn we in de bus gestapt om te vertrekken. Gelukkig een ruime bus en iedereen had een lekkere plek. Omdat het erg koud was, zat iedereen lekker met een jas aan maar de bus bleef koud. Snel bleek dat door de ‘goede’ weg, geen weg dus, de ramen soms spontaan open trilden. Elvira kwam met de oplossing in de vorm van een rol tape waarmee we vervolgens een aantal ramen hebben dicht geplakt. Dat werkte prima. Het eerste deel ging langs de zoutvlakte waar we de dag daarvoor nog zo van genoten hadden: wat een schitterend uitzicht! Hoe verder we reden hoe slechter de weg, eigenlijk meer een slecht zandpad met een hoop stenen en vooral kuilen. De omgeving was echt prachtig en we zijn door vele dorpjes gegaan. Onderweg nog gestopt om wat te drinken en voor het toilet. Een aantal malen moest de bus van de weg af vanwege wegwerkzaamheden. Na een uur of zes op de onverharde wegen belandden we op asfalt! Halverwege hebben we nog wat gegeten en vervolgens weer de bus in. Het was echt een hele lange busrit, we arriveerden om ongeveer 21.00 uur in La Paz. Maar gelukkig hebben we onderweg wel kunnen genieten de prachtige Altiplano. Iedereen was moe, nog een vlotte borrel, snel de sleutel en naar bed. 

La Paz, dag 10 & 11, 2 & 3 mei   
door Robert

We hebben supergoed geslapen na de lange rit  van gisteren. Na het ontbijt snel La Paz in om de boel te verkennen. We zijn het centrum ingelopen naar de San Franciscokerk en hebben wat door de straatjes daarachter gelopen. Hier hebben we ook de heksenmarkt gezien, een erg bijzondere ervaring! Snel werd besloten om eerst met de taxi naar het textielmuseum te gaan en daarna wat te gaan lunchen en wat shoppen, winkeltjes genoeg. We hebben erg van het museum genoten, een erg vriendelijke heer heeft ons de boel laten zien en een heleboel uitleg gegeven. Vervolgens weer twee taxi’s opgezocht en terug naar het centrum. Na de lunch zijn we alle straatjes om en achter de San Franciscokerk gaan bekijken en natuurlijk lekker geshopt. Daarbij een leuke tent (The Colonial Pot, bij het cocamuseum) heerlijk gegeten en voldaan terug naar het hotel. Leuke stad La Paz!

La Paz – Puerto Perez, dag 12, 4 mei  
door Elvira

Na twee dagen vrij spelen in La Paz gaan we weer op pad. De chauffeur slalomt door het drukke ochtendverkeer en een half uurtje later laten we La Paz achter ons en stijgen we naar de hoogvlakte waar de buitenwijken, El Alto, liggen. Het verkeer bestaat hier alleen maar uit allemaal witte kleine busjes, de colectivos die mensen vervoeren tussen La Paz centrum en El Alto. Vier tot vijf rijen dik staan ze bij het stoplicht te drukken en te grommen, klaar om als eerste te vertrekken. Wij zijn op weg naar het volgende hoogtepunt van deze reis: het Titicacameer. Voorafgaand daar aan brengen we eerst een bezoek aan de ruines van Tihuanacu, een volk dat bijna 2000 jaar in dit gebied heeft geleefd voordat de Inca’s kwamen. Onderweg stoppen we bij een uitzichtspunt waar we een prachtig uitzicht hebben over de Cordillera Real de los Andes. Je ziet de Illimani liggen en de Huayna Potosi, de hoogste berg in dit gebied. Niet iedereen heeft oog voor dit natuurschoon; mama hond met pup maken hun opwachting bij de mirador. Ze krijgen koekjes en er worden foto’s gemaakt van glanzende oogjes en natte neuzen.

