Reisverslag Scandinavie juni

Reisverslag Scandinavie juni

De Groep

De reis van Djoser naar de Noordkaap van 14 juni tot en met 27 juni.  Een prachtige reis goed voor fantastische plaatjes met een leuke groep, een bijzonder stel zoekend naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van het gebied boven de Poolcirkel. Twaalf alleenreizenden, niet bepaald  cultuursnuivers maar veel meer natuurliefhebbers. Naar Azië ga ik ze niet direct krijgen, zo wordt mij al snel duidelijk, IJsland daarentegen blijkt veel beter te scoren.   

Dag 1 – Donderdag 14 juni – Amsterdam / Inari
Oke Scandinavië, here we come. Djoser heeft mij weten over te halen om met de trein naar Schiphol te reizen. Eerdere pogingen om naar Schiphol te gaan met de trein verliepen niet positief, dus had ik mijzelf toegezegd NOOIT meer met de trein naar Schiphol te gaan. Maar goed Djoser heeft het goed voor elkaar door 'gratis' een kaartje naar Schiphol aan te bieden en ik ben toch een Nederlander. Wonder boven wonder verliep de reis zonder problemen en stond ik in no time in Schiphol. Eerst langs de GWK om het via internet bestelde geld op te halen voor Noorwegen en Zweden. Bij de incheck kwam ik Frans (reisbegeleider) al tegen, maar die vond de rij te lang en ging koffie drinken met vrouw en dochter. Om de tijd te doden tussen de incheck en het boarden wezen rondkijken in diverse winkels. Bij aankomst bij de gate waren daar al meerdere Djosergangers aanwezig.
Vlucht naar Helsinki zonder problemen verlopen, in Helsinki slecht weer, regen, maar goed, we zijn op doorreis, laat maar zo zijn. Vlucht naar Ivalo ging ook lekker, alleen raar dat op deze vlucht de stoelnummers vrijgegeven waren. Zal wel komen vanwege het binnenlandse vlucht verhaal. In Ivalo stond Ernest Dixon ons op te wachten met een bus.  Het weer was een stuk vrolijker dan in Helsinki, tijdens de 40 kilometer busreis slechts een lokale bui gehad. Ingecheckt in het hotel, foto's van hotel gemaakt daarna rendierfilet gegeten. Na het eten een voorstelronde gedaan, werkwijze van Djoser te horen gekregen, koffie gedronken, mooie verhalen gehoord van Ernest waarna ik buiten ben gaan lopen met Jeroen. Onderweg nog vier andere Djosergangers tegen gekomen, muggen zitten plagen op een bankje en daarna weer teruggelopen naar het hotel om het bed op te gaan zoeken. Hahaha, om 01:15 is het nog steeds licht.                           Fred                               

Dag 2 – Vrijdag 15 juni – Inari
Ik doe mijn ogen open en het licht komt al door de ramen. Ben ik nu laat wakker? O nee, het is hier in deze periode altijd licht. De tijd is half acht ’s morgens.
Ik heb lekkere geslapen, met dank aan de comfortabele bedden van het hotel. Andere pioniers konden moeilijk hun slaap pakken vanwege het constante licht.
Na het ontbijt hebben Fred en ik een verkenningstocht door Inari gemaakt, wat resulteerde in watervliegtuigen spotten en een bezoek aan de plaatselijke pinautomaat en supermarkt. Om 10 uur hebben wij informatie van Ernest Dixon over de rondreis. Deze man zit vol verhalen.
Naderhand wordt het Saami-museum in Inari bezocht. Mooi museum, zowel van binnen als buiten. Het museum heeft binnen enkele exposities en buiten allerlei nagebouwde hutten en huizen uit het Saami-tijdperk. O ja, voor degenen die het gemist hebben: het is VERBODEN om in het museum te fotograferen.
Wij hebben nog steeds goei weer als we op de boot richting het heilige Saami-eiland gaan, al hangt er hier en daar wel onheilspellende lucht. Gelukkig blijft het droog. Het eiland levert mooie kiekjes op.
Bij terugkomst even langs de plaatselijke zilversmid, die ons vervolgens weer afschrikt met zijn hoge prijzen.
Na het borrelen en avondeten besluiten enkele pioniers de Finse sauna bij het hotel te bezoeken. Volgens onze Suus was de sauna erg goed.
Ik daarentegen besluit maar om naar bed te gaan. Ik ben op. Jurgen

Dag 3 – Zaterdag 16 juni – Inari / Repvåg 
Na een nachtelijk saunabezoek met Susan en Reinie en een gesprek met twee Finse studenten was het half drie dat ik het bed zag. 's Morgens om half acht 'ruzie' met de wekker want om negen uur vertrekt de bus naar Repvåg. De reis gaat over het Finmark plateau. Naaldbomen en gletjermeren wisselen elkaar af. Rendieren worden verschillende malen gespot en zijn een gewild foto-object. Zoals Ernest al meldde zie je gelijk het verschil tussen het Finse en Noorse landschap. Naaldbomen zijn vervangen door Berken- en andere bomen, de uitgestrekte bossen zijn ook verdwenen.
Tijdens de lunch in Noorwegen bleek er een mogelijkheid te zijn om de maaltijd met PIN te betalen (met een Europas). Na de lunch hebben we onze reis vervolgd om rond twee uur de arriveren in Repvåg. Het is een vissersdorp waar in de zomer 75 leven. In de winter blijven er enkele vissers achter die door de warme golfstroom door kunnen blijven vissen omdat het water niet bevriest. Om de tijd te overbruggen kunnen hier verschillende wandelingen gemaakt worden. Men kan gebruik maken van een hot-tube die gebouwd is op een oude vissersboot. Ook bestaat er een mogelijkheid om een vissersboot te huren en dan te gaan vissen. Na twee wandelingen gemaakt te hebben blijft er voor het eten nog tijd over. Het avondeten bestond uit een buffet, waar vooral een groep Duitse gasten helemaal in opgingen. Als een stel vliegen op een koeienvlaai.
Na het eten wat gedronken en genoten van de reis- en politieverhalen van Frans. Het blijft raar, half twaalf 's nachts en de zon staat vol aan de hemel. Vaarwel bioritme! Dat je hier goed kan vissen bleek wel toen ik nog wat aan het rondlopen was. Drie Duitse mannen kwamen net binnen en hadden geluk gehad die avond. Als hoofdprijs hadden ze een 'catfish' uit het water gehaald van 80 kg. Of het werkelijk 80 kg was zal een vraag blijven, ook hier telt het visserslatijn. Maar het was zeker een flinke vis, en gelukkig

