Perahera in Kandy

Perahera in Kandy

Sprookjesachtig uitgedoste geestelijken, dansers, muzikanten, zwaardvechters, slangenbezweerders, acrobaten en tientallen olifanten vormen urenlange religieuze processies, tien avonden achtereen. Het is ‘Esala Perahera’ in Kandy (Sri Lanka), een festival als eerbetoon aan Boeddha’s belangrijkste relikwie, de heilige tand. Een ooggetuigenverslag van Djoser-reisbegeleider Ivonne van den Doel.


De traditionele, middeleeuws aangeklede optochten, die iedere avond langer worden, vertrekken vanuit de Tempel van de Tand, een van de heiligste tempels van het boeddhisme. Met het festival roepen de gelovigen de zegen en bescherming van Boeddha aan. Al dagen voor het begin van de Perahera - iedere zomer bij volle maan in juli of augustus, afhankelijk van de stand van de sterren - komen pelgrims vanuit het hele land naar Kandy. Het liefst reserveren ze een zitplaats aan het meer door er hun zeiltjes uit te spreiden. Op de dag van de tweede processie hebben de toeschouwers zich al vroeg in de middag opgesteld, de vrouwen veelal gehuld in prachtige kleurrijke sari’s. Het is overduidelijk feest in de stad, overal hangen slingers en lichtjes, de tempel is helemaal versierd met slierten feestverlichting, de bomen hangen vol lampjes, het zoemt, het gonst, iedereen is blij en opgetogen. Iedere avond wordt, na het invallen van de duisternis, het oude kanon afgeschoten, het startsein voor het grote feest waar Kandy elk jaar naar toeleeft. De traditie wortelt in de derde eeuw, toen de koning verordonneerde dat Boeddha’s heilige tand jaarlijks zijn tempel moest worden uitgedragen om te worden aanbeden. De huidige vorm van de Perahera, waarin hindoeïstische elementen een vaste plaats aan het hoofd van de stoet hebben gekregen, dateert uit de achttiende eeuw.

Eerste rang
Uit het hele land zijn vele duizenden pelgrims en toeristen toegestroomd, in busjes versierd met bosjes rijst of groene twijgen. De olifanten zijn deels te voet gekomen met hun oppassers, een klingelende bel aan hun nek, of van verder weg in de laadbak van een vrachtwagen. De wegen in de directe omgeving van de Tempel van de Tand zijn afgesloten voor alle verkeer en worden bewaakt door zwaarbewapende militairen. In de stad zijn zevenduizend politiemensen op de been, speciaal geïnstrueerd voor deze grootse gebeurtenis. Om aan de route te komen worden we door een sluis van politiemensen gedreven, mannen naar rechts en vrouwen naar links. Een paar vriendelijke jonge agentes met witte handschoentjes aan, fouilleren ons en doorzoeken onze tassen.

We zitten met z’n zessen eerste rang. Niet op de plastic stoeltjes die vanaf 4.000 roepies (30 euro, bijna een maandsalaris voor een eenvoudige arbeider) tot het tienvoudige moeten opbrengen, maar op de stoeprand, daarheen verwezen door de politieagenten. Om ons heen vijf rijen mannen, vrouwen en kinderen die op vellen plastic in de lotushouding zitten, allen in afwachting van de jaarlijkse grootse Perahera, de mooiste traditionele optocht van het land.
 

Een straatveegwagen komt langs, alles moet blinkend schoon. Dan komen er helpsters van het rode kruis, wit uniform, witte sokjes en een groot rood kruis op hun borst en rug, eerstehulptasje in de hand. Bedeesd stellen ze zich op in groepjes van twee. Ook aan de dorstige kelen is gedacht: twee padvinders komen langs met een jerrycan water en een kroes. 

