Gunung Mulu: De wondere wereld van fantasierijk kalksteen

Gunung Mulu: De wondere wereld van fantasierijk kalksteen

Kwallen, broccoliroosjes, uilen en messcherp geplooide gordijnen. Een wandeling door de sprookjesachtig verlichte grotten van het Maleisische nationaal park Gunung Mulu mondt doorgaans uit in een wedstrijdje ‘wie ziet de gelijkenis?’. De fraai gevormde stalactieten en stalagmieten prikkelen de fantasie. Minstens zo boeiend is het contact met de plaatselijke bevolking: de oorspronkelijk nomadische Penan.

De Penan kennen de grotten al eeuwenlang. Tijdens hun jacht- en verzameltochten door het grensgebied van wat nu Kalimantan (Indonesië), Sarawak, Saba (Maleisië) en Brunei is, betraden ze de spelonken soms als ze een prooi op de hielen zaten. Ook legden ze hun doden in kleine grotten. Maar liefst bleven ze er ver vandaan. Er huisden kwade krachten, zo geloofden ze. Het is daarom opvallend dat wij op grottenexcursie gaan met Liban, een Penan-gids. Sinds een expeditie van de National Geographic Society de grotten enkele decennia geleden ‘ontdekte’, is het gebied rondom de berg Mulu een nationaal park geworden en staat het op de werelderfgoedlijst van Unesco. Vooral de laatste jaren bezoeken steeds meer toeristen de plek en zetten Penan als Liban hun geloof in kwade krachten opzij. “We zijn niet meer zo bijgelovig hoor”, zegt de goedlachse gids er zelf over. “Sinds de Maleisische overheid ons dwong ons permanent te vestigen in een longhouse langs de rivier, zijn wij met de moderne maatschappij in contact gekomen en zelf ook een beetje modern geworden.”

Vier miljoen vleermuizen
Gehuld in een zwemvest varen we met Liban in een snelle longboat over de Melinaurivier het park in. Op het programma staan de vier show caves, die de parkbeheerders gedurende een aantal uren per dag verlichten. Dat ziet er sprookjesachtig uit, maar is ook noodzakelijk. In de soms kilometers lange spelonken is het aardedonker. Drie van de grotten, de Wind-, Clearwater- en Lang Cave staan vooral bekend om hun fraai gevormde stalagmieten en stalactieten, respectievelijk staande en hangende kalksteenformaties. Ze zijn in de loop van duizenden jaren gevormd en groeien slechts zo’n 3 centimeter per 25 jaar, door de kalkafzetting van vallende waterdruppels. In de Wind Cave staan en hangen ze scheef omdat, de naam zegt het al, de wind door de grot waait. De Clearwater Cave is met zijn 51 kilometer lengte de langste grotpassage van Zuidoost-Azië. De grot volgt de loop van een rivier met kristalhelder water. Bezoekers mogen er een bad in nemen!

De grotten zijn toegankelijk gemaakt met trappen, loopplanken en armleuningen. Die laatste zijn beslist noodzakelijk omdat de meeste bezoekers met open mond omhoogen opzij kijkend rondlopen en zonder armleuning naast de looproute zouden kunnen vallen. Het is een leuk spel om als eerste te proberen in een formatie een gelijkenis te ontdekken met een bekende vorm. Groentes en dieren passeren de revue in diverse talen, maar ook mensen ontbreken niet. We zien Maria-metkind en zelfs het markante silhouet van de Amerikaanse oud-president Abraham Lincoln. Maar het mooist zijn de fl interdunne ‘gordijnen’ die in Lang Cave langs de muren en plafonds hangen.

De grootste van de vier grotten, Deer Cave, huisvest zo’n vier miljoen vleermuizen. Overdag hangen ze aan de plafonds in dikke zwarte bundels. Tegen de avond vliegen ze uit om insecten te vangen, in schilderachtige formaties van zo’n tienduizend dieren. Komt het daardoor dat je in Gunung Mulu nauwelijks last van muggen hebt? De wandeling door de grot is een glibberige bedoening, vanwege de vleermuizenpoep die overal op de grond ligt. Het ruikt naar ammoniak, dus een doekje voor neus en mond is best handig.

Tijdens de wandeling terug naar de rivier, zo’n drie kilometer vanaf Deer Cave, vertelt Liban over de overlevingsmogelijkheden in het oerwoud. Als kind ging hij regelmatig met zijn vader jagen en dan bleven ze soms dagenlang weg. Hij wijst holle boomstammen aan waar je op kunt slaan om elkaar te roepen zonder het wild te alarmeren, bladeren die een citrusgeur afgeven waarmee je insecten op een afstand kunt houden, blaadjes met een desinfecterende werking en wortels van een struik waarin je altijd drinkwater kunt vinden. “Ik probeer die informatie ook aan mijn kinderen over te dragen”, zegt Liban. “Maar toch ben ik bang dat die eeuwenoude kennis op den duur verdwijnt. Lang niet elke Penan vindt het belangrijk om te weten. We mogen het bos immers niet meer exploiteren voor ons dagelijks voedsel.”

Schuwe mensen De volgende ochtend maken we kennis met Libans dorpsgenoten. De 35 gezinnen wonen in een longhouse aan de oever van de rivier. Ze leven van de verkoop van traditioneel handwerk, het bouwen van boten en het begeleiden van toeristen door het park. Als onze boot aanlegt, zitten de vrouwen al klaar met hun op matten uitgespreide waren: gevlochten armbandjes, matjes en mandjes, houten lepels en schalen. Volgens onze reisgids zijn de Penan schuwe mensen omdat ze tot voor kort als jagers en verzamelaars in het bos leefden. “Maak geen onverwachte bewegingen en praat niet te hard”, zo luidt de tekst. “Dan jaag je de mensen maar schrik aan.” Het is inderdaad opvallend dat, in dit land waar mensen altijd met je willen kletsen, de Penanvrouwen bedeesd wegkijken als je ze aanspreekt. Maar vriendelijk zijn ze evengoed. De ouderen hebben uitgerekte oorlellen, doorboord met kurken en andere ronde vormen. Na enige aansporing is een van hen bereid een liedje te spelen op het snaarinstrument dat zij te koop aanbiedt. Dromerig kijkt ze over het water terwijl haar vingers over de snaren tokkelen. “Ze zingt over heimwee naar ons vroegere leven in het bos”, legt Liban uit. “Maar toch is ze blij dat ze in een huis woont. Toen ze laatst hoge koorts had, kon ze naar de dokter. Vroeger had ze zo’n aanval misschien niet overleefd.”

Bekijk onze reis door Maleisisch Borneo.