Muscat is meer dan minaretten en zand

Muscat is meer dan minaretten en zand

Oman is een relatief onbekend land op het kruispunt de meeste reizigers maken kennis met Oman op het vliegveld van Muscat, de hoofdstad van het sultanaat. Een prachtige stad vol historie en cultuur en een fascinerende mix van oud en nieuw.

OMAN

tekst | Joost Brantjes

Van één stad kun je in het geval van Muscat niet echt spreken. De verschillende deelgemeenten meteen gezamenlijke oppervlakte van 3500 vierkante kilometer verschillen onderling enorm van karakter. Het vliegveld ligt in Seeb, het zakencentrum bevindt zich in Ruwi, maar Muscat is op zijn mooistin Muttrah, het oude Muscat, waar een lange boulevard (corniche) zich om het water van de Golf van Oman buigt en bergen niet alleen het prachtige achterland vormen, maar in vroeger tijden de verdediging van de stad vergemakkelijkten. Op de boulevard valt direct op hoe schoon hetland is. Mannen en vrouwen met petten en een doek in hun nek tegen de hitte zijn continu in deweer met bezems. De wind van zee zorgt voor wat verkoeling, maar desondanks kan, het zeker in de zomermaanden, erg heet worden.

ZIJDE DOLKEN EN PARFUM

De souk van Muscat is de grootste overdekte markt van Oman. In een wirwar van straatjes doen gesluierde vrouwen hun boodschappen en zoeken toeristen naar de lekkerste wierook. In de souk vind je zijde, goud en parfums, maar ook prachtige houten dekenkisten en zilveren khanjars, de Omanitische dolk die veel mannen nog aan hun riem dragen. De dolk is zo symbolisch voor het land dat zelfs de blauwe brievenbussen overal in het land de vorm vaneen khanjar hebben. Wat opvalt in de souk is het totale gebrek aan agressieve verkooptechnieken. Niemand die je naar binnen sleurt of op een andere manier je humeur bederft. Ben je uitgewinkeld, dan is Al Ahli het adres om bij te komen want daar, in het hart van de souk, worden de lekkerste sapjes vers voor je geperst. Sinaasappel, citroen en wortel is een lekkere combinatie. Verderop aan de boulevard wordt in de soukh al samak, de vismarkt, ’s ochtends verse vis verkocht. Veel tonijn en makreel, maar ook haaien en garnalen zijn er te koop. Jongens verdienen bij door de vissen te fileren, de schubben vliegen in het rond. De markt is een ideale plek om foto’s te maken. Vraag even toestemming voordat je een portret schiet, de meeste Omanieten vinden het prima en ze zijn zelfs zo beleefd dat ze jóu bedanken als je een foto hebt gemaakt.

IMPOSANTE GEBOUWEN

In 2001 opende de Sultan Qaboos Grand Mosque. Net als de staatshoofden van andere islamitische landen wilde Sultan Qaboos bin Saïd een imposante moskee. Waar Koning Hassan van Marokko in Casablanca aan de Atlantische Oceaan de hoogste minaret ter wereld liet verrijzen en Sjeik Zayed in Abu Dhabi indruk maakte met duizelingwekkende hoeveelheden ingelegde halfedelstenen en bladgoud, kozen de Omanieten voor chique eenvoud. Het perfect symmetrische gebouw is opgetrokken uit mauve-kleurig Indiaas zandsteen en hoewel er plek is voor twintigduizend gelovigen, heb je niet het idee in een voetbalstadion te zijn beland. De cijfers zijn indrukwekkend: het in Iran gemaakte tapijt bestaat uit 1,7 miljoen knopen, er werd vier jaar aan gewerkt en het beslaat 4343 vierkante meter. Aan het plafond hangt op veertien meter hoogte een kroonluchter vol Swarovski-kristallen van 8000 kilo met ruim elfhonderd lampen, die de koepel ’s avonds sprookjesachtig verlichten. Rond de moskee liggen de tuinen die door een leger aan tuinmannen in staat van perfectie worden gehouden. Dezelfde goede smaak zie je ook in het ROHM, het Royal Opera House Muscat, het eerste operahuis op het Arabisch schiereiland. Opnieuw was het de sultan, een groot liefhebber van klassieke muziek, die de opdracht gaf. In 2011opende het operahuis met Placido Domingo. Het gebouw is een mooi voorbeeld van moderne Omanitische architectuur met neoklassieke elementen en sinds de opening hebben hier al veel internationaal vermaarde gezelschappen opgetreden.

PRACHT EN PRAAL

Om meer te weten te komen over de rijkegeschiedenis van Oman, is een bezoek aan het Bait Zubair-museum een aanrader. Hier zie je de privécollectie van de schatrijke familie Zubair; in verschillende gebouwen worden onder meer kleding, sieraden en wapens getoond. Vooral de verzameling khanjars met verfijnd filigrain-zilverwerk is spectaculair. Een deel van de enorme verzameling was ooit te zien in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. In het Bait Zubair worden ook wisselende tentoonstellingen gehouden van hedendaagse kunst. Vlak bij het museum ligt het Al Alam-paleis van de sultan. Nadat hij in 1972 middels een paleiscoup de macht had overgenomen van zijn vader, liet hij het paleis renoveren. Het paleis is niet te bezoeken, maar van achter het toegangshek krijg je toch een goed beeld van het ceremoniële gebouw.

VAREN LANGS DE KUST

Oman’s geschiedenis als zeevaardersnatie is gezien de ligging een logische. Ook nu nog grijpt het sultanaat terug naar vroeger tijden en elke Omaniet krijgt op school gratis zeilles. Om de stad ook vanaf zee te bewonderen kun je vanaf de nieuwe haven, de Marina Bandar Al Rowdha,een boottocht maken met bijvoorbeeld een traditionele dhow of een luxueuze catamaran. Je vaart langs de kust en ziet al snel vrolijk mee zwemmende dolfijnen die metershoog uit zee springen. Zo’n sea safari is natuurlijk het mooist rond zonsondergang, als de lucht diep roze kleurt en het land zo mogelijk nóg mooier is.

Rondreizen Oman