Dag 4 – Zondag 17 juni – Repvåg / Noordkaap 
De dag van de Noordkaap!! Ook wij zijn de Noordkaap gaan bekijken. Het waaide er hard en het regende, daardoor was het uitzicht niet zo best. Een aanrader is de schitterende film over de Noordkaap. Hierin zie je alles rondom de Noordkaap, op het land en in de zee. En vergeet niet om je ansichtkaarten op de Noordkaap te posten, want dan komt de beroemde Noordkaapstempel erop. 's Avonds met onze Noorse gastvrouw de menukaart ontcijfert. Ze hebben hier buiten rendiervlees en vis ook walvisvlees. Dus als je dit wil proberen kan dat hier. We werden ook nog verrast door een bezoek van de rendieren, die vlakbij onze hotelkamer liepen. Op zo'n 20 meter afstand!! Echt leuk om dit mee te maken.              Susan
De Noordkaap (Noors: Nordkapp) aan de Barentszzee wordt traditioneel beschouwd als het noordelijkste puntje van het Europese continent. De Noordkaap ligt op een eiland, dat via een tunnel vanaf het vasteland te bereiken is. Het is gelegen op 71° 10' 21" NB, in de gemeente Nordkapp nabij Hammerfest, in Noorwegen. De kaap ligt op 2080 km van de Noordpool. De Noordkaap is niet het noordelijkste punt van Europa. De eilandengroep Frans Jozefland dat op ca 600 km ten noorden van de Noordkaap ligt, behoort eveneens tot Europa. De Noordkaap is evenmin het noordelijkste punt van het Europese continent, maar Knivskjelodden dat zo'n anderhalve kilometer noordelijker is gelegen.
Het was de Engelse zeevaarder Richard Chancellor die de kaap haar naam gaf. Hij was in 1553 op zoek naar de noordoost passage naar Indië. Een drukke handel tussen Engeland en Moermansk was hiervan het resultaat. Op 25 december 1943 vond er in de nabijheid van de Noordkaap een zeeslag plaats waarbij het slagschip de Scharnhorst tot zinken werd gebracht. Van de 1934 opvarenden overleefden slechts 36 man de catastrofe.
Het Noordkaapcentrum dat zich op het plateau bevindt, telt verschillende ondergrondse verdiepingen waarin o.a. zijn ondergebracht; een multifunctionele bioscoop, tentoonstellingsruimtes, restaurants, souvenirwinkels en een groot raam met “uitzicht” op de Noordelijke IJszee. In de bioscoop in de kelder van het Noordkaapcentrum draait om de zoveel tijd een indrukwekkende film van 17 minuten over de Noordkaap en haar omgeving. Voor 35 Noorse kronen (ca. € 4,20) koop je in de souvenirshop een certificaat dat bewijst dat je op de Noordkaap bent geweest. Een gewild en veel verkocht souvenir !
Met enig geluk heeft men goed uitzicht vanaf de Noordkaap, de 307 meter hoge leisteenrots, die bijna loodrecht uit de Noordelijke IJszee oprijst. Zeker is dit niet omdat mist dit uitzicht nog wel eens wil belemmeren. Door het warme Oceaanwater en het koude water van de IJszee ontstaat op deze plek de beruchte mist die er voor zorgt dat slechts 10% van de bezoekers helder weer heeft en dus goed uitzicht.

Dag 5 – Maandag 18 juni – Repvåg / Alta 
Een voorzichtig zonnetje lacht ons toe als we vroeg op weg gaan van Repvǻg naar Alta.
Vrij snel kruist een kudde rendieren ons pad: we moeten even inhouden. Sinds onze eerste ontmoeting hebben we er meer gezien: een pit(nood)stop is niet meer nodig en er worden minder camera’s in stelling gebracht. De reactie die overheerst is ‘daar hebben we ze weer’. We rijden naar Oldefjord waar een chauffeurswissel plaatsvindt.
Onderweg komen we niet alleen besneeuwde bergtoppen tegen, maar ook dicht bij de weg ligt sneeuw (en dat in juni!). Het landschap raakt wat meer gevuld: de bomen (berken) zijn er weer! We rijden door naar Alta (totaal 160 km).
Het eerste bezoek is aan het Alta-museum met de beroemde rotstekeningen. Bij de uitgezette route moet je ook even genieten van het uitzicht: de ligging in de baai is prachtig. Het was leuk om te zien wat en hoe mensen tekenden 6000 jaar geleden, maar vooral de verhalen achter de tekening vond ik interessant. De uitleg in het begeleidende boekje gaf veel duidelijkheid. Na een (pin)stop in het troosteloze Alta gaan we richting Gargia.
Onderweg brengen we een geïmproviseerd bezoek bij een husky farm. Dit is een gouden vondst: iedereen smelt bij het zien van puppy’s van vier weken oud. We weten dan direct ook dat broekpijpen erg lekker zijn. De honden zijn echte gezelschapsdieren, ze laten zich gewillig aaien en genieten er zichtbaar van. Het bezoek aan de farm is niet compleet zonder een korte demonstratie (ongelofelijk dat de honden stil blijven staan) en zicht op de materialen die mee gaan op reis (grote boots en een enorme haak). Al onze vragen over husky’s worden beantwoord. 
Roger Dahl van
Canyon Huskies

