Tropische verrassing - Costa Rica

Tropische verrassing - Costa Rica




Tekst: Tanja Kamphuis

We knipperen met onze ogen. ‘Is dit echt?’ Papegaaien in de kleuren rood, geel en groen vliegen langs ons busje. Blauwe vlinders ter grootte van een hand scheren langs de ramen. Witsnuitneusberen op de weg veroorzaken een kleine opstopping. De wegen voeren ons langs dorpjes met gekleurde huisjes, waar schommelstoelen op de veranda’s staan. Hoogbouw en fabrieken zijn nergens te bekennen. Wel bananenbomen, ananasvelden en palmbomen. Groen zover het oog reikt. We zijn op een 14-daagse Djoser Family-reis in Costa Rica: van San José naar La Fortuna, Monteverde, Samara en Quepos.

Costa Rica staat bovenaan onze reisbucketlist, vanwege de dieren en de natuur en het vreedzame politieke klimaat. In het Centraal-Amerikaanse land zijn de afstanden bovendien makkelijk te bereizen en niet onbelangrijk: het is hier het hele jaar warm.

Ons reisgezelschap bestaat uit vijf gezinnen. Ons kind is de jongste met acht jaar. We hebben flink gegoogeld op de dieren in Costa Rica, filmpjes bekeken, een reisdagboek voor hem aangeschaft. Van opa en oma leent hij een verrekijker en op zijn wereldkaart in zijn kamer wijzen we samen keer op keer aan waar we naartoe gaan. ‘Helemaal daar! Tijdens de rondreis slaapt ons gezelschap om de paar dagen in een ander hotel. Het ene heeft uitzicht op de 1633 meter hoge vulkaan Arenal, het ander op een groene vallei en de oceaan. Leguanen en goudhazen scharrelen rond in onze ‘voortuinen’, terwijl exotische vogels af en toe een duik nemen in de zwembaden van de hotels. De eerste dagen in dit prachtige land hebben we het gevoel dat we in Burgers’ Zoo lopen. Zoon, die thuis een grote angst voor insecten heeft, kan niet geloven dat alle dieren in dit land in het wild leven. Hij steekt met zijn vinger vooruit naar een enorm web met een spin erin. ‘Waar is het begin en het einde van zijn kooi?’
 

Spektakel in de boomtoppen

La Fortuna is dé uitvalsbasis voor excursies in de omgeving. We gaan naar het Mistico Arenal Hanging Bridges Park, beroemd om zijn hangbruggen middenin het regenwoud. De bruggen zijn tot 45 meter hoog en de langste is 97 meter. Per brug mogen er maximaal 15 toeristen overheen. Daarom staan we soms even in de rij. Het geeft mijn kind stof tot nadenken. ‘Kan die brug niet instorten?’ We hebben het gevoel dat we in een Indiana Jones film zitten. Het wiebelt behoorlijk en we lopen plankje voor plankje vooruit. Op de waarschuwingsborden staat ‘Niet springen’. Op de derde brug viert zoon toch even zijn persoonlijke overwinning met een klein dansje.


Kroonjuweel

Het Monteverde Cloud Forest is het hele jaar door gehuld in nevelen. Slechts zo’n tien dagen per jaar niet, precies als wij er zijn. De lucht is strakblauw. Een gids met een enorme telescoop begeleidt onze tocht door het woud. De kinderen - eerlijk is eerlijk, ook de volwassenen - staan meerdere keren bij hem in de rij om te aanschouwen waar we allemaal op hoopten: de Quetzal. Deze vogel, met schitterende zijdeachtige groene veren, wordt gezien als het kroonjuweel van het regenwoud. ‘Woooow’, zegt mijn zoon keer op keer. Na het zien van een gifslang mogen de kinderen in de groep kiezen. Willen ze meer vogels zien of gaan we naar de holen van tarantula’s? De jongens hoeven niet lang na te denken. Even later staan we voor een zandhelling met gaten. De tarantula is zo dichtbij dat we zijn haartjes en bruinoranje strepen kunnen zien.


Varen naar de kaaimannen

Vlak voor een boottocht in de Caño Negro vertelt een Costa Ricaanse familie, die tegenwoordig in Texas woont, dat de inwoners hier vroeger een aap vastbonden in een boom, om toeristen te trekken. Sep hoort het vol ongeloof aan. ‘Gelukkig hoeft dat niet meer’. Tegenwoordig trekt het land, dat vijf miljoen inwoners heeft, twee miljoen toeristen per jaar. Ook een reden waarom de Tico’s - de bijnaam voor Costa Ricanen - heel vriendelijk zijn voor ons. We zitten op een bootje in een deel van het Unesco- biosfeerreservaat Agua y Paz. Met de verrekijker, een vogelkaart en de camera in de aanslag. Costa Rica ligt op de weg van een van de grote trekvogelroutes. Maar het zijn niet de ibissen en ooievaarssoorten die de aandacht van de kinderen trekken. ‘We varen bijna over kaaimannen heen!’ Inderdaad, we zijn zo dichtbij dat we ze bijna kunnen aanraken. In de toppen van de bomen zien we ondertussen gigantische leguanen, brulapen en luiaards. Een 8-jarige wil af en toe een dag niets. De prachtige stranden van Samara en het Manuel Antonio Park, waar de apen en wasberen langs je handdoek lopen, bieden urenlang plezier. Zoon vat het kort samen. ‘Dit is het mooiste strand ooit!’.

Thuis bekijk ik zijn reisdagboek met vooringevulde vragen. ‘Ik heb 0 keer gevraagd hoe ver nog.’ ‘Ik ben blij dat ik er ben: Ja.’ ‘Ik wil eigenlijk wel terug naar huis: Nee.’ ‘Rapportcijfer: 9.’ 

> Familyreizen Costa Rica