Tihuanacu bestaat uit een site met prachtige ruines en een museum. De gids neemt ons eerst mee naar de site.Helaas spreekt ze alleen Spaans dus de twee daarop volgende uren vertaal ik de geschiedenis van Tihuanacu, de keuze van de locatie en de betekenis van de architectuur en de beelden. Er worden nog steeds opgravingen gedaan en vol verbazing kijken we naar de werkzaamheden. Het lijkt wel of ze een blik echtparen uit het nabij gelegen dorp open getrokken hebben. Vrouwen met dikke rokken lopen met kruiwagens af en aan, mannen staan te graven. Na de tempels buiten, lopen we weer terug naar het museum. We worden al twee uur rondgeleid dus ik breek er even tussenuit om de blaas te legen. Zonder afmelden, dus dat zorgt terstond voor enige chaos. Terwijl enkelen opgelucht op het toilet zitten, besluit onze gids voor een andere toegang tot het museum te kiezen, dichter bij de toiletten. Ondertussen staan een paar anderen nietsvermoedend bij de hoofdingang te wachten. Nadat we al onze buddies dan weer verzameld hebben, stappen we het museum in om de originele monoliet van meer dan zeven meter hoogte te aanschouwen. Het is nog twee uur rijden naar Puerto Perez aan het Titicacameer dus we breken de rondleiding af. In een laatste kwartiertje nog een sprintje door de rest van het museum, een rol koek buiten bij de kraampjes, voor enkelen nog een souvenir en dan stappen we weer in de bus. Langs de weg zien we op enig moment een groot industrieterrein; de ene garage naast de andere. Half gesloopte auto’s staan buiten op een rij, er wordt gesleuteld en olie en benzine lekt zo de grond in. Hmmm…hier moeten ze ook maar niet beginnen met Arbo en bodemsaneringsonderzoek!

Halverwege de middag rijden we Puerto Perez binnen. Het is een klein dorp zonder enige toeristische attractie maar wel met het sjiekste hotel van onze reis. En laten ze nou op het centrale plein een groot feest hebben wanneer we passeren! We checken snel in en dan gaat iedereen op verkenning uit. Kleurige bootjes liggen tussen het riet in het meer, vragend om op de foto gezet te worden. Velden met geel-roodkleurend quinoa, een veel gegeten alternatief voor rijst, lijkend op couscous. Ik slenter naar het plein en vraag een inwoner ter ere waarvan het feest is. ‘Señor de la Cruz’, zegt hij dronken en wijst naar de heuvel achter het dorp. Ter ere van Jezus aan het kruis vieren ze vier dagen feest; dit is de laatste dag. Deze viering bestaat vooral uit dansen en veel, heel veel drinken en dat levert na vier dagen wonderlijke taferelen op. Iedereen is ladderzat, een deel hangt laveloos tegen elkaar aan op de stoep en een ander deel danst (lees: draait rondjes) met elkaar. Uit het enige winkeltje dat nog open is op de Plaza worden in hoog tempo kratten bier aangesleept. Geen opener bij de hand? Geen nood, als je maar zat genoeg bent, open je die gewoon met je tanden en dan proef je al het bloed niet dat uit je mond loopt. Ik houd het voor gezien en besluit een bezoek te brengen aan degene voor wie dit allemaal bedoeld is. Bovenop de heuvel tref ik hem, de Señor. Een blikken boy rammelend aan een houten kruis. Ik werp vanaf daar nog een blik over het meer en spoed me dan terug naar het hotel. De rest van de groep heeft zich daar ook teruggetrokken.
Na een excellent driegangendiner (onze ober uit het dorp kon nog op z’n benen staan ) heb ik slechts nog een dilemma. Zal ik na het heerlijk warme bad diagonaal of overdwars in mijn enorme tweepersoonsbed gaan liggen?          


Puerto Perez – Isla del Sol, dag 13, 5 mei 
door Elvira

Op weg naar Isla del Sol hebben we nog een paar stops. Allereerst bij een botenbouwer van totarariet. De eigenaar die ons daar van alles over kan vertellen is er niet. Hij is totarariet aan het inkopen in een naburig dorp. Hem hebben we helemaal niet nodig, in de achtertuin staan twee vicuñas aan een touwtje. Eindelijk de gelegenheid om met zo’n schuw beestje op de foto te gaan. Bettie gaat er naast staan zodat Nico een foto kan nemen. De vicuña denkt hier heel anders over en met de oren in de nek doet hij een uitval naar Bettie. Gegil en hilariteit alom. Op deze manier worden nog wat foto’s gemaakt, dan worden nog wat kleine totararietbootjes en kleedjes gekocht en verder gaan we weer.
 