Voor het eten nog even de benen strekken bij het hotel. Direct stonden we oog in oog met een vos die vroeg ging eten (zo te zien stond konijn op het menu). Later kwamen we nog een vos tegen (dezelfde?) op minder dan een meter afstand, hij keek wat verdwaasd om zich heen en besloot om ons heen te lopen in plaats van er tussendoor.
Het eten ’s avonds was verrukkelijk: drie gangen. Vooraf champignonsoep, gebakken zalm als hoofdgerecht en een lokaal toetje met dure bessen als nagerecht.
Over onze accommodatie hebben we niet te klagen: beetje berghutachtig, ruime kamer en een mooi uitzicht. Kortom: niet verkeerd.
Na het eten toont de gastheer ons trots een video van het leven in de winter bij een temperatuur van -35 °C en natuurlijk het verschijnsel Noorderlicht dat vooral hier goed te zien is. Een opvallend verschijnsel hier was onze sleutelhanger: een bewaarhoes van ruim 30 cm voor een mes. Eén ding staat vast; de sleutel verlies je niet. Doerine                              

Dag 6 – Dinsdag 19 juni – Alta / Tromsø 
Ik open mijn ogen en zie op mijn reiswekker dat het bijna middernacht is. Ik pak mijn horloge en zie dat het zes uur is. Heb ik weer: reiswekker stuk! Meteen opgestaan, lekker gaan douchen om vervolgens om zeven uur te gaan ontbijten, deze keer eindelijk met lekker vers brood.
Omdat het vandaag een lange busrit wordt, zijn we vroeg vertrokken. De rit gaat vandaag van Alta naar Tromsø en leidde langs een mooi en ruig landschap dat deels schuil ging achter de bewolking. Er ligt nog veel sneeuw en ook vandaag zien we zo af en toe kuddes rendieren voorbijkomen. Gek eigenlijk hoe gewoon die rendieren geworden zijn; bij het eerste rendier stond de hele bus op z'n kop, nu kijkt niemand meer. Tijdens de busrit is tweemaal een overtocht gemaakt met een veerboot. Bij de eerste overtocht stond de bus al op de veerboot terwijl wij nog op de wal zaten te lunchen en het had niet veel gescheeld of de veerboot was zonder de Djoser-groep het fjord overgestoken. De tweede overtocht, waarbij we in de bus bleven zitten, verliep daarentegen zo voorspoedig dat we aan de overkant waren voordat we dat in de gaten hadden.
Halverwege de middag reden we over een hele hoge brug Tromsø in. Nadat we ons hadden geïnstalleerd in Viking Hotell Tromsø, dat kamers heeft met een designbadkamer, zij we de stad gaan verkennen. Het reisgezelschap viel daarbij in twee groepen uit elkaar. Ik ben daar met een groepje via de eerdergenoemde hoge brug naar de kathedraal van Tromsø gelopen. Deze kathedraal die in een aparte stijl was gebouwd, met veel beton en glas, was op zich wel een bezoekje waard maar na twee minuten had ik het er wel gezien, mede omdat net op dat moment alle passagiers van een cruise-schip op deze kathedraal waren losgelaten (druk-druk-druk in een verder stil en rustig Tromsø). Vervolgens zijn we wat gaan drinken in een gezellig studentencafé (met megakoppen warme chocolademelk voor slechts 25 Noorse Kronen) en hebben we het vlak daarbij gelegen poolmuseum bezocht. Leuk was dat in dit museum ook aandacht werd besteed aan de Nederlandse activiteiten in het poolgebied (Willem Barentsz, de walvisjacht). 
Daarna gedineerd in een steakhouse (hé hé, even geen vis!) en teruggewandeld naar het hotel waarbij we de overige leden van het reisgezelschap tegenkwamen, waaronder Fred. Fred gaf enthousiast aan een heel leuk cafeetje te hebben ontdekt waarvan het interieur een treincoupé moest voorstellen. We hebben vervolgens daar nog wat gedronken maar eigenlijk vond ik dat cafeetje nogal tegenvallen.
Berry
 
