Een dag in Fès
Fès is de religieuze hoofdstad van Marokko en één van de vier koningssteden. In de medina’s stap je zo een oude film binnen: het leven lijkt er al eeuwenlang grotendeels hetzelfde te blijven. Er is van alles te doen: je kunt er lekker wandelen, honderden kleine winkeltjes bekijken die van alles verkopen en heerlijk Marokkaanse gerechten eten. Kortom, een geweldige stad om te bezoeken.
Door reisbegeleidster Diana Jansen
OCHTEND: wandelen door een labyrint van sfeervolle steegjes
In Fès staat men vroeg op voor het ochtendgebed. Wij draaien ons nog een keer om, waarna we ons tegoed doen aan een ontbijt van platbrood, olie en olijven. Simpel, maar smaakvol. Daarna verlaten we ons sfeervolle hotel en zijn direct in de oude ommuurde stad, de medina. Tijd voor een wandeling!
Eigenlijk heeft Fès twee medina’s. Het oudere Fès el-Bali is de meest traditionele en best bewaard gebleven medina ter wereld. Daarnaast is er ook Fès el-Jadid uit de 13de eeuw, waar je het koninklijk paleis en de Joodse wijk vindt. Buiten de medina’s ligt Ville Nouvelle, de nieuwe wijken waar het leven er behoorlijk anders uitziet. Toch gaan veel bewoners nog dagelijks naar de medina om daar hun dagelijkse boodschappen te doen. Fès el-Bali is gebouwd in een vallei. In het hoogstgelegen deel is de wijk van de pottenbakkers, wiens producten
beroemd zijn om hun verfijnde karakter. Lager liggen woon- en werkplaatsen van de leerlooiers en wolververs. Die geven hun wijk letterlijk een kleurrijk aanzien: nadat ze de strengen wol in enorme aardewerken kruiken geverfd hebben, hangen ze in de straten te drogen. In de medina vind je de soek, de markt waar van alles te koop is: van stoffen en kruiden tot amuletten tegen het boze oog. Handelaren hebben hun spullen in stalletjes en op de grond uitgestald. Je ziet er groentemarkten, vismarkten en bij de slager is zelfs een kamelenkop te koop – die aan het eind van de dag verkocht blijkt te zijn. De medina is een labyrint van overvolle steegjes en straatjes vol sjouwende mannen, ezelkarren en spelende kinderen. Het straatbeeld wordt gedomineerd door mensen in djellaba’s, de traditionele gewaden die zo typisch zijn voor het land. Vrouwen lopen gesluierd, maar men is er gewend aan toeristen te zien die dat niet zijn. De meeste mensen zijn Berbers en dat is dan ook de voertaal die je om je heen hoort.
Je ziet er geen auto’s, enkel ezelkarren. In de medina vind je ook riads, kleine huisjes met een open dak en een binnenplaatsje. We bezoeken de Al-Qarawiyinmoskee, die in 859 is opgericht door Fatima El-Fihriya en ’s werelds oudste nog steeds functionerende universiteit is. Ook lopen we langs Koranscholen en de tinnerijen aan het Place Seffarine.
MIDDAG: heerlijk genieten van traditionele bastilla
Het werkende leven ligt tussen 1 en 4 stil, want dan is het tijd voor de lunch: de belangrijkste maaltijd van de dag. Men komt dan naar huis of eet met collega’s in een restaurant. Hoewel ’s middags vaak couscous wordt gegeten uit de tajine, eten wij bastilla in een restaurant dat bekendstaat om deze pastei. Het is sowieso een typisch gerecht uit Fès, al komt het oorspronkelijk uit de Joodse keuken. Het warqadeeg is knapperig en bijna transparant en de vulling van amandelen en kip is heerlijk gekruid. Iedereen krijgt een eigen vierkante bastilla op zijn bord en daarnaast zijn er allerlei salades.
Niet iedereen in Marokko wil of kan het zich veroorloven iedere dag vlees te eten. Gelukkig zijn er tal van overheerlijke gerechten met linzen of bonen, dus het is bepaald geen straf om iets anders te eten.
Na de lunch bezoeken we nog het Hammam Safarin, een traditioneel badhuis dat al sinds de 14e eeuw bestaat. We worden gescrubd, gemasseerd en gewassen door vakkundige masseurs en na afloop voelen we ons als herboren.
AVOND: thee met een tandartsafspraak
Aan het begin van de avond is het leuk om nog een wandeling te maken; er zijn verschillende uitzichtpunten van waaruit je een mooi uitzicht hebt over de drukke medina’s. Veel inwoners zoeken elkaar dan op in traditionele theehuizen waar over van alles wordt gesproken. De thee die op traditionele wijze wordt geserveerd is mierzoet: er wordt gezegd dat je de tandartsafspraak er gratis bij krijgt! Gelukkig is het geen enkel probleem om ook thee zonder suiker te krijgen.
Rond een uur of 9 eten de meeste inwoners thuis iets simpels als een gebakken ei. Wij echter niet, want wij gaan nog naar het Palais Jamai, een paleis dat in 1930 is omgebouwd tot een hotel/restaurant met een prachtige Andalusische tuin. We eten hier heerlijk: couscous, het lamsvleesgerecht méchoui, een stoofpot uit de tajine en nog meer lekkers. De traditionele muziek is prachtig en langzaamaan begeven we ons richting de dansvloer.