Voordat we Copacabana bereiken, moeten we een zijarm van het Titicacameer over. De bus zien we op een eigen pontje wegdrijven wanneer we naar de watertaxi voor personenvervoer wandelen. Een deel van de groep kan nog in een bootje dat dan vol is en direct vertrekt. We zwaaien ze tweemaal uit aangezien de motor op weg naar de overkant afslaat. Dan stappen we in onze ‘taxi’: half vergaan hout, een motor zonder motorkap…nou ja, de overkant is te bezwemmen, zeg maar. Met z’n tienen wachten we op nog twaalf extra passagiers, dan wil de kapiteit de overtocht pas maken. De bus staat al op de andere oever, het andere deel van de groep is er ook al bijna dus ik schuif de kapitein 10 Bolivianos (een Euro) extra toe zodat we ook vertrekken. Na een mooie rit langs het Titicacameer rijden we Copacabana binnen. Een naam die de fantasie prikkelt, maar dit dorp vertoont toch geen enkele vergelijkenis met de plaats in Brazilië. Hier, aan het Titicacameer is de backpackershangout met een hoog dreadlokgehalte, kleedjes vol zelf geknoopte armbanden en sieraden. Daartussen restaurants met terrasjes buiten, souvenirwinkels en de topper van Copacabana: de kathedraal in Moorse stijl. Nadat de bagage voor een nacht is opgeslagen in het hotel, gaat iedereen even lunchen in het dorp. Dan op naar de haven en we stappen in ons bootje. Een uurtje varen en we leggen aan bij de steiger bij het hotel. Die ligt echter een uur klimmen omhoog, de heuvel op. Ineens kijken alle wandelaars bedenkelijk naar hun dagrugzakje, dat ze hier achterlaten en meegeven aan de vier die gekozen hebben voor een lekkere luie middag. Want die lekkere, luie middag moeten ze ineens ‘verdienen’ door zo’n vijftien dagrugzakken naar boven te slepen…
Wij, de wandelaars, laten ons afzetten in Cha’llapampa om van daaruit in een uurtje of drie weer naar het zuidelijk deel te wandelen waar ons hotel ligt. Het is een prachtige wandeling. Aangezien er geen verkeer is op het eiland, doet de bevolking alles te voet waardoor er goed begaanbare paden zijn. De route blijft ongeveer op gelijke hoogte halverwege de helling. We wandelen langs akkertjes, baaien en door dorpjes en komen onderweg arme maar supervriendelijke mensen tegen. Allemaal op sandalen van autobanden en met een ezeltje dat de bagage draagt. Aan het einde, aangekomen in Yumani, hebben we nog een mooie zonsondergang op de Cordillera. Eiland, Titicacameer en roze bergen: je hoort alleen maar geklik van camera’s. Die avond heb ik, na de avond ervoor in het sjiekste nu in het simpelste hotel, een dilemma. Hoe maak ik het comfortabel in mijn eenpersoonsbedje met diepe kuil?       

Isla del Sol – Uroseilanden - Puno, dag 16, 6 mei   
door Charlotte

Deze ochtend begint vroeg. Aan het ontbijt blijkt dat de meesten van ons een minder goede nacht hebben gehad. Hetzelfde probleem als Elvira. Een bed met een diepe kuil. Ik was een van de weinigen die gezegend was met een goed bed en een privé badkamer. Mijn medereizigers moesten een badkamer met z’n zevenen delen en de toilet moest worden ‘doorgespoeld’ middels een emmertje water. Na een vroeg ontbijt klauterden we naar de baai waar we op konden stappen op onze boot. Toevallig waren de Franse toeristen die we eerder zijn tegen gekomen ook op dit eiland en hadden zij een makkelijke route gevonden naar de baai. Nadat ik mijn lesje de dag eerder had geleerd (koude benen), bleef ik in eerste instantie in de boot maar halverwege de tocht wilde ik toch lekker uitwaaien. Nadat we waren aangekomen in Copacabana en we terug waren in het hotel waar we onze bagage hadden opgeslagen, zijn we na een heerlijke lunch, met de bus naar Puno gereden.

