Bako Nationaal Park in Maleisisch Sarawak: van neusapen tot grillige rotsformaties

Bako Nationaal Park in Maleisisch Sarawak: van neusapen tot grillige rotsformaties



Klein maar fijn. Dat is Bako nationaal park in de Maleisische deelstaat Sarawak. Via een netwerk aan wandelpaden verken je het park te voet en kun je zeldzame dieren en planten spotten. Zoals de neusaap, die de locals vroeger aan een koloniale drinkebroer deed denken. Of het kannetjeskruid, een plant die zich voedt met vliegjes. Na afloop van de wandeling lonkt een duik in het helderblauwe water van de Zuid-Chinese Zee.

MALEISIË
Onze uitvalsbasis in Kuching, de hoofdstad van Sarawak, is Telang Usan Hotel. Dit hotel wordt gerund door ‘Orang Ulu’, oorspronkelijke bewoners van het eiland Borneo. De gemeenschappelijke ruimtes zijn mooi gedecoreerd met sieraden, houtsnijwerk en doeken van de Kenyah-stam. Op een bank onder zo'n kleurrijk doek in de hotellobby wacht ons op deze vroege zondagochtend Amy. Zij is onze gids vandaag en zet er meteen de vaart in. “Hoe vroeger we gaan wandelen, hoe groter de kans op het spotten van wild”, legt ze uit terwijl ze ons naar het busje begeleidt. “Als we later zijn, lopen overal groepjes toeristen rond en trekken veel dieren zich terug.”
Onze bestemming is Bako nationaal park, het oudste nationaal park van Sarawak en met zijn oppervlakte van krap dertig vierkante kilometer tevens een van de kleinste. Als toerist merk je weinig van die beperkte oppervlakte. Ook grote  natuurreservaten zijn vaak slechts gedeeltelijk voor bezoekers opengesteld. Bako is bijna volledig ontsloten voor het publiek. Het wordt doorkruist door maar liefst achttien wandelpaden, die variëren qua zwaarte en tijdsduur. De kortste is een ommetje van een half uur vanaf de receptie, maar wie genoeg tijd en een goede conditie heeft kan kiezen voor een dagtrip diep het park in.
De reis naar Bako is een belevenis op zich. Na een busrit van een uur stappen we in het op palen gebouwde vissersdorp Kampung Bako in een kleine speedboot, die ons met de punt in de lucht buitenom over de Zuid-Chinese Zee naar Bako's hoofdkwartier Telok Assam brengt. Als we de baai invaren, zien we links het mangrovebos. Daar houden zich vaak apen op, zoekend naar voedsel wanneer het bos bij eb droogvalt.



JENEVER
Amy zorgt bij de parkstaf voor een snelle registratie en ‘permits’ om te mogen fotograferen en dirigeert ons dan richting mangrove. Hier loopt het Telok Paku-pad, een wandeling van ruim een uur die ons, aldus onze gids, alle gelegenheid geeft om stil te staan bij de vele planten en dieren die hier leven. Dé bezienswaardigheid van Bako is de zeldzame proboscis-aap oftewel neusaap, een dier dat alleen op Borneo voorkomt en waarvan er hier zo'n 275 leven. Zijn grote rode, naar beneden wijzende neus heeft de aap de curieuze bijnaam Orang Belanda (Hollander) gegeven. Naar verluidt deed de aap de Maleisische bevolking denken aan de eerste handelaars en missiepaters, die hier in de zeventiende eeuw aanlegden op zoek naar specerijen en te bekeren zieltjes. Door hun overvloedige consumptie van jenever hadden die mannen vaak een grote, rode neus. We staan onderweg geregeld stil om te luisteren naar de gefl uisterde uitleg van Amy. Zij is een wandelende encyclopedie op het gebied van bomen, planten en bloemen, hun medicinale werking en de mogelijkheden om ermee te overleven in de jungle. Boeiend is de Pitcher Plant (kannetjeskruid). Deze vleesetende plant trekt insecten aan door zijn kleur. Zijn vliegjes eenmaal de beker binnengevlogen, dan kunnen ze niet terug naar buiten vanwege de naar beneden gerichte haartjes van de plant. Onderin komen ze terecht in een vloeistof die de prooi verteert. Tijdens de uitleg word ik wat afgeleid door Amy's manier van iets aanwijzen: met de duim tussen wijs- en middelvinger. Ik weet dat onze westerse manier van aanwijzen (met de wijsvinger) in Azië als onbeleefd wordt ervaren, maar dit is wel heel apart. De meeste Aziaten gebruiken hun hele hand. Ik vraag Amy of dit misschien een gebruikelijk gebaar is bij de Iban, de grootste oorspronkelijke bevolkingsgroep van Sarawak. Zij vertelde immers onderweg in de bus dat zij half Chinees, half Iban is. Amy lacht verlegen, maar spreekt zich niet uit. Misschien was mijn vraag te persoonlijk of te direct.

PAS OP JE LUNCHPAKKET
En dan staan we ineens oog in oog met een grote familie neusapen. Hoog in een boom zitten ze op hun gemak bladeren te eten en nieuwsgierig naar ons terug te kijken. We zijn vooral onder de indruk van het mannetje: een aap bijna ter grootte van een gorilla. We zien ze ineens overal om ons heen en Amy springt enthousiast heen en weer om ons overal op te wijzen. “Kijk, hij laat ons zijn ‘red chili’ zien”, roept ze, wijzend op het nogal nadrukkelijk aanwezige rode geslacht van het volwassen mannetje. Zijn lange rode neus is echter veel indrukwekkender. Hiermee toont hij de dames uit zijn groep hoe geslachtsrijp hij is. De neuzen van de vrouwtjes zijn een stuk minder in het oog lopend. Het zijn prachtige dieren, ze lijken zelfs aaibaar, met hun van roodbruin naar crème verlopend lijf, grijze 'mouwen' en lange witte staart. Na het actieve deel van ons bezoek aan het park is het tijd voor lunch en ontspanning. Het strand en de koele helderblauwe zee lonken na de klamme hitte van het regenwoud. We krijgen van Amy het advies om onze bagage met lunchpakket niet onbeheerd achter te laten. Enkele andere bewoners van Bako, de altijd brutale makaken, zitten al in de bomen klaar in de hoop zich aan ons eten tegoed te kunnen doen. We zakken dus eerst even neer op een handdoek en genieten van het uitzicht. Niet ver uit de kust wordt ons oog getrokken door enkele grillig gevormde rotsformaties: smal van onderen en breed van boven. De constante golfslag aan de onderzijde heeft de rotsen in de loop van miljoenen jaren uitgesleten. We genieten van de lunch, pittig gebakken rijst met groenten en een gekookt eitje, en gaan niet eerder te water dan dat we de laatste rijstkorrel hebben opgegeten. We maken de spreekwoordelijke 'lange neus' naar de makaken en storten ons in de branding. Al snel is er geen aap meer te bekennen. Ze zijn vast op zoek naar argelozer slachtoffers. Met een minder alerte gids.

Tekst: Tineke Zwijgers

Rondreizen Maleisië.