Van tempelbeheerder tot vuurspuwer
Het kanonschot geeft aan dat de Perahera begint. Tromgeroffel, dat vier uur lang zal aanhouden, klinkt door de straten. Fakkeldragers, aan het hoofd van de stoet, stoppen even op strategische punten en lopen dan weer een stukje verder. Toeschouwers gooien muntjes op straat die worden opgeraapt door jonge mannen met hoofdtooi. Acrobatische jongens gooien hoepels met brandende fakkels omhoog en vangen ze behendig weer op. De eerste groep typische Kandydansers draagt witte sarongs, rode sjerpen om hun middel, een soort harnas van zilveren bewerkte plaatjes en prachtige hoofdtooien. Zij worden gevolgd door een orkest van trommelaars en hoornblazers. Dan verschijnt de belangrijkste olifant in de stoet. Hij draagt rijkgekleurde dekkleden, versierd met kleine gloeilampjes. Op zijn rug (de dieren worden onder meer geselecteerd op hun brede, vlakke ruggengraat) staat een kopie van het pagodevormige kistje waarin de heilige tand wordt bewaard. Men durft het niet meer aan om de tand mee te nemen tijdens de jaarlijkse ceremonie. Na de opvallend geklede, hoogste beheerder van de tempel, volgen inwoners van Kandy. Schoolkinderen, dansers, acrobaten, steltlopers, zwaardvechters, slangenbezweerders en vuurspuwers. In hun schitterende, vaak middeleeuwse kostuums, maken ze, samen met de talloze olifanten in goudbestikte gewaden, een sprookjesachtige indruk.

Honderd olifanten
De vele dansgroepen voeren om de twintig meter een gedeelte van de traditionele dansen uit, met bellen om de enkels en soms met bellen in de hand. De dansers zij n gekleed in witte sarong of wij de broek, afgezet met rood en bestikt met goud en een sjerp om hun middel.Gouden armbanden sieren hun glimmende bruinebovenarmen. Aan hun tulband hangt een lange slinger met een pompoen die ze met hoofdbewegingen van voor naar achteren laten zwaaien. Het zijn bijna allemaal mannelijke dansgroepen, we zien maar een enkele vrouwengroep, gekleed in prachtige, blauw zijden sari’s.

Het begeleidend geluid van trommelaars en hoornblazers dendert door de straten en echoot tegen de prachtig groene heuvels waar de flamboyantboom fleurig oranje staat te schitteren en de frangipane, de witte tempelbloem, geurt.

We zien deze avond zo’n dertig olifanten voorbijtrekken, geheel met lichtjes versierd, en dat is nog maar het begin van de Perahera, die elke avond zal aangroeien. De processies duren de eerste avonden ongeveer drie uur en groeien uit tot een lengte van vijf uur. Op de slotavond zullen er naar schatting honderd olifanten, allen prachtig uitgedost, meelopen.

De vroege ochtend van de elfde dag wordt een ritueel uitgevoerd ter zuivering van het zwaard van de oorlogsgod Skanda. Daarvoor trekt bij zonsopkomst een processie naar de rivier in een buitenwijk, Getambe. De finale processie begint die dag om twaalf uur ’s middags en trekt overdag door de stad.

Vanavond is de Perahera na drie uur afgelopen. Als de stoet eenmaal voorbij is, verwacht ik eigenlijk dat de toeschouwers naar voren zullen dringen om het moois van zo dichtbij mogelijk te aanschouwen. Maar iedereen blijft keurig zitten, al of niet gedwongen door de blik van de politiemensen. Wij, toeristen, mogen onze plaatsen even verlaten om vanaf het midden van de straat een paar mooie foto’s te maken.

We zijn verrukt over het schitterende schouwspel en keren langzaam, opgenomen in de stroom Sri Lankanen, terug naar het hotel. Ons afvragend hoe indrukwekkend de slotparade op de tiende avond wel niet zal zijn. Maar wij moeten verder, want Sri Lanka heeft nog veel meer moois te bieden, al is dit de grootste belevenis die ik er mocht meemaken.

Bekijk alle rondreizen door Sri Lanka.