Vanuit Puno hadden we een excursie naar de Uroseilanden. Elvira en Marianne gaan niet mee en rijden door naar het hotel. Na een sanitaire stop stappen we op de boot. Er is een plaatselijke gids die ons de geschiedenis van het gebied vertelt en de oorsprong van de Uroseilanden. Van bovenop de boot lijkt het gebied ook wel een beetje op de Weerribben. Totdat we een binnengebied bereiken, links en rechts kijkend zien we huisjes en boten van riet. Als we aanmeren op een van d eilanden wachten de vrouwen ons gehuld in traditionele klederdracht op en beginnen ‘spontaan’ te zingen. Het hele gebeuren lijkt wel Volendam in het kwadraat. Als we voet aan wal hebben gezet, moeten we in een halve kring gaan zitten en vertelt de gids ons over de ins en outs van het dorp en de bevolking, hierbij beeldend en ondersteund door twee dorpelingen. Dit leidde soms wel tot grappige momenten alhoewel het overduidelijk een dagelijks afgedraaid programma was wat we voorgeschoteld kregen. Na de uitleg werden we de afzonderlijke hutten ‘ingesleurd’ om vervolgens gekleed in de traditionele klederdracht weer onze opwachting te maken. Na het maken van kiekjes en weer transformeren naar onszelf werden we verleid tot het kopen van spullen die door de vrouwen zelf gemaakt is. Ik heb me laten verleiden tot het kopen van een armbandje. Nadat we weer aan boord waren gegaan om de plaatselijke school te bezoeken en de boot net was afgemeerd, bleek Jan tot de ontdekking te komen dat hij zijn zonebril had laten liggen. Hij sprong alsnog van boord om daarna samen met de dorpelingen onder toeziend oog van de groep op de boot, naarstig te zoeken, Toen hij zijn bril had gevonden gaf hij als dank een klapzoen aan een van de Urosvrouwen. Weer aan boord geklommen voeren we verder. Kees wilde wel eens zien of hij zich kon meten aan de Urosmannen en roeide er flink op los. Thea was erg gecharmeerd van de Urosman die de gids had ondersteund wat tot hilariteit zorgde. Maar toen sloeg de stemming om… Onze Jan’s lippen waren in vijf minuten tijd verworden tot lippen waar menig Botox spuitende vrouw jaloers op zou zijn! Na navraag bij de gids door mij bleek het een groot raadsel. Nunca had deze gids en evenmin de plaatselijke Urosbevolking dit gezien. Ja, Jan…de Urosvrouwen zoenen krachtig!!
Na terugkomst bij ht hotel en een verdubbeling van de dikke lip werd besloten om toch een dokter te raadplegen. Nadat we onze kamers hadden gekregen en een snelle opfrissing, ben ik samen met Robert, Hans, Harry Peggy en Kees lekker wat gaan eten en shoppen en de kathedraal gaan bezoeken en heb daarna heerlijk met Robert, Kees en Peggy in een verborgen restaurantje heerlijke koffie kahlua gedronken. ’s Avonds zijn Harry, Robert, Kees en ik en Hans in hetzelfde restaurantje gaan eten en werden ontzettend verrast door het ontzettend smakelijke eten, we aten bijna onze vingers er bij op. En dat bewijst maar weer dat de kleding van de bediening niets zegt over de kwaliteit van het eten! Immers, de bediening was knorrig en liep in motorjack maar het eten was geweldig!! N.B. ’s middags kwamen we in hetzelfde restaurantje in gesprek met een stelletje dat hun vijfjarig huwelijk aan het vieren was met een vakantie in Peru. Hij uit Duitsland, zij uit Amerika, nu al jaren samenwonend in Costa Rica. Ze waren dolenthousiast over de Cusco, dus dat belooft wat!        