Dag 7 – Woensdag 20 juni – Tromsø / Andenes 
Na de laatste boodschappen te hebben gedaan, vertrekt de bus om kwart voor 10 vanuit Tromsø. Al snel rijden we een tunnel in met rotondes onder de grond. Over een hoge brug rijdt de bus verder het volgende eiland op. Via rustige, dunbevolkte gebieden bereiken we de eerste veerboot, die naar Senja. Het eiland is erg mooi, maar het weer werkt niet echt mee. Het wordt beter tijdens de tweede overtocht, van Senja naar Andenes. In Andenes gaat de rest van de groep naar de volgende accommodatie.
Wij hebben een excursie geboekt, een vogelsafari. Met de taxi rijden we naar het plaatsje Bleik. Daar ligt de boot al op ons te wachten. Al gauw merken we dat er een paar Duitsers meevaren die speciaal zijn gekomen om te vissen. Wij mogen het ook proberen. Erg leuk om eens te doen! En ja hoor, na een paar keer proberen haal ik mijn eerste vis binnen. Ook de rest heeft geluk. Er zitten best grote vissen tussen.
Nadat iedereen wel iets gevangen heeft, vaart de boot een stuk terug naar het eilandje Bleiksoya, het eiland van de papegaaiduikers. Hier zie je duizenden van die leuke vogels. Hele zwermen vliegen om de boot heen. En in het water zwemmen ze zich rot om de boot voor te blijven. Dat ziet er soms komisch uit. Verder zien we ook een aantal zeearenden, wat een grote vogels! Vooral als ze net hun vleugels uitslaan.
Tussen de papegaaiduikers door varen we terug naar de kust. Je zou bijna vergeten hoe mooi het daar is, een ruig berglandschap. Weer heel anders dan de vorige dagen.
Terug in de haven blijkt dat we ons zelf gevangen vis mogen opeten! Erg lekker, verser kan niet. Voor morgen krijgen we nog een stokvis mee. Met de taxi worden we terug naar Andenes gebracht, waar we de rest van de groep weer zien. Het einde van weer een hele bijzondere dag.  Jeroen

Dag 8 – Donderdag 21 juni – Andenes / Walvissafari 
Dit is de dag van de walvissafari, die Djoser aangeeft in het reisboek.
Na een ontbijt van warme broodjes met ei en spek, tassen vol met cola en fotorolletjes, batterijen en zonnebrand gingen we op weg naar het beginpunt van de safari. Op het beginpunt moesten we eerst betalen en daarna werden we beneden in de kelder verwacht. Daar stonden onze 4 gidsen voor vandaag. Ze gingen ons allemaal iets vertellen over zichzelf en welke taal ze zouden doen. En ze vertelden over de walvissen die we zouden zien. De potvissen. De 1e gids = een Duitser maar vertaalde het in het Engels; 2e gids = een Zweedse die vertaalde het in het Scandinavisch; 3e gids = een Duitse die vertaalde het in het Duits en de 4e gids = een Belgische die vertaalde het in het Nederlands. En die hadden wij tijdens onze kennismakingtocht over de potvissen. Tijdens die kennismakingstocht kregen we een skelet van een aangespoelde potvis te zien en daar kon je aan zien hoe groot die beesten eigenlijk zijn. Want dat zie je niet als ze in het water liggen. Na de rondleiding gingen we te voet naar hun " nieuwe " walvis-vaardersboot. Nadat iedereen aan boord was en voedsel en drinken gereed waren, gingen we er vandoor. Op weg naar de potvissen. Na +/- 1 of 2 uurtjes varen zagen we onze 1ste potvis water spuwen. Je kan het verschil zien als het een potvis is of een ander soort walvis. De potvissen spuwen hun water schuin omdat hun luchtgat aan de zijkant van hun hoofd zit. De eerste keer wist ik niet waar ik moest kijken, tot er een andere Nederlandse man zei dat het vlak bij een wolk aan de horizon lag. Toen wist ik waar ik moest kijken, zag ik het ook. Maar ik niet alleen. Iedereen zocht meteen een mooie en een goede plek om foto's te nemen. Na een tijdje dobberen dacht de potvis " ik het er genoeg van, ik wens iedereen een leuke dag en zwaai met me staart jullie toe". Van die staart heb ik een mooie foto van gemaakt. Daarna hebben we nog 2 andere potvissen gezien en die doken ook onder met hun staart omhoog. Nog nagenietend varen we terug
 naar de haven. De potvissen spuwden water ons gedag. Het was een geslaagde safari geweest. Tijdens het eten leek het wel of ik nog steeds op de boot zat. Ik zat volgens mij nog steeds te dobberen.Na een Dol fijne Djoser Dobber Dag, ga ik nog nadobberen in me bed. Agda     

De Potvis
De potvis (Physeter macrocephalus of P. catodon) is een walvis uit de familie der potvissen (Physeteridae). Het is de grootste soort van de onderorde tandwalvissen (Odontoceti). De potvis voedt zich o.a. met reuzeninktvissen, enorme pijlinktvissen, die hij tot op 3000 meter diepte vangt. Daarvoor heeft hij 3000 kg bloed, dat voor voldoende zuurstof zorgt om 2 uur onder water te blijven. De potvis eet gemiddeld per dat 3% van zijn gewicht. Een afvalproduct uit de darmen van potvissen, amber, wordt gebruikt bij de productie van parfum.
De potvis is de grootste tandwalvis en tevens ook een van de grootste roofdieren die ooit geleefd hebben. Mannetjes worden tot 18 meter lang en vrouwtjes tot 11 meter. Het gewicht kan tot 50 ton bedragen. De lichaamskleur is donkergrijs en in het licht van de zon vaak bruinig. De potvis heeft alleen tanden in zijn onderkaak, en dan nog alleen de mannetjes. Het grote hoofd van de walvis, de aparte vorm en de belangrijke rol in Herman Melvilles "Moby Dick" hebben ertoe geleid dat veel mensen hem beschouwen als de specifieke walvissoort.
Het dier komt voor in alle wereldzeeën. Zo zijn er zelfs enkele potvisstrandingen geweest in de jaren 1990, op onder andere de Belgische en de Nederlandse kust.
Volgens sommige deskundigen werkt de Noordzee als een fuik voor de potvis. Onderweg van de tropen naar het Noorden nemen sommige dieren een verkeerde afslag en komen dan in de Noordzee terecht. Als dieren die gewend zijn aan diep water kunnen ze niet omgaan met de zandbanken. Het is er veel te ondiep en ze missen er hun favoriete voedsel, de inktvis. Ze raken gedesoriënteerd, vinden geen eten en raken verzwakt. Uiteindelijk stranden ze of sterven op zee.
De recente toename van potvissen aan de Noordzeekusten is waarschijnlijk het gevolg van het einde van de potvisjacht in de jaren tachtig.
Een bekende potvisstranding is die van 1970 te Florence, Oregon toen men besliste het dode dier van 8 ton op te ruimen met behulp van dynamiet. Toen op 12 november de explosie volgde, bleek het niet goed te gaan. De rondvliegende stukken vernielden een wagen en bedekte iedereen onder de blubber. Gelukkig vielen er geen gewonden. Wanneer men langer had gewacht, en het dier niet had opgeblazen, dan was het dier vanzelf geëxplodeerd. Door het rottingsproces van de dode potvissen komen gassen vrij, die op den duur niet uit het dode beest kunnen ontsnappen en de walvis ontploft.                                                   
(bron: Wikipedia)

