Australië, langs de oudste kunst ter wereld

Australië, langs de oudste kunst ter wereld



Nederland mag misschien bekendstaan om het voortbrengen van ‘grote meesters’ als het om schilderijen gaat, maar de oudste schilderkunst ter wereld vind je in het Australische Kakadu National Park waar Aboriginals tienduizenden jaren geleden al muurschilderingen maakten. En dat maakt Kakadu, het grootste nationale park van Australië, dé plek om van kunstschat naar kunstschat te wandelen.

tekst | Wilke Martens

Vooruit, alleen maar wandelen is misschien wat te veel van het goede. Want met 20.000 vierkante kilometer is Kakadu National Park, dat op zo’n 135 kilometer van Darwin ligt, bijna net zo groot als de helft van Zwitserland. Kakadu is dan ook onderverdeeld in verschillende gebieden, waarvan het merendeel door asfaltwegen met elkaar is verbonden. Enkele dirt roads zijn echter alleen met een 4WD bereikbaar en worden in het regenseizoen zelfs voor de meest robuuste voertuigen onbegaanbaar. Om wegwijs te worden in het park, start ik in het Bowali Visitor Centre, vlakbij ‘hoofdstad’ Jabiru, waar de staff kan helpen met het plannen van je trip.

Dubbel werelderfgoed

Kakadu blijkt niet zomaar een van de vele nationale parken van Australië. Het park staat namelijk twee keer op de World Heritage List van UNESCO, zowel om haar natuurlijke schoonheid als haar belangrijke culturele waarde. Archeologische vondsten hebben aangetoond dat het gebied 40.000 jaar geleden al bewoond werd. En het bijzondere is dat het park nog steeds eigendom is van de Aboriginals: de Bininj, die in het noorden van het park leven, en de Mungguy, uit het zuiden. Samen met de overheid zoeken ze een balans tussen eeuwenoude tradities en moderne wetenschappelijke inzichten om het park zo goed mogelijk te beheren. 

Dat Kakadu terecht op de World Heritage List staat, blijkt een dag later als ik East Alligator bezoek. Het ligt aan de grens met Aboriginal-reservaat Arnhemland - vernoemd naar het Nederlandse schip De Arnhem - waar je als reiziger zonder vooraf aangevraagd toegangsbewijs niet kan komen. Gelukkig valt Ubirr, een van de ‘rock art galeries’, binnen de grenzen van Kakadu. Ik volg het pad naar de verschillende gunbim, rotstekeningen. Schildpadden, vogels en vissen zijn geschilderd in ‘x-ray’-stijl: alsof er röntgenfoto’s zijn gemaakt van de dieren, die de afgelopen 1500 jaar op het traditionele menu stonden. In Ubirr is er zelfs een afbeelding van een ‘Belanda’ te vinden, een westerling met enorme laarzen en zijn handen nonchalant in zijn broekzakken.

Volgens de orale geschiedenis van de Aboriginals, waren het de Mimi-geesten van wie ze de kunst van de gunbim hebben geleerd. De alleroudste tekeningen zijn volgens de legende door de Mimi zelf gemaakt, om de ontstaansgeschiedenis en culturele wetten van het land door te geven aan de mensen. Van sommige van deze alleroudste tekeningen wordt geloofd dat ze deze geesten nog altijd herbergen en deze plekken zijn dan ook heilig.

Even verderop leiden bordjes naar de top van de rots, de Nadab Lookout. Eenmaal boven is het uitzicht overweldigend. In één blik aanschouw ik drie verschillende soorten landschappen: de rotsen waar ik op sta waaieren uit over het lager gelegen grasland, dat in het regenseizoen overstroomt, terwijl bosgebied opdoemt in je ooghoeken. Er lijkt geen betere plek om de pracht van het landschap en de magie van de gunbim op je te laten inwerken.

The Barrk Walk

Hoe overweldigend ook, Ubirr was natuurlijk maar het begin. The Barrk Walk, een stevige hike van 12 kilometer door het deel Nourlangie, zo’n 75 kilometer ten zuiden van Ubirr, blijkt een avontuurlijke manier om zowel de natuurlijke als culturele schoonheid ten volste te ervaren. Barrk is het woord van de Bininj voor de zwarte wallaroe. Hopelijk lukt het om deze zeldzame kangoeroe-soort te spotten, maar ik weet dat de kans klein is omdat het dier zich overdag schuilhoudt in schaduwrijke grotten. Al begint de wandeling redelijk eenvoudig, het duurt niet lang voordat duidelijk wordt dat deze tocht niet voor de fainthearted is. Er zijn enorme keien waar je je langs moet wurmen, de temperatuur loopt flink op en soms is het lang zoeken naar de routemarkers, die veelal verstopt zitten achter struiken. 

Afhankelijk van de tijd van het jaar, zijn er ook andere omstandigheden die de route moeilijker begaanbaar maken. Van eind april tot eind mei is het Yegge, een van de zes seizoenen die de Aboriginals onderscheiden, en worden droge delen van het bos gecontroleerd in brand gestoken. Op deze manier wordt volgens eeuwenoude traditie het ‘land schoongemaakt’ en nieuwe groei gestimuleerd. Niet alleen doemen er hevige rookpluimen uit de bossen op, maar ook lijkt het vuur de weg te versperren. Na een aarzelende inspectie - het landschap is door de rook in een mystieke sfeer gehuld - besluit ik toch verder te gaan.

Kunst van de geesten

En dat is maar goed ook, want de gunbim in de Nanguluwur Gallery, halverwege de hike, zijn magisch mooi. Een mythisch figuur met onwaarschijnlijk lange armen trekt de aandacht en wederom is het vroegere contact met handelaren vastgelegd: een zeilschip met witte zeilen prijkt op de rotswand.

Het speergras dat in deze tijd van het jaar metershoog is, maakt de tweede helft van de wandeling een stuk minder aangenaam. De spinifex blijft aan mijn sokken hangen en maakt krasjes op mijn schenen. Het prikt vreselijk, maar mijn gedachten gaan als vanzelf naar de gunbim. Het is moeilijk voor te stellen hoe oud veel van de tekeningen zijn en wat voor inspanning het gekost moet hebben om ze te maken. Niet alleen moesten de kunstenaars lange wandelingen maken, maar soms ook diepe rotsspleten inklimmen, waar zelfs de Barrks zich niet blijken op te houden. Maar weer andere tekeningen staan op echt onmogelijke plekken, zoals de onderkant van een scherp overhellende rots, tientallen meters boven de grond. Of zouden de tekeningen dan toch door Mimi-geesten gemaakt zijn?

Rondreizen Australië.