Reizigersdagboek Maleisië (2)

Reizigersdagboek Maleisië (2)

Dag 15 Muli - Miri - Kota Kinabalu
Deze dag een unicum tot zover, we konden namelijk uitslapen.
Geen ontbijt, maar een brunch om 12.00 uur. Ondanks alle slaapverhalen was een ieder ruim voor tijd aanwezig. Na de brunch naar het vliegveld Mulu.
Dit vliegveld wordt door dezelfde mensen “gerund” als ons verblijf. Op het vliegveld met bagage op de weegschaal en toen met de twin otter naar Miri.
De vlucht was roerig met veel turbulentie en luchtzakken. In Miri lang wachten op de vlucht naar Kota Kinabalu. Dus maar even de stad in voor wat lekkers. Begin van de avond vliegen naar Kota Kinabalu. Korte relaxete vlucht. In Kota Kinabalu hebben we ’s avonds heerlijke sate gegeten op de eetmarkt.


Dag 16
De volgende ochtend rijden we in 3 uur naar het Fairy Garden Hotel (Mount Kinabalu). Het is een hotel met prachtig uitzicht, het landschap is dan ook in mijn opzicht het mooist als je het vergelijkt met de andere plekjes die wij al hebben bezocht.
Bij het hotel aangekomen hebben we even de tijd om bij te komen, waarna wij met een aantal mensen naar de springs vertrekken. Lekker even “zitten” in het warme bronwater.
En het is daar waar de lokale bevolking echt aapjes kijken en in dit geval zijn wij de aapjes.
Maar dat mag de pret niet drukken.


Dag 17 Nieuws van de achterblijvers
Wij waren vroeg opgestaan om de klimmers op weg te helpen. We wuifden ze uit bij het Power Station.

Tijdens mijn ontbijt kreeg ik een telefoontje vanuit H.Q. Eén van de klimmers had het helaas op moeten geven.

Met z’n negenen zijn we richting Poring gegaan. Op naar de tropische tuinen, waar we ook het personeel wakker moesten schudden voor een kaartje. Het bleek een goede keus want in de tropische tuinen bleken 4 orang oetangs te zitten. Waarna we er twee hebben gespot, Suzie de jongste (2 jaar) zat rustig te wachten op haar opziener, die haar van melk voorziet, aangezien haar moeder door stropers is geschoten.

Daarna nog maar eens kijken of we dan ook stiekem de butterfly garden kunnen infiltreren. Dit lukte, maar “het crewmember”gooide roet in het eten door te zeggen dat ze alleen met veel zonneschijn goed te zijn waren. Geen zon dus……
Maar doorgegaan naar de Canapy walk, 1/12 van de Mount Kinabalu en we waren al uitgeput. Op 1 plankie met wat netjes, die soms niet eens tot de heupen reikten op 50 m hoogte in de boomtoppen. Ik praatte maar wat op mezelf in, dat het niet eng was en vast nog niemand naar beneden was gestort, dus ik ook niet. En wat als er nou een slang uit de boom zou komen, ik zou van schrik toch echt ergens beneden terecht komen….
Zelfs degene die normaal bang voor kakkerlakken stond stoer aan het eind op me te wachten. Eitje hè, ja eitje.
Beneden nog een ijsje en lekker soezend in het busje terug. Alwaar de kaarten werden gepakt voor wat heftige potjes kaart. Totdat we naar onze kamers werden gekeken door het personeel van Fairy Gardens.
Zzzzzz.


