De eeuwige aantrekkingskracht van Soedan

De eeuwige aantrekkingskracht van Soedan

Door Koert Lindijer

Wie de passie voor reizen wil botvieren, gaat naar Soedan. De soms kokende temperatuur waarbij de lichaamsradiator bijna vastloopt, vereist een geharde houding. Maar Soedan zet vooral de geest van de reiziger op scherp en voert diens gedachten naar het verleden. Toen Afrikaanse staten langs de Rode Zee en de Nijl hun invloed deden gelden in heel het Midden-Oosten en Azië.

Het Soedanese Suakin is 3000 jaar oud. De tot een ruïne vervallen stad was eens de belangrijkste haven aan de Rode Zee en tot begin vorige eeuw een Ottomaans bestuurscentrum en handelsknooppunt. Het was van deze kusten dat 80.000 jaar geleden homo sapiens het continent verlieten en zich over de wereld verspreidden. En het was op deze stranden waar in het eerste millennium voor Christus in omgekeerde richting vanuit het Arabische schiereiland semitische volkeren Afrika binnentrokken.

Het karakter van Soedan ontleent zich aan zijn ligging op het kruispunt van de Arabische en Afrikaanse wereld. Daarom is het zo divers en misschien ook daarom staat de bevolking bekend om haar hartelijkheid.

Soedan bestaat dankzij de Nijl. Na de veldtocht van Napoleon in 1798 naar Egypte, die behalve uit soldaten uit wetenschappers bestond, begon de egyptologie. Behalve de historische kunstvoorwerpen die over de Nijl en de Middellandse zee naar Europa verdwenen, verlieten ook allerlei exotische dieren het land. De Franse consul Bernardino Drovetti runde een dierenwinkel en in opdracht van de Egyptische heerser Medemed Ali zond hij een giraffe naar Parijs, als geschenk voor de Franse koning. Nooit eerder was zo´n bizar beest in Frankrijk vertoond en zijn komst groeide uit tot een gigantische spektakel. De jonge giraffe was afkomstig van het Soedanese Sennar aan de Blauwe Nijl, ging met begeleiders en twee melkkoeien op een boot over de Nijl naar Alexandrië, toen per schip naar Marseille en vandaar 800 kilometer te voet naar de Franse hoofdstad.

Sinds 1820 was Egypte een provincie van het Ottomaanse rijk en vanuit Caïro werd Bilad el-Sudan, het land van de zwarten, bestuurd. Vanuit Egypte ontkiemde na 1850 een soort toerisme van de Europese aristocratie. Eerst betrof dat Nijlvaarten om tempels van de Egyptische oudheid te bezoeken. Wilde de toerist werkelijk het avontuur aangaan, dan zakte hij verder zuidwaarts de rivier af om de restanten van de Nubische beschaving in Soedan te bezoeken. Er ligt daar een schat aan archeologische vondsten verborgen, een paradijs voor wetenschappelijke missies. In het Nubische gebied ontstond 4000 jaar voor Christus het rijk Kush, dat goede relaties onderhield met de farao’s van Egypte. Kush lag langs een handelsroute van zwart naar Arabisch Afrika en bevorderde zo de uitwisseling van verscheidene culturen, het begin van de mengelmoes van het huidige Soedan.

Een van die toeristen was de Nederlandse reiziger Alexine Tinne (1835-1869). Zij voer met haar moeder Henriette in 1862 van Caïro naar Khartoum. Bij de stroomversnelling rond het dorp Korosko, waar zich vroeger het Nubische rijk bevond en een kleine 200 kilometer ten zuiden van het huidige Aswan, stapten ze uit de boot en gingen op kamelen verder, vermeden zo enkele watervallen en bereikten Khartoum.



Koert Lindijer is sinds 1983 correspondent
voor NRC Handelsblad en de NOS in Nairobi.
In 2014 verscheen zijn boek Vloek van de Nijl



Soedan was altijd onderhevig aan invloeden uit alle windrichtingen. De bijzondere geschiedenis en mengeling van rassen, stammen en culturen maakt het land zo fascinerend voor bezoekers.

Om die mengelmoes te voelen ging ik in Khartoum eens op bezoek bij Abdel Karim al-Kabli, een superster in Soedan. Hij nodigde me uit zijn gezicht en huidskleur aandachtig te bestuderen. Ik keek naar zijn bijna melkwitte huid, zijn rimpels, zijn geverfde afrohaar. “Wat zie je, een Arabier of een Afrikaan?” plaagde hij. “Geen van beiden! Er stroomt bloed van zeven etnische groepen door mijn aderen. Ik ben een echte Soedanees. In Soedan kan je Arabieren en Afrikanen niet van elkaar onderscheiden. Soedanezen kunnen zwart of bruin zijn, ja zelfs blank met blauwe ogen. Onze kleurschakeringen en onze cultuur zijn uniek.”

Kabli bestudeerde eeuwen Soedanese folklore en ontdekte hoe multicultureel Soedans beschaving geworden is. “De mengeling van tradities heeft een lange weg afgelegd in een land waarin nu 500 talen en dialecten worden gesproken. Zo’n bont mengsel creëert een prachtige nieuwe cultuur, die noch Arabisch noch Afrikaans is, maar Soedanees.” Soedans voertaal is Arabisch maar ook de culturele invloed van zwarte Afrikanen liet zich gelden. “De mystiek, het ritme, de sprookjes, die zijn allemaal van Afrikaanse oorsprong.”

De diatonische toonladder van Soedans muziek is Afrikaans, niet Arabisch. “Met veel levensgevoel, de muziek van de natuur”, vervolgde Kabli. Met knippende vingers en het ritme van zijn voeten deed hij de looppas van kamelen voor. Hij sloot de ogen en er wandelden kamelen in zijn woning, langzaam en dan sneller. Waarna hij een vurig pleidooi hield voor onderlinge tolerantie in een van de meest diverse naties ter wereld.




Bekijk onze reizen door Soedan.