Dag 9 – Vrijdag 22 juni– Andenes – Narvik - Abisko
Na een heerlijk ontbijt – op het ons inmiddels zeer vertrouwde adres – werden we rond
8.00 uur opgehaald door het busje. Na een half uurtje rijden, kregen we een andere chauffeur (Thomas), en deze kletste de oren van je kop. Heel gezellig, en je leerde ook nog wat. Zo kwamen we er bijvoorbeeld achter waarom we nooit een eland zagen. Deze zitten namelijk ’s zomers hoog in de bossen en komen niet bij de weg. Even later bleek er toch één de weg kwijt te zijn, want die draafde vrolijk aan de kant van de weg. Thomas geloofde ons niet, maar het was toch echt zo. We passeerden een weggedeelte waar de wegingenieur een glaasje te veel op had. De weg slingerde behoorlijk, behalve als je precies op de middenstreep bleef rijden. (Zonder tegenliggers uiteraard).
Rond 11.00 uur hadden we een koffiestop. We hadden een prachtig uitzicht op een brug over het fjord. Rond 13.00 uur kwamen we aan bij het treinstation in Narvik. We zwaaiden Thomas  uit, stalden onze koffers in het station en hadden nog tot 15.00 uur de tijd om Narvik te bekijken en onze laatste Noorse kronen uit te geven of bij de bank om te wisselen. In Narvik was het zeker 25º C, dus flink zweten en een groot verschil met gisteren (ongeveer 10º C).
De trein vertrok met de gebruikelijke (NS-) vertraging van ongeveer 10 minuten. Het was het wachten waard, want de zit van 1,5 uur was prachtig. We hadden ogen te kort om alles te bekijken. Veel tunnels, een paar kleine stationnetjes, prachtig uitzicht op het fjord, de berghellingen compleet met watervallen enz. enz.. Inmiddels namen we ook afscheid van Noorwegen. Rond 17.00 uur arriveerden we op het treinstation (-netje) van Abisko in Zweden. We hebben prima kamers, maar er is altijd een baas-boven-baas, want Jürgen en Fred hebben een 6-persoons huisje tot hun beschikking.
Het is vandaag Midzomer-eve (de avond voor midzomernacht, dat hier altijd op de zaterdag na de 21ste juni wordt gevierd).
’s Avonds konden we dus aanschuiven voor een traditioneel smørgasbørd. De meesten aanwezig bij het diner waren Zweedse gezinnen die hier met hun familie het midzomerfeest vieren.
Het buffet begon met zeer veel koude visgerechten en een paar andere koude schotels. Vervolgens de warme gang met de beroemde Zweedse balletjes, zalm en aardappels. Het toetje bestond uit een rode-vruchtensaus met vanille-ijs.
Aan het begin van het diner waren wij vanuit onze afzonderlijke eetkamer getuige van een traditionele Zweedse toast.
Met björk in de hand – een schnapps gemaakt van berkenboomsap – wordt een soort liedje gezongen. Daarna neemt men een teug, maar slikt dit niet door en zingt nogmaals met volle mond hetzelfde liedje. Een bijzondere gebeurtenis om getuige van te zijn.
Na het diner hebben we nog een korte wandeling gemaakt met prachtig uitzicht op de canyon, waar de Abiskorivier doorheen stroomt. Wat gaat een dag toch snel voorbij, ook al wordt het geen nacht.                                                         Veerle, Miranda en Ingrid

Dag 10 – Zaterdag 23 juni– Abisko National Park
Voor het eerst tijdens deze reis konden we uitslapen tot ca. half 9. Het ontbijtbuffet stond alweer klaar. Na het ontbijt, vertrokken we (Veerle, Agda, Ingrid en Miranda) rond een uur of 10 voor een flinke wandeling.
Allereerst bekeken we een gedeelte van “the Abisko River Canyon”, uiteraard het mooiste gedeelte volgens de routebeschrijving die we in het Abisko Tourist Station hadden gekregen. Het was inderdaad erg mooi en je moest haast schreeuwen om boven het donderende geluid van de rivier uit te komen. Daarna liepen we naar het begin van de stoeltjeslift om alvast kaartjes te kopen voor vanavond.
Hier bleek dat het goedkoper is om de kaartjes bij de receptie van het hotel te kopen.
Normaal gesproken is de stoeltjeslift open van ’s ochtends 10 uur tot 16 uur in de namiddag, maar tijdens de midzomerperiode is de stoeltjeslift ook 3 avonden per week open van 22 uur tot 1 uur ’s nachts (welke nacht?).