Dag 17
Nou Sachiko (onze reisbegeleidster) dat was toch echt wel kicken en de moeite waard. Maar eerst even terug naar de start. Om 08.45 vanaf het Power Station 1.800 m , op stap met onze gidsen Albert en Ibin naar Laban Rata (3.280 m). Vanuit de bus konden we nog zien waar we naar toe liepen, maar eenmaal op het pad hebben we alleen nog maar zicht op trappen, keien en groen. Gewaar-schuwd voor hoogteziekte, etc. nemen we de tijd voor een slok water en diverse lekkernijen in de shelters. Onderweg komen we euforische lopers tegen die ’s och-tends op de top zijn geweest. We kunnen ons geen voorstelling maken van hun ervaring, maar zijn blij veel lachende gezichten te zien. Het zal dus wel meevallen allemaal. Verder lopen ons in draf dragers voorbij met kilo’s bagage als eten en drinken voor het restaurant op Laban Rata en gasflessen.
We rekenen uit dat dit toch al snel 35 kilo de man is. En wij maar zweten en hijgen. Helemaal frustrerend waren de renners (in training for God knows) die over de soms gladde stenen en trappen vliegen. Welnu, geen verrassing natuurlijk dat onze Simon als eerste Laban Rata bereikt. Wij komen om 13.25 uur binnen. Al snel zijn ook de anderen binnen. We douchen ons warm af, eten wat en doen een toepje. Om 20.00 uur nestelen we ons in ons stapelbedje op een veel te warme kamer. Na een rusteloze nacht worden we om 02.00 uur gewekt om vervolgens om 02.50 uur de laatste 800 mtrs af te leggen. Marjan voelt zich niet lekker en blijft bij haar besluit om niet mee te gaan en ons op te wachten met het ontbijt. Een bijzondere ervaring om in het pikkedonker met in totaal + 40 man, voor je eigen lol, te gaan lopen en klimmen. Al snel lopen Simon en Victor uit. Verschillende deelnemers houden vervolgens het voor gezien. Het is ook van de gekke natuurlijk. Ikzelf blijf met Gerard afzien. Als me duidelijk is dat ook hij niet meer op mijn onzinpraat zit te wachten en bezoek heeft van de man met de hamer, loop ik door. Ik loop op met andere, onbekende klimmers maar vooral alleen op m’n eigen tempo. De sliert van lichtjes lijkt oneindig. Dan zie ik op de top een lichtsignaal en lijkt de top binnen bereik. Maar dat valt vies tegen want de laatste meters zijn koud, nat en steil. Bijna bij de top roep ik Simon en Victor. Ik zie figuren staan maar krijg geen antwoord. Lekker denk ik die Djoser-vrienden staan fijn te socializen met andere meiden. Dan opeens hoor ik Simon blij verrast m’n naam roepen.
Hè, hè ik ben er (05.30 uur). Op de top krijg ik van Victor de tulp overhandigd en wordt ik met trophee vastgelegd. Op een kluitje klapper-tandend met allerlei nationaliteiten. Heel speciaal. We concluderen dat we geen echte zonsopgang kunnen verwachten en besluiten terug te gaan lopen. De gids vertelt dat de anderen niet meer komen. Helaas, maar zeer begrijpelijk. Tijdens de tocht terug genoten van het mooie uitzicht. Ik merk dat ik moe ben en onzeker ga lopen. Oppassen dus want het zou niet fijn zijn om nu nog even goed op je snuffert te gaan. Op Laban Rata wach-ten onze ploeggenoten met het ontbijt. Al snel wil de gids terug naar beneden. Dit is echt zwaar, m’n knieën protesteren. Victor roept alvast naar Gerard om 3 bier. Op dit soort geintjes loop je weer een ½ uur iets sneller. Bij Power Station staat iedereen onder leiding van Sachiko ons op te wachten. Hartverwarmend. Hoe soepel kan je leven dan zijn om alleen maar te dromen van een warme douche, vreten, bier en een bed. Oftewel alles is relatief en ben 5 dagen voor de terugreis naar Amsterdam helemaal ontspannen.


