Dichtbij een stukje van de Boeddha

Dichtbij een stukje van de Boeddha

Door Robin de Wever

Hij is maar een paar centimeter groot, maar Sri Lankaanse boeddhisten zijn er fier op: een tand die ooit van de Boeddha was. In de stad Kandy wordt hij zorgvuldig bewaard en vereerd. Een bezoek aan de tempel biedt een uniek inkijkje in het plaatselijke boeddhisme.


Het gebeurt op de eerste verdieping. Daar, in de Tempel van de Tand in de stad Kandy, wordt gebeden, gemediteerd, gezongen. Monniken zijn druk met rituelen. De ogen zijn gericht op een schrijn met Boeddhabeelden, hangende kleden en een soort opstaande slagtanden. Dichterbij de Boeddha kun je haast niet komen. In die schrijn bevindt zich het belangrijkste heiligdom van het Sri Lankaanse boeddhisme. Een tand dus. In een gouden kist. De monniken weten: toon je hier in de tempel je toewijding aan de tand, dan zul je daar rijkelijk voor beloond worden. Zegeningen zullen je ten deel vallen.

De tand is een van de overschotten na de crematie van de Boeddha, Siddhartha Gautama, zo’n vijf eeuwen voor Christus. Al vanaf het vroege begin werden die overschotten fel begeerd. Direct na zijn crematie in India aasden zes clans en een koning erop. Uiteindelijk werd besloten om de beenderen, de as en de bijbehorende urn op te delen in tien pakketjes en ze te verdelen onder verschillende heersers. Een Sri Lankaanse koning was een van de gelukkigen. Zo kon het gebeuren dat een deel van het gebit enkele duizenden kilometers verderop een nieuw thuis vond.

Althans, zo luidt de overlevering. Of de tand echt van de Boeddha was, zullen we nooit weten. Net als bij de verhalen over bijvoorbeeld katholieke relikwieën blijft het een kwestie van geloven. Ook over de herkomst van de tand lopen de verhalen uiteen: sommigen gaan ervan uit dat hij niet is geschonken, maar gestolen. Hoe het ook zit, zeker is dat de tempel nu het kloppende hart is van het Sri Lankaanse boeddhisme.

Op weg naar de tempel wandel je langs het rustige Kandy-meer. Je komt er natuurlijk tuktuks tegen, en schoolkinderen in witte uniformen. En: zo nu en dan een overstekende varaan. Voordat je het heiligdom kunt betreden, doe je bij het pad je schoenen uit en kun je een bloem kopen, om in het heiligdom achter te laten. Binnen loop je langs de schilderijen en langs de spierwitte pilaren naar boven. Een intieme ervaring; de tempel mag dan van groot belang zijn, het complex zelf is van bescheiden omvang. De binnenste zaal met de schrijn is twee keer per dag toegankelijk. Eerst klinkt er trompetgeschal, dan tromgeroffel, en dan... openen de deuren.
De beste tijd om Kandy aan te doen is tijdens Esala Perahera, het Festival van de Tand, dat elk jaar in een andere periode valt. Tien dagen lang is het reliek dan het middelpunt van plechtige processies. Olifanten, acrobaten, slagwerk, fakkels: allemaal ter nagedachtenis aan Esala, de maand waarin de Boeddha voor het eerst na zijn verlichting onderwijs gaf.

De tand zelf is er niet bij. Die blijft in de tempel liggen, opdat er niks mee kan gebeuren. Niet dat er nu kapers op de kust liggen, maar in het verleden wilde het nog weleens onrustig zijn in Kandy. Het dieptepunt was in 1998, toen de hindoeïstische verzetsbeweging Tamil Tijgers bij de tempel een bom liet ontploffen. Die blies het dak van de tempel af, en beschadigd de kalk aan de binnenste muur.

Wonderlijk genoeg was dat incident trouwens ook een beetje een zegen. Onder de muurschilderingen die rond 1940 waren aangebracht, bleken fresco’s te zitten uit de vroege en late achttiende eeuw. Plots stonden de tempelbeheerders oog in oog met een olifant, en zagen ze een tekening van een been dat in het water stond. Historici kregen ineens een veel betere kijk op de culturele ontwikkeling van het eiland. Ze constateerden dat Sri Lankaanse schilders veel langer hadden vastgehouden aan de klassieke schilderkunst dan aanvankelijk werd gedacht. De traditie was blijven bestaan tot in de late Middeleeuwen.
Voor boeddhisten is die kunst natuurlijk een bijzaak: Kandy is eerst en vooral een bedevaartsoord. Iedere Sri Lankaanse boeddhist moet eens in zijn leven in de tempel zijn geweest. De tand mag dan aan het zicht zijn onttrokken, zijn spirituele werking is zo krachtig dat zelfs een eenmalig bezoek aan schrijn zeer gunstig is voor je karma. Een bezoek van kosmische proporties dus.



De Tempel van de Tand is prachtig gelegen aan het meer van Kandy. Het is niet één gebouw, maar een bonte verzameling van paleizen, paviljoens en kleine tempeltjes. Het complex is namelijk niet altijd een tempel geweest: vroeger was het een koninklijk paleis. De adellijke families die hier gezeteld waren regeerden niet alleen met een koninklijk decreet, maar ook omdat ze bezit hadden van een stukje van de Boeddha, wat ze bijna een heilige status gaf.

Bekijk onze reizen door Sri Lanka.