Rondreis over de Peleponnesos

Rondreis over de Peleponnesos

Van Korinthe tot Mistras en van Mycene tot Olympia:

Op de Pelopónnesos klopt het hart van zowel het klassieke als het hedendaagse Griekenland.


tekst en beeld | Hans Bouman

Sinds de komst van het Kanaal van Korinthe is de Pelopónnesos officieel een eiland, maar zo voelt het geen moment. Nee hoor, dit is hartje Griekenland. Vlakbij één van de kanaalbruggen die de Pelopónnesos met het Griekse vasteland verbinden, bevindt zich een parkeerterrein met een rij restaurantjes, cafés en souvenirwinkels.



Ik strijk neer op een van de terrassen, in afwachting van een passerend schip. Lijkt me een leuke foto. Maar het blijft doodstil in het kanaal. "U gaat zeker naar Korinthos, aan de andere kant van het kanaal?" vraagt de uitbater, die mij een kopje Griekse koffie brengt. "Beroemde stad! Korintische stijl, Korinthische zuilen, Korinthische oorlogen. Brieven aan de Korinthiërs. U weet wel, apostel Paulus."

Ik knik. Als er na twintig minuten nog altijd geen schip is verschenen, besluit ik inderdaad door te rijden naar Korinthos, ooit het grootste Romeinse stadsgebied van Griekenland. Ik slenter tussen de ruïnes naar de bema, het platform vanwaar de Romeinse consul de bevolking toesprak. Op deze plek, zo wil de overlevering, stond ook de apostel Paulus terecht, die vanwege zijn predikingen over Jezus Christus door de plaatselijke joodse gemeenschap van heiligschennis werd beschuldigd.

Een pad van vier kilometer voert naar de Akrokórinthos, de stadsburcht. Het is een flinke klim, maar het uitzicht vanaf de heuveltop, waar zowel de Korinthische als de Saronische Golf zichtbaar zijn, is er dan ook naar. Een aantal zuilen herinnert aan de Tempel van Aphrodite, ooit bevolkt door duizend heilige prostituees. De dames waren Paulus even zovele doornen in het oog. "Vliedt de hoererij!" schreef hij in zijn Eerste Brief aan de Korinthiërs. "Het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Here, en de Here voor het lichaam." In het milde, geelrood kleurende zonlicht en de door bloemen en planten gekruide lucht, wordt het voorstelbaar dat deze woorden de Korinthiërs ooit als heiligschennis moeten hebben getroffen.

Fraaie akoestiek

Griekse mythen laten zich slecht samenvatten. Het wordt al snel een aaneenschakeling van overspel, ontrouw, moord en doodslag. Toch doen de gidsen bij de ruïnes van het oude Mycene – een stad die ooit als een verzinsel van Homerus werd beschouwd – een poging. "Er was eens…" De meeste toehoorders raken al snel het spoor bijster en beginnen met elkaar te kletsen. Maar als de gids verder gaat over de wonderlijke ontdekker van Mycene, Heinrich Schliemann, zijn de oren weer gespitst. Wie zich niet bekommert om de spot van geleerden en lekker eigenwijs naar de restanten van Troje en Mycene gaat graven, en ze nog vindt ook, kan ook een eeuw na zijn dood nog altijd op sympathie rekenen.

Mycene, met zijn wereldberoemde Leeuwenpoort, behoort tot de toeristische musts van de noordelijke Pelopónnesos. Net als het heiligdom van Epidaurus met zijn fraaie theater, dat beroemd is om de uitstekende akoestiek. Een groepje religieuze toeristen neemt de proef op de som en gaat midden op het orchestra, het podium, staan, om daar godvruchtige liederen ten gehore te brengen. Voor bezoeken aan Mycene en Epidaurus is Nafplio de perfecte uitvalsbasis. Maar de beste reden om er te verblijven is de stad zelf. Venetiaanse balkons, Turkse fonteinen, smalle straatjes, neoclassicistische villa’s en boven dat alles uittorenend het Palamidi-fort. Flinke delen van de stad, waaronder het centrale Syndagmaplein, zien er nog net zo uit als een paar eeuwen geleden, ten tijde van de Turkse overheersing. Toen de Turken het land verlieten, was Nafplio van 1828 tot 1835 de eerste hoofdstad van het onafhankelijke Griekenland.

Wollige herkauwers

Als ik de volgende dag verder rijd door de woeste schoonheid van de Pelopónnesos, breek ik mij het hoofd over de vraag hoe het toch mogelijk was dat dit onherbergzame land al zó lang geleden zó intensief werd bewoond. Ik voer de auto, het klamzweet in de handen, langs steile afgronden en over ijzingwekkende bergpassen en heb daardoor vaak maar een half oog voor de kleurrijke natuur.

Na een tocht van een paar uur beland ik in Mistrás. Omdat dat een Byzantijnse stad was, aangelegd in de dertiende eeuw, dus niet eentje uit de tijd van de Oude Grieken, is er relatief veel van bewaard. Mijn reisgids raadt bezoekers van Mistrás drie dingen aan: draag stevige schoenen, neem voldoende water mee en begin bij de bovenste ingang zodat je naar beneden kunt lopen. Die laatste raadgeving heb ik over het hoofd gezien en dat is jammer. Aanvankelijk vol goede moed, maar steeds meer puffend en zwetend, zwoeg ik door de hitte naar boven. Gelukkig bevinden zich op de route twee natuurlijke rustpunten. Het ene is de Mitropolis, oftewel de kathedraal van Agios Dimitrios. Het bouwwerk is schitterend versierd, onder meer met iconen, houtsnijwerk en muren vol fresco’s. Heel plezierig: op de binnenplaats staat een tank waar je gekoeld drinkwater uit kunt tappen.

Het andere rustpunt is het Vrondochion-klooster. Hier wandelen overal bejaarde, in het zwart geklede nonnetjes rond. Ze willen zich liever niet later fotograferen, maar wie een borduurwerkje wil kopen is van harte welkom in hun winkeltje.

Verboden voor vrouwen

Mijn laatste etappe over de Pelopónnesos voert naar antiek Olympia. Hier werden in 776 voor Christus de eerste Olympische Spelen georganiseerd. In die tijd mochten alleen mannen die bijwonen. Vrouwen die zo onverstandig waren stiekem toch naar de spelen te komen kijken, en daarbij werden betrapt, werden zonder pardon van de rotsen afgegooid.

Olympia is fraai gelegen, te midden van heuvels en opmerkelijk weelderig loofbos. Natuurlijk hebben aardbevingen en oorlogen ervoor gezorgd dat de tempels en andere gebouwen hier zijn verwoest. En natuurlijk bestaan de restauratiewerkzaamheden vooral uit het overeind zetten van wat zuilen. Maar de toegangspoort naar de atletiekbaan is weer in ere hersteld en op die baan en de stenen finishlijn is nog altijd intact.

Na mijn bezoek aan de Olympische sportvelden moet ik een flink eind lopen om uit de toeristische sferen te raken. Na een kwartier vind ik wat ik zoek: een terras vol tafeltjes met oudere mannetjes, die precies doen wat ze moeten doen: in de schaduw zitten babbelen, triktrak spelen, af en toe wat dommelen en een beetje met hun kralenkettinkje friemelen, glaasje ouzo binnen handbereik. En nu een Grieks biertje!

> Rondreizen Griekenland