Dag 18
Wij watjes zouden die diehards wel even gaan opwachten met een hartverwarmende tekst. Na een rondleiding met een gids door het park vertrokken we naar Power Station. De meesten waren al terug en zagen er nog vrij monter uit. Er kon nog een lach af na het zien van onze felicitaties. Victor, Leida en Marjan kwamen binnen, blij dat het erop zat, al zag Leida er uit of ze nog wel een keer die berg kon doen. Het wachten was op de anderen, de mist werd dikker en zie ook die kwamen binnen, al werd Barbera keurig door haar trouwe Joost aangemoedigd de laatste trappen te nemen. Voor ons watjes volgde toen een tocht van z’n 6 km langs de rivier naar H.Q. Het ging eerst steil naar beneden met veel boomwortels en keien. De ploeg van klimmer, de jonkies dus, was al gauw uit ons gezichtsveld verdwenen. Johan voerde ons aan, leidde ons over smalle gladde boomstronken en gladde plankjes langs diepe ravijnen en mooie uitzichten. Halverwege de tocht riep ik dat als het nog lang zou duren Johan me zou moeten dragen. Dat leek hem niet zo’n goed idee. Met een stok strompelde ik verder. Na een voor ons doen lange tijd zagen we een bord met H.Q. 20 minuten. Gelukkig hadden we wel water bij ons, maar niets te eten. Judith en Eddie doken achter ons op. Wat waren we blij dat zij ook zonder brokken de tocht volbracht hadden. Met z’n vijven de laatste 20 minuten gelopen en eindelijk zagen we de verharde weg, die steil naar boven lipe. Een busje kwam net van beneden, die hebben we maar aangehouden en de bestuurster was zo vriendelijk ons mee te nemen. Toen Renate als laatste in het busje stapte en de deur dicht wilde doen was ze zo moe dat ze achterover in de bus viel. Ja, ja, die watjes! De mevrouw van het busje vertelde ons dat we de zwaarste trail hadden gelopen! Hadden we bij aankomst ook nog gezien dat de trail was afgesloten wegens een grondverschuiving. Deze watjes hebben dus ook heel wat doorstaan! Na een warme douche, een hap eten en een aantal spelletjes bridgen bijtijds onder de wol voor onze reis naar Sukau, die zes uur duurde, onderbroken door verschillende koffie- en rookstops. De laatste 40 km ging over een heel slechte weg. Dat beloofde niet veel goeds voor onze onderkomens maar zie, nadat de bus eindelijk gestopt was, gingen we verder per boot naar een werkelijk schitterende accommodatie, Even een frisse douche en dan maar weer een boottochtje over de rivier. Ook al regende het, we gingen er voor om de apen te zien. Het was werkelijk prachtig, zoals ze van boom tot boom sprongen! Het werd al gauw donker en de terugtocht werd aanvaard. De apen hadden hun nachtpositie al in de boom ingenomen. Ons wachtte nog een overheerlijk buffet en na een paar potjes klaverjassen ging bij ons figuurlijk het licht uit.


Dag 19
Vandaag was ’t weer vroeg dag! Half zes opstaan en zes uur inschepen voor een prachtige tocht naar en ophet Oxbow Lake. Meer dan de moeite waard. In het begin van de tocht verschillende soorten apen gezien: neusapen en makaken. Voor mijn gevoel: apen kijken apen. Aandoenlijk om te zien!
Eindelijk het gevoel dat we nu toch een behoorlijk aantal vogels te zien gekregen hebben. Zwalkend van de ene kant van de rivier naar de andere kant hebben we veel zilverreigers (wel 3 soorten), ijsvogels (2 soorten) en veel slangehalsvogels gezien. Schitterend!! Vooral de zilverreigers kun je al van verre zien. De slangehalsvogels in de dode boom staan in mijn geheugen geprent. Heel bijzonder!
Ik heb getracht om alles te fotograveren, maar of dat wat geworden is ….. we zullen zien.

Op een gegeven moment zijn we met het bootje bij een pad in het oerwoud aangekomen. Pas op voor bloedzuigers. Voor mijn gevoel had ik nog geen 10 meter gelopen of ik voelde iets bij mijn knie. Een bloedzuiger???
Broek laten zakken en jawel hoor. Bloedzuiger!! Gelukkig nog niet op mijn huid maar aan de binnenkant van mijn broek. Je snapt niet dat dat zo snel kan. Ik dacht dat ik mijn hele lichaam goed bedekt had. Niet dus. Vanaf nu broek in mijn sokken gestopt. Mij kan niets meer gebeuren. Wandeling was enerverend. Nu pas zag ik de bloedzuigers, hangend aan blaadjes, wachtend op een lekker hapje (er kwamen er 20 langs). Duizendpoten, paddestoelen, boomwortels, lianen; ogen tekort om alles te zien. De olifanten hebben we helaas niet gezien.
Als je niet goed op je voorganger let, weet je niet meer of je links, rechts of rechtdoor moet. Dit was nu een echte oerwoud wandeling.
Na drie kwartier kwamen we weer bij de bootjes aan. Op de terugweg trok ik op de boot mijn blouse met lange mouwen uit. Heerlijk! De boot voer wat sneller, dus heerlijk uitwaaien. Maar wat merk ik? Toch weer een bloedzuiger!! Die zat echt vast. Als herinnering heb ik nu een paars vlekje. Aangekomen in de lodge eerst lichaamsinspectie, daarna douchen en ont-bijten.
De rest van de dag doorgebracht met luieren, vogels spotten op ’t terrein, ook een reuzen eekhoorn gezien; we bleven er maar achteraan rennen met onze foto- en videoapparatuur!
Alweer een heerlijke dag gehad (de 19e).