Terug bij de Abiskojakka sloegen we rechtsaf en liepen we stroomopwaarts langs de rivier. Iets verderop kabbelde een beekje naar beneden en mondde uit in de Abiskorivier. Stroomopwaarts van deze beek begon ook de Ridonjira-wandeling (ook wel Rihtunjira genoemd op de bordjes).
Wandelend langs de beek ging het af en toe flink stijl omhoog en zagen we diverse watervallen. Ook uitwerpselen van verschillende dieren (elanden?), maar de dieren zelf bleven spoorloos. Af en toe draaiden we ons om en zagen ons hotel en het meer beneden in de diepte liggen, een prachtig uitzicht. Uiteindelijk boog het pad af richting bos en begon de afdaling. Eenmaal terug bij het hotel genoten we van een welverdiende lunch buiten aan de picknicktafel.
Met hernieuwde energie konden we weer een stukje wandelen. Nou ja, een stukje… het werd toch weer bijna 2 uur. We liepen langs de rivier naar het meer, maar konden opeens niet verder omdat daar een beschermd vogelreservaat was. Een ander paadje dan maar weer. Uiteindelijk kwamen we toch nog bij het meer uit. Een oorverdovende stilte valt je daar ten deel. Via een zeer instabiele houten loopplank kwamen we bij een aanlegsteiger. Weer een avontuur erbij.
Het laatste avontuur van vandaag was de stoeltjeslift. Rond half 11 ’s avonds liepen we naar het beginpunt van de lift. De “vlucht” omhoog tot ca. 900 meter duurde zo’n 20 minuten en het werd steeds frisser, maar daar hadden we rekening mee gehouden. Bovenaan uiteraard een prachtig uitzicht en warme chocolademelk. De tijd vloog weer voorbij. Om 00.00 uur lieten we een foto van ons vieren maken als “bewijs” en rond half 1 zat de afdaling er alweer op. Helaas was het bewolkt, dus de zon was nauwelijks te zien en het leek daardoor zelfs wel wat schemerig, maar de weerspiegeling van de lucht in het meer was erg mooi.
De officiële midzomernachtviering zit erop en het wordt tijd het dagboek door te geven. Agda & Veerle, Ingrid & Miranda  
                                   
Dag 11 – Zondag 24 juni– Abisko - Kiruna
Nederlandse Autan, iets agressievere Scandinavische muggenmelk en zelfs speciale “muskietenhoeden” hadden niet kunnen voorkomen dat de Djoser-toeristen onder de muggensteken aan het ontbijt verschenen. Maar het Zweedse ontbijt met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen was prima. Het weer was zonnig.
De laatste uren in Abisko besteedde iedereen anders. Een groepje bezocht een nabij gelegen Lappendorp, een aantal mensen beklom nog even (met behulp van stoeltjeslift) een bergtop en anderen hingen met koffie en boek bij het hotel rond. Om 12 uur stond iedereen echter weer bij het station in Abisko. Dit was een houten gebouwtje in de bekende rood/bruine Scandinavische kleur.
De treinreis naar Kiruna duurde ongeveer 1 ½ uur. De tocht ging wederom door prachtig natuurgebied. Bij aankomst in Kiruna kon je niet missen dat je een belangrijk mijngebied bereikt had. De enorme mijn zag je al vanaf het station liggen. De spoorlijn waarover wij aankwamen, wordt voornamelijk door meterslange ertswagens gebruikt.
Het hotel lag op loopafstand van het station en was een grappig, bijna Pippi Langkous-achtig gebouw, maar dan alleen niet ´kakelbont´. Binnen bereikte je via een wirwar van gangetjes en trappen je kamer.
´s Middags trok iedereen het stadje Kiruna in. Daar het natuurlijk zondagmiddag was, was het hier erg rustig. Slechts een enkele supermarkt of cafetaria was open. Ook een belangrijke bezienswaardigheid van deze plaats was geopend: een origineel gevormde, houten kerk. Van dit exemplaar vind je waarschijnlijk niet snel een tweede!
Voor het diner konden we in het hotel terecht. Op de kaart stonden verschillende rendiervarianten en (hoe kan het ook anders?) vis. Op de achtergrond speelde telkens opnieuw de CD van Elton John. Tijdens het diner werden we gewaarschuwd voor een ander geluid. Om 10 voor half 2 ´s nachts zou er een lichte explosie plaatsvinden in de mijn …   Maartje

