De hoogste vulkaan van Kaapverdië: Over het lavagruis naar 2829 meter

De hoogste vulkaan van Kaapverdië: Over het lavagruis naar 2829 meter

Door reisbegeleidster Zinzi Zegers

Onze mascotte
Lucky huppelt naar boven op een vroege ochtend in november. De zon is net op en de mist hangt nog in de lucht. De wind is guur, de top ver. Op vier pootjes rent Lucky onbezorgd tussen de kleine stenen, terwijl hij ons aanmoedigt met zijn geblaf. ‘Onze mascotte!,’ roept gids Antonita lachend, terwijl ze wijst op het kleine hondje dat enthousiast gaten graaft in het lavagruis. We zijn er klaar voor. Hier hebben we naartoe geleefd en nu is het eindelijk zo ver: de Pico Grande, Kaapverdië’s hoogste, meest gevreesde en actiefste vulkaan.

De lange klim naar de krater
Antonita legt uit dat de klim grofweg bestaat uit drie etappes. De eerste etappe is relatief gemakkelijk, de tweede doet je afvragen waarom je ooit aan de klim begonnen bent en de derde maakt de expeditie tot een ervaring die je bijblijft. We beginnen met goede moed, een tikkeltje huiverig voor wat nog komen gaat. Al snel worden we beloond met een desolaat landschap, waarin zo nu en dan ronde huizen van lavasteen opdoemen. Het dal van Cha das Caldeiras lijkt verder weg met elke stap die we zetten op het smalle pad naar boven. We worden ingehaald door een Kaapverdiaan op versleten teenslippers, die zich moeiteloos een weg naar boven baant. Antonita glimlacht verontschuldigend: ‘Het zit in ons bloed.’

Ons doel
Hoe hoger we komen, hoe dieper de afgronden. In staat van opperste concentratie wandelen we door de ijle lucht naar de krater. We klauteren over rotsblokken, terwijl onverwachte rukwinden langs de vulkaan scheren. Lucky lijkt nergens last van te hebben. Hij kwispelt nog altijd vrolijk en kent feilloos de weg. Na vier vermoeiende uren strijken we neer op de kraterrand. We hebben het gehaald. Uitkijkend over de caldeira met haar nooit aflatende zwaveldampen, ontspan ik mijn bovenbenen. Nog even en we moeten weer naar beneden. Angstig staren we de diepte in, maar Antonita -en anders Lucky wel- verzekeren ons dat het goed komt. Antonita beklom de berg als kind soms twee keer per dag, alleen maar om naar beneden te kunnen rennen. ‘It is so much fun!’ roept ze met haar armen in de lucht.

Rennen van de vulkaan
Ik sta tot mijn knieën in het lavagruis op een helling van meer dan vijfenveertig graden. Na een paar voorzichtige stappen geef ik me over aan het natuurgeweld. Met mijn hakken in het gruis glijd ik naar beneden, waardoor mijn blauwe bergschoenen zich vullen met duizend kleine steentjes. Ik ren, zweef, spring, terwijl het dal dichterbij komt. Ik voel me vrij, raak de illusie van controle kwijt en val een paar keer zachtjes achterover alsof ik voor het eerst op de skipiste sta. Dit is vrijheid. Antonita joelt. Onze zorgen en de rest van de wereld lijken ver weg. No stress in Cape Verde.

Bekijk onze reizen door Kaapverdië.