Dag 20
Na een korte nachtrust kweet Jelle zich uitstekend van zijn taak om ons om 5 uur (wat een tijd he?) te wekken.
Nog even tijd voor een beter thee of koffie en dan in de bootjes naar de bus.
Een uurtje hobbelen door het (vrij eentonige) landschap, en dan zijn we op een betere weg.

Dan een korte stop voor een plas of een sigaret en verder gaat het naar het rehabilitatiecentrum voor Orang Oetangs. Deze worden waarschijnlijk zo vaak gefilmd en gefotograveerd dat ze soms echte sterallures vertonen, maar het was erg leuk om deze jonge dieren te zien, die klaar gestoomd worden om weer in het wild te kunnen leven.
Nu weer in de bus en naar het vliegveld en na een korte voorspoedige vlucht een correcte landing.
In kleine busjes of een taxi naar het hotel. Na ons te hebben opgefrist gaan we op zoek naar een internetcafé. De eerste (waar met grote letters Cyber-café op staat) is geen internet of computer te bekennen.
Gelukkig kwamen we Renate tegen en die wist ons precies te vertellen waar het echte internetcafé was. Nadat we de emails (met veel moeite) gelezen hadden, gingen we weer naar een andere omdat we niets konden versturen. Daarna nog 2 internetcafé’s geprobeerd, zonder geluk helaas.
Toen naar het hotel douchen en omkleden om te gaan eten.
Daarna naar de avondmarkt een paar T-shirts voor de kleinkinderen gekocht. Weer naar het hotel en na één spelletje klaverjas hebben we vermoeid het bed opgezocht.


Dag 21
Zonnen op en snorkelen naast Sapi (Eiland voor de kust van Kota Kinabalu).

Eerst met een busje naar de haven; vandaar op een bootje (105 pk motor erachter) + 20 à 25 minuten varen naar Sapi. Bij het opstappen op de boot kreeg ieder die dat wilde een o.w. masker, ook wel duikbril genoemd, en een snorkel uitgereikt. Flippers moesten individueel gehuurd worden op het eiland. Dat doen maar een paar mensen.

Leida ligt na 2 minuten al in het water, anderen hebben wat meer voorbereidingstijd nodig. Na een minuut of 5 lig ik er zelf ook in. Helaas blijkt onderwater, hoewel ik vrij veel vissoorten, wieren en lagere dier-soorten, zoals zeesterren, zee-egels, kalksponzen en anemonen zie, dat het koraalrif volkomen vernield is. Dynamiet-fishing of aftrapperij door o.w. toeristen? Vermoedelijk beide.

Als je wat verder van het strandje weg zwemt, neemt het aantal vissoorten steeds toe en komen er ook een paar stukjes iets mooier koraal inzicht. Maar van een mooi rif is geen sprake. Tussen de intact zijnde koralen blijven zichtbaar de 10.000-den stukken afgebroken en weer verder gebroken stukken koraal. De poliepen in dergelijke afgebroken stukjes gaan dood. Het is dus eigenlijk één groot koraal-kerkhof.