Kiruna
Kiruna (Fins: Kiiruna; Samisch: Giron) is zowel een Zweedse gemeente in het landschap Lappland, als de grootste stad in die gemeente.
De gemeente Kiruna behoort tot de provincie Norrbottens län. Het is de grootste gemeente binnen Europa met een oppervlakte van 20.714,7 km² (1/2 van Nederland) en telt in 2007 zo'n 25.000 inwoners. Het is echter zoeken naar een speld in een hooiberg, want 80 % van de inwoners woont in de stad Kiruna. Andere nederzettingen binnen de gemeente zijn Jukkasjärvi, Abisko, Svappavaara, Vittangi, Karesuando en Söppero (Nedre- en Övre-); deze dorpjes liggen allemaal langs de twee belangrijkste snelwegen binnen de provincie; de ene loopt noord-zuid, de andere oost-west.
In Kiruna wordt behalve Zweeds van oudsher ook Fins en Samisch gesproken. Deze twee talen zijn als minderheidstalen erkend.
De stad Kiruna is ontstaan rond 1900. Daarvoor was het een nederzetting van Saamen; door de vondst van ijzererts die in dagbouw geëxploiteerd kon worden, trok het rond 1900 avonturiers aan, wat uiteindelijk uitmondde in de stichting van de stad. De stad bestond toen volledig uit gebouwen van hout. Zoals zo vaak is de plaats dan ook een keer volledig uitgebrand. De skyline wordt bepaald door de ijzerertsmijn (geen dagbouw meer, maar schachtbouw), de torens hiervoor zijn vanaf al ver te zien. Al snel werd vanuit Kiruna een spoorlijn aangelegd naar Luleå aan de Oostzee en naar Narvik aan de Atlantische Oceaan. Het meeste erts wordt vervoerd via Narvik, aangezien de haven van Luleå de helft van het jaar is dichtgevroren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Zweden officiëel neutraal, maar leverde wel de grondstof voor de meeste tanks van Nazi-Duitsland. Ook verleende het het Duitse leger doorvoer voor de bezetting van Noorse havensteden, om het benodigde erts in Duitsland te kunnen blijven krijgen. Noorwegen is daar nog altijd verbolgen over. Tegenwoordig bedreigt de mijn de stabiliteit van de funderingen van Kiruna. Waarschijnlijk moet de hele stad binnen 30 jaar worden verplaatst om de mijn open te kunnen houden.
Kiruna is veruit de grootste plaats in de omgeving en bevat dus alle voorzieningen op sociaal en cultureel gebied. Voorts heeft het een vliegveld. Bezienswaardig zijn de mijn zelf (je kan er in afdalen), het stadhuis en een klein museum, waar de ontwikkeling van de stad door middel van foto's te volgen is. De stad is opgebouwd in de moderne traditie, dus veel laagbouwflats. Er is een spoorwegstation, dat weliswaar personenvervoer regelt tussen Luleå en Stockholm enerzijds en Narvik aan de andere kant, maar grotendeels is ingericht om het vervoer van de enorme hoeveelheid ijzererts te regelen. Vanuit Kiruna vertrekken ook de bussen naar andere plekken in Lapland, Noorwegen en Finland.
Het is zwaar om in Kiruna de wonen. 's Winters is er 2 maanden geen zon te zien en daalt de temperatuur tot -45 C; 's zomers gaat de zon 2 maanden niet onder en kan de temperatuur boven de 30 C stijgen. Het ligt op een hoogvlakte, deels op permafrost, met onvoldoende verval om de afwatering goed te regelen. Het ligt 's zomers dus midden in een groot moeras en dat geeft dan de muggenplaag. Toeristisch motto van de stad is dan ook: 20.000.000 mosquitos can't be wrong; Kiruna is the place to be. Daarnaast zijn er nog twee attracties in de omgeving: 's winters het ijshotel in Jukkasjärvi en 's zomers Torneträsk, volgens zeggen het mooiste meer van Zweden.  (Wikipedia)
              
Dag 12 – Maandag 25 juni – Kiruna
De dag begonnen met een goed ontbijt in ons rustiek Laps ingericht hotelletje aan de spoorlijn We hadden tot uur de tijd aan ons zelf. Daarna naar het toeristen centrum waar we de toegangskaarten voor bezoek aan ‘s werelds grootste ertsmijn moesten afhalen. met een grote touringcar vol internationale belangstellende begaven wij ons naar het ondergrondse gangenstelsel van de mijn, best spannend. De mijngang is breed en hoog zoals een verkeerstunnel maar schaars verlicht en het ruikt naar erts. We daalden 10 % tot 540 meter diep, de route was kort vergeleken de 400 km mijntunnels en schachten.
Beneden uitgestapt en alle voorzien van een veiligheidshelm, kregen we een rondleiding van een gids. We passeerden grote verouderde machines, een cafetaria, overzicht van gebruiksartikelen gemaakt van de ijzererts en mineralen en tot slot een museum om een indruk te geven hoe alles tot ontwikkeling is gekomen. De aanleg van de spoorlijn en het verdere transport over heel de wereld, gigantische getallen van hoeveelheden en tonnages en het verbruik aan elektriciteit werden genoemd. Een indrukwekkend geheel, als herinnering kregen we een stukje ijzererts mee. Weer terugkerend naar het daglicht bekeek ik de oude stad met andere ogen want over een aantal jaren moet deze verplaatst worden vanwege instorting gevaar van de mijn, ook ons hotel zal op een andere plek komen te staan.
‘s Middags kon men zelf een keuze maken, de huskytocht was al begonnen, winkelen of een cultureel museum, en als laatste interessante excursie naar het Ice-Hotel in Jukksjavi Met 4 reisgenoten zijn we met een lokale bus naar het ijsgebeuren afgereisd. Het hotel is inmiddels gesmolten, in november begint de nieuwbouw maar dat was ons bekend, het ging ons om de beroemde locatie. Voor de zomer periode zijn er als alternatief ijssculptures te zien, gekleed in een dikke gewatteerde cape hebben we bij - 5 C alles kunnen bewonderen en ons daarna kunnen warmen bij een open haardvuur in een tippi.
Als afsluiting hebben we gezellig gedineerd in een authentiek Laps restaurant. En om in stijl terug te keren naar ons verblijfsadres, hebben we ons laten vervoeren in een Limousine busje. Ja, Djoser reizigers laten zich graag verwennen. Ik als veruit de oudste van de groep heb een paar fijne weken gehad met actieve jongere vol idealen. Jullie  alle hartelijk dank voor de gezellige vakantie boven de Poolcirkel. Reinie

