Een dag in Iran

Een dag in Iran




Tekst: Alexander Reeuwijk

In het zwart van de nacht is het ongeveer drie kwartier rijden vanaf het vliegveld naar het centrum van Teheran. Het mausoleum van Iman Khomeini halverwege is overdadig verlicht. Onder de trappen van de loopbruggen zie ik groepjes mannen. Creatures of the night. De chauffeur zet me af bij mijn hotel achter Taleqhani Avenue. Het is september en de nacht is zacht.

De volgende ochtend kijk ik vanaf het dakterras uit op een van de meest iconische plaatsen in Teheran: de voormalige ambassade van de Verenigde Staten. Op de muren zie ik de beroemde schilderingen met poëtische teksten als “Down with the USA”. Van dichtbij zie ik dat de verf afbladdert. Sinds kort is een deel van het gebouw te bezoeken. Zodra ik het betreed maak ik een reis terug in de tijd.

‘Hier kun je zien wat we al die jaren al wisten,’ zegt Mohsen, een magere in het zwart geklede jongen van midden-twintig als we tussen de afluisterapparatuur staan. ‘Nu lijkt het alsof je op de set van een dramaserie uit de jaren 70 staat, maar dit was ooit de meest geavanceerde spionagetechniek die voorhanden was! En als je dit allemaal ziet, begrijp je ook waar het diepe wantrouwen van Iran jegens de Verenigde Staten vandaan komt. ’Volgens hem is een bezoek belangrijk voor het begrip van de relaties tussen Iran en het westen en ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Alle kanten moeten worden belicht, zeker nu de internationale relaties weer onder grote druk staan.

Vanaf de ambassade neem ik de metro in zuidelijke richting, naar het Nationaal- en het Islamitisch Museum. Ze geven samen een compleet overzicht van 2500 jaar Perzische geschiedenis in honderden voorwerpen, van terracotta dierfiguren tot geglazuurde tegeltableaus met arabesken. In een vitrine voor de hoofdingang ligt de Cyruscilinder, een in spijkerschrift opgestelde mensenrechtenverklaring uit de zesde eeuw voor Christus. ‘Het is een kopie hoor,’zegt de directrice als ik haar naar het object vraag. ‘Het origineel ligt in Londen. Enkele jaren geleden hebben we de echte hier wél gehad, tegen de zin van beide overheden in! Zo zie je, de republiek der kunsten staat soms boven landen.’ Ze zegt het met een grote glimlach.

Aan het eind van de middag reis ik terug naar het noorden, naar de nieuwe tabiatbrug, die twee parken verbindt door een snelweg te overspannen. Terwijl de zon zakt en de bergen achter Teheran zachtroze kleuren, loop ik op de bovenste van de drie lagen van het 270 meter lange ingenieuze bouwwerk van de jonge architecte Leila Araghian. Vrouwen kijken over de balustrade naar de bergen. Het verkeer raast onder ons door. Ik word welkom geheten door tal van gezinnen, vele uitnodigingen om te picknicken sla ik af. Ik wil nog een waterpijp roken en dizi, een stoofpotje van schapenvlees en kikkererwten, eten in een theehuis tegenover de Amerikaanse ambassade.

Ik zit op hetzelfde tapijt als Mohamad, een telg uit een belangrijke Qajarenfamilie, van begin dertig en met de ogen van een hond die teveel slaag heeft gehad. Hij komt hier iedere dag. We praten over de stad, de staat van het land en de Iraanse voetballers in Nederland. Aan de tafel tegenover ons rookt een corpulente man met pet zijn waterpijp, geflankeerd door drie vrouwen. Het valt me op dat alle bezoekers hem eerst gedag zeggen voordat ze ergens gaan zitten.‘Dat is vast een belangrijke man,’ zeg ik.

Mohamad lacht. ‘Zeker, hij regelt visa naar en werk in Europa. Als je wilt emigreren dan moet je bij hem zijn.

 ’Mohamad neemt een teug van zijn pijp en kringelt rook het theehuis in. Ik ruik de zoete geur van appeltabak. ‘Wil jij het land uit?’ Mohamad knikt. ‘Net als zovelen. Wat moet je anders? 

De afgelopen weken is de rial gekelderd. Aan het begin van het jaar was de koers nog 50.000 voor een euro. De afgelopen dagen kreeg je er 210.000. Dat maakt Iran voor jou heel goedkoop, maar voor de mensen hier bijna onbetaalbaar. Daarbij worden wij, de middenklasse, echt behoorlijk geremd door de overheid. Carrière maken is onmogelijk. Dus we vluchten deels in opleidingen en vervolgens naar het buitenland.’‘Wil jij ook weg?’‘Ja… ik wil naar Canada, daar heb ik familie.’ Dan biedt Mohamad me zijn familiekoran uit de achttiende eeuw aan. Hij wil er vijftigduizend euro voor hebben: ‘Hij is het waard,’ zegt hij. ‘Het is een museumstuk.’

Ik bedank Mohamad voor het aanbod en zijn gezelschap, groet de corpulente man met pet en loop het theehuis uit de verlichte nacht in.


Tussen 2003 en 2013 reisde schrijver Alexander Reeuwijk veelvuldig naar Iran. In 2015 publiceerde hij er het boek Achter de sluier het land; reizen door Iran over. Inmiddels is het land een nucleaire deal verder, hebben de Verenigde Staten zich er eenzijdig uit teruggetrokken en zijn de embargo’s weer opgelegd. In 2018 bezocht Reeuwijk het land opnieuw, verbleef één dag in Teheran en peilde de stemming. U kunt een gesigneerd exemplaar bestellen bij alexanderreeuwijk@mac.com.

Bekijk de rondreizen naar Iran.