Tijdens mijn 2e snorkeltocht krijg ik een zeeschildpad in het gezichtsveld. Ik meen een zgn. soepschildpad (nog nakijken!!), Ook tijdens mijn 3e keer snorkelen (samen met Sachiko) zie ik tot 2e toe de schildpad. Ik probeer hem of haar de pas af te snijden maar hij of zij is sneller dan ik. Tijdens de rustpauze tussen snorkeltocht 1 en 2 bleken de Macacen gearriveerd te zijn en lieten hun brutaliteit duidelijk blijken.
Na terugkeer van snorkeltocht 2 deelde Marjan mee te gaan para-sailen.

Wij werden (Marjan en maar liefst 3 begeleiders) met een speedboot (115 pk motor erachter) een heel eind zee opgebracht. Daar lag de eigenlijke trekboot met de parachute erachter. Hier vond het spectaculaire gebeuren plaats.
Reddingsvest om, tuigje aan, en vieren die treklijn.
Leuk om te zien!
Ook “Gelukkig meisje” besloot het erop te wagen.

Na teruggebracht te zijn konden we nog 1x snorkelen. + Half drie in de middag gingen we naar de vaste wal terug waar ieder zijns weegs ging tot de laatste gezamenlijke maaltijd, waarbij Victor werd toegezongen vanwege zijn verjaardag, Sachiko een geheel op rijm gezette samenvatting van de reis voordroeg, en wij haar bedankten d.m.v. een toespraakje, een aantal kleine cadeautjes, en een enveloppe met inhoud.

De “Maleise”maaltijd was fantastisch.

Een aantal mensen van de groep ging na afloop nog iets drinken op een terras, waarbij een horloge-verkoper en passant goeie zaken deed.


Dag 22 De laatste dag in Maleisië
Aan alles komt een eind, ook aan de droom vakantiebeelden. De meeste hebben deze beelden vastgelegd met een video of met een fototoestel. Zijn het toch allemaal dromen, wat is werkelijkheid. Dat er een schrijver is gevonden om ook de laatste dag te schrijven. Viel er over de laatste dag veel te schrijven en is er nog wat bijzonders gebeurd? Eigenlijk niet of het moet zijn het ziekenhuisbezoek van de schrijver van dit epistel. Vanwege mijn fel rood gekleurde en dikke onderbeen wilde ik toch voor de terugtocht een dokter consulteren. In het ziekenhuis welke in de lonely planet aanbevolen was, aangekomen, werd in door een zogenaamde broeder ingeschreven met naam, leeftijd, klacht en kreeg nummer 10A. Moest wachten in de gang voor kamer A. Na verloop van tijd vroeg mijn vrouw aan een maleise man die naast haar zat of de dokter al begonnen was. Nee, hij is nog aan het breakfasten. Dit was ’s morgens vroeg half 10.
Het intakegesprek bij deze arts duurde kort want hij bracht ons door naar een collega in de infuuszaal. Deze wilde mij na onderzoek opnemen. Dit was alleen niet mogelijk omdat ik graag ’s avonds naar Nederland terug wilde. Geen probleem dan kreeg ik genoeg tabletten zoals antibiotica, pijnstillers en enzymen om eiwitten af te breken mee. Ik moest na aankomst in Deventer zo snel mogelijk mijn huisarts bezoeken.
Met tabletten, volgens mij voor een heel gezin, en een brief voor mijn huisarts gingen we terug richting hotel. De totale kosten van de behandeling bedroegen 2 ringit. Wat is dit duur!!!!! Niet te vergelijken met de kosten in Nederland.
Terug in het hotel koffers gepakt, nadat we naar het vliegveld waren gebracht was het aftellen begonnen voor de terugreis met een overstap in Kuala Lumpur naar Amsterdam.
Op Schiphol, nadat de koffers gepakt waren afscheid van de groep genomen en huiswaarts gegaan. Thuis de tassen in de tuin uitgepakt, vanwege eventuele ongedierte, kleren gewassen en weer klaargelegd voor een volgende reis. Om half 12 mijn huisarts bezocht, die heeft een groot compliment gemaakt over de manier waarop ik in het ziekenhuis behandeld was. Zijn conclusie was, de kuur van het ziekenhuis af te maken, dat het wondroos, cellulitus of erysipelas was. In gewoon Nederlands een verwaarloosd wondje door een insektenbeet.