Dag 13 – Dinsdag 26 juni– Kiruna – Rovaniemi
Deze morgen staat de wekker extra vroeg omdat wij vanwege de lengte van de rit vandaag vervroegd ontbijten om zodoende om 08.00 uur te kunnen vertrekken. Na een onrustige nacht waarin de dynamietontploffing vanuit de mijn duidelijk voelbaar/ hoorbaar was en een vroeg uitrukkende brandweer ben ik weer klaarwakker en snel reisvaardig. Dat snel moet ik gelijk weer herroepen want Berry wijst mij er terecht opdat ik deze morgen de laatste ben en hij heeft gelijk. Om 8 uur zijn de koffers en tassen geladen, de sleutels ingeleverd en de schulden voldaan, iedereen heeft zijn plekje in de bus weer gevonden, wij kunnen...... 
In de bus ga ik eerst in gesprek met Ernest, de lokale agent van Travel North.
Later neemt Ernest plaats op de (praat-)stoel naast de chauffeur en verhaalt via de microfoon over van alles en nog wat. Informatie en verhalen vanuit het Hoge Noorden. Een kleine 2 km. Voor de grens met Finland maken wij een laatste (sanitaire) stop op Zweedse bodem ook om onze laatste Zweedse kronen op te maken. Net over de Finse grens moeten wij onze horloges weer even een uurtje vooruitzetten en dat betekent gelijk al weer ...lunchtijd. Nog geen 10 minuten na onze sanitaire stop staan wij dan ook al weer stil bij een benzinestation/restaurant voor de lunch, die wij voor de verandering gewoon weer in Euro's kunnen betalen. Na de lunch hebben wij tot Rovaniemi nog 105 km te gaan maar op dit traject staat op de poolcirkel een bezoek gepland aan de woon- en/of verblijfplaats van de Kerstman en zijn hoofdrendier Rudolph.           
SantaClaus-village blijkt een verzameling van winkeltjes met allerlei kerstsnuisterijen.
De kerstman en zijn rendieren hebben wij niet gezien. Wel mochten wij in de rij gaan staan om voor de somma van € 30,-- een foto te laten maken samen met de brave borst. Ook kun je er kaarten posten in een rode postbus die pas kort voor de kerst wordt geleegd zodat de kaarten nog net op tijd zijn ! Kaarten voor de familie geschreven en nu maar afwachten. Wij verlaten het kerstgebeuren en rijden terug naar Rovaniemi waar wij inchecken in ons laatste hotel. Het hotel is van alle gemakken voorzien en ligt hartje centrum dus voor de echte liefhebbers kan er zelfs nog worden gewinkeld voor de laatste souvenirs. Een deel van de groep gaat op museumbezoek en de excursietijgers van de groep nestelen zich in de lobby van het hotel voor een potje kaart. Ze lijken even uitgeteld.
Die avond genieten wij in het restaurant van het hotel van ons galgenmaal van deze reis, ter verhoging van de pret schuiven ook de Finse chauffeur Tapani en Ernest aan. Het wordt en gezellig samenzijn.  Frans

Dag 14 – Woensdag 27 juni – Rovaniemi – Helsinki – Amsterdam 
De laatste dag van deze vakantie boven de poolcirkel. Na een uitgebeid ontbijtbuffet gaan Doerine, Susan, Jurgen en Fred naar het museum Arktikum op ongeveer 15 minuten lopen van het hotel. Het is een museum in een modern gebouw waarin veel te vinden is over alles wat er boven de poolcirkel leeft en bloeit. Daarnaast worden er ook  wisselende tentoonstellingen gehouden zoals nu over de geschiedenis van de zigeuners, de Roma’s. Ik volg hen even later lopend en passeer daarbij de meest noordelijke vestiging van MacDonald. Ja ook hier.
Om 12.30 uur verlaten wij het hotel en rijden naar het even buiten de stad gelegen vliegveld. In de bus dank ik onze chauffeur Tapani voor vele dagen reisplezier en ook Ernest voor het organiseren en plannen van deze reis maar bovenal voor zijn kennis en verhalen over de streek en haar bewoners.
Het vliegveld van Rovaniemi is een klein overzichtelijk vliegveld, waar wij nog net voor een grote groep Belgen kunnen inchecken voor onze vlucht naar Helsinki. Voordat wij de veiligheidscontrole doorgaan om te boarden, kijken wij nog even rond in de winkeltjes voor de allerlaatste souvenirs. De vlucht naar Helsinki verloopt vlotjes en op het vliegveld daar wordt zoals toegezegd gezamenlijk de fooienpot nog even geplunderd bij The Oak Barrel, een gezellige Britse pub in de vertrekhal. Het laatste drankje op een behouden thuiskomst en het werkt want keurig op tijd zet de piloot van Finnair zijn toestel bij Schiphol aan de grond en even later rolt onze bagage al weer op de transportband. Wij nemen afscheid van elkaar en sommigen vertrekken wat gehaast om zodoende met de laatste trein naar België te kunnen komen of met de laatste ferry de oversteek naar Texel te kunnen maken. Dit alles is gelukt zo blijkt uit de berichten achteraf,  iedereen is weer veilig op de thuisbasis aangekomen.  Frans