Puno - Cusco, dag 17, 7 mei   
door Elvira

Cusco maakte zoveel beloften waar dat we niet meer toegekomen zijn aan het opschrijven van onze belevenissen. Daarom nu, na thuiskomst, nog een korte samenvatting. Bij het ontbijt in Puno merkte Elly reeds dat de antibiotica werkte en ook de enorme negerlip van Jan was geslonken. We stapten in onze enorm luxe bus waarin iedereen minstens drie stoelen tot zijn beschikking had en met dit keer sluitende ramen. De rit ging door magnifiek landschap, kaal, uitgestrekt en met in de verte bergen met witte toppen. Op het hoogste punt tijdens de rit, op de pas van 4338 meter, een fotostop. Na een snelle blik op het panorama stortten de meesten zich echter op de exorbitante hoeveelheid souvenirkramen. Het is bizar om te zien dat hier, in de middle of nowhere op een pas waar de hele dag een koude wind waait, er een levendige handel in truien, tasjes en speelgoedlama’s is. Ook de lunchgelegenheid (La Vicuñita) geeft gelegenheid tot inkopen, al zijn de prijzen hier al toeristisch hoog. Terwijl de bediening de laatste handelingen treft voor het buffet, maken wij foto’s van de huislama, huisalpaca en huisvicuña. Mooie gelegenheid om de verschillen tussen de dieren te zien die alle familie zijn van elkaar.
We zijn verbluft door de kwaliteit van het prachtige buffet. Helemaal alleen voor ons, er is verder niemand! Pasta, curry, salades, gewokte groente, ceviche…noem maar op. Smullen doen we en we scheppen minstens twee keer op. Misschien vinden we de Peruaanse variant van griesmeel met bessensaus nog wel het lekkerste. Rijstepudding met een saus waarin braam en een zwarte maissoort in is verwerkt. Mjam. Nog maar een keertje opscheppen en dit keer eerst een plak cake onderin het bakje! Om 16.00 uur rijden we Cusco binnen. We stappen uit de bus en worden door señora Techy naar het centrum van Cusco geleid, waar ons hotel staat. Als een echte lerares wappert ze driftig met haar handen wanneer we in haar ogen niet snel genoeg de straat oversteken. We voelen ons als een schoolklasje en ik krijg zin om te muiten. Na inchecken lopen we over de Plaza de Armas, even sfeer proeven voordat we ons bed inkruipen. Wat een prachtig en gezellig plein!             

Cusco, dag 18, 8 mei 2009   
door Elvira

Lekker een dagje vrij spelen in Cusco. Hans, Thea, Carla en Rem pakken gevieren een taxi naar Tambo Machay, van waaruit je een prachtige wandeling terug naar Cusco kunt maken terwijl je onderweg een aantal ruines passeert. Ik wandel naar het Convento de Santo Domingo waarvan wordt gezegd dat, wanneer je geen tijd hebt, je minstens dit convent moet bezoeken. Prachtig is het en van binnen is goed te zien dat het convent rond de bouwwerken van de Inca’s is gebouwd. Via wat achteraf straatjes wandel ik naar de Avenida del Sol waar de entree van het Qorikancha zit. Rechts daarvan ligt een prachtig textielmuseum met dito winkel. Ik heb een zwak voor het geweven textiel van Bolivia en Peru. In La Paz ging ik, na de laaiend enthousiaste verhalen van ‘de jongelui’ naar het Museo Textilos Bolivianos maar stond voor dichte deur. Dat wil ik niet nog een keer en daarom ga ik zo snel mogelijk naar dit textielmuseum in Cusco. Via de winkel stap je het museumpje binnen. Mooi om te zien wat de kenmerken zijn van de doeken in de omgeving van Cusco en ze laten ook goed zien wat de kinderen in de verschillende leeftijdsklassen leren aan textieltechnieken. Uiteraard valt mijn oog op een prachtige doek die dan ook wordt aangeschaft. Ik wandel vervolgens wat over de Plaza de Armas en stap de kathedraal binnen. Daar tref ik Thea, Hans en Carla die aan de hand van een audiotour een rondleiding volgen. Rem zit buiten in het park schoenpoetsers en verkoopsters af te wimpelen totdat zij klaar zijn met hun tour. We besluiten met z’n allen weer eens een ‘bakkie te doen’ en gaan op een van de balkons zitten die de restaurants rond de Plaza rijk zijn. Uitzicht en zonsondergang over Cusco, mooi hoor.    


Cusco – Aguas Calientes, dag 18, 9 mei 
door Elvira

Vandaag reizen we af naar Machu Picchu. Eerst met de bus naar Poroy waar we de trein pakken naar Aguas Calientes, het dorp aan de voet van de berg waar Machu Picchu bovenop ligt. Het is een prachtige treinreis die voor een deel door de heilige vallei gaat. Vanuit de trein zien we akkertjes en later enkele ruines aan de andere kant van de rivier, daar waar het Incatrail loopt. Aguas Calientes is compleet ingesteld op toerisme. Een ruim, modern treinstation toont een uitgang en deze sluist je zo de souvenirmarkt op. Geen ontkomen aan. Op onze route door de souvenirmarkt raken we elkaar bijna kwijt omdat enkelen afdwalen naar koopwaar. Maar even later staan we dan toch met zijn allen aan de andere kant van de markt en begint de klim tussen allerlei restaurantjes omhoog, op naar het hotel. Even opfrissen en lekker de korte broek aan. Je merkt dat het dorp zo’n 1000 meter lager ligt dan Cusco; het klimaat is een stuk warmer, subtropisch. Ook de plantengroei is hier anders. We hebben nog een middagje om Aguas Calientes te verkennen en de meesten doen dat door lekker in de warm waterbaden te hangen. 

Aguas Calientes - Machu Picchu - Cusco, dag 19, 10 mei
door Elvira

Vroeg op, we willen de eerste bus omhoog naar Machu Picchu hebben. We worden wat lacherig wanneer we om 5.30 uur arriveren bij het vertrekpunt van de bus. Met bus 17 slalommen we omhoog naar de mijlpaal welke velen van ons beschouwen als hoogtepunt. We staan hoog op de berg en midden in de mist; nauwelijks iets te zien. Onze gids leidt ons langs de belangrijkste plekken op Machu Picchu en het is indrukwekkend zo groot als het terrein is en hoe goed het gebouwd is. Af en toe zien we een flard ruïne tussen de wolken door. Wanneer iedereen na de rondleiding om 9.00 uur eerst richting de cafetaria gaat voor een bak koffie, wandel ik naar het wachtershuisje. Dit is het moment waar ik op gewacht heb: de zonsopgang die er ook voor zal zorgen dat de bewolking verdwijnt. Langzaam ontvouwt Machu Picchu zich aan mijn voeten…prachtig. Vanaf mijn plekje heb ik een geweldig uitzicht over het geheel en ik blijf er dan ook uren zitten om het geheel in mij op te nemen. Rond een uur of een vind ik het mooi geweest en pak een bus naar beneden, naar Aguas Calientes. In de loop van de middag druppelt iedereen binnen in het hotel en om 16.00 uur pakken we weer de trein terug naar Cusco. We wisselen onze belevenissen uit en mijmeren nog wat over deze magische plek totdat we ’s avonds weer in Cusco arriveren.

Cusco, dag 20 & 21, 11 & 12 mei  
door Elvira

We hebben nog twee heerlijke dagen in Cusco voordat we weer richting Lima moeten om de reis naar Nederland te ondernemen. Iedereen gaat lekker zijn eigen gang; er wandelen enkelen van Tambo Machay naar Cusco en anderen hebben een privetourtje geregeld naar de zoutdrogerij (Salinas de Maras) en Moray. Op de tweede en laatse dag in Cusco heb ik een excursie naar de heilige vallei georganiseerd. Een groot deel van de groep bezoekt die dag het dorp en de ruines van Pisaq en vervolgens het dorp en de ruines van Ollantaytambo. Men was even bang dat dit op een teleurstelling zou uitmonden omdat het hoogtepunt Machu Picchu al bezocht was. Dat was niet het geval, deze ruines zijn weer totaal anders. We laten ons die avond verwennen in het lekkerste restaurant van Cusco en dan realiseren we ons dat de reis dan toch echt voorbij is.
 
Cusco – Lima - Amsterdam, dag 22, 13 mei   
door Elvira
Op tijd staan we al op het vliegveld van Cusco om naar Lima te vliegen. Daar arriveren we om een uur of elf. Nu kunnen we de hele middag op het vliegveld hangen en wachten tot ons vliegtuig naar Amsterdam vertrekt, maar we besluiten nog een laatste frisse neus te halen. Een paar taxis zetten ons af bij winkelcentrum Larcomar in Miraflores, een moderne mall met leuke winkels en een mooi uitzicht op de oceaan. We laten ons de koffie bij Starbucks prima smaken en de lunch wat later ook. Tja en dan zit er niets anders op dan terug te keren naar het vliegveld in het vliegtuig naar Amsterdam te stappen. Maar met een hoofd vol mooie herinneringen!