Griekse Godenspijzen

Griekse Godenspijzen

Het is zo'n windstille vroegzomerse avond. Daar zitten mijn landgenoten, op het terras van een Grieks restaurant, op een Grieks eiland, aan de boulevard van het haventje. Zoals de plaatjes in de reisgids hebben beloofd.

Uit de luidspreker boven hun hoofd klinkt de sirtaki, iets te hard misschien, maar bij deze zonsondergang ga je daar niet over zeuren. Toch kijkt dit echtpaar ernstig, op de grens van bezorgd. Ze hebben zich verdiept in het menu. De man doet een voorstel, vrouw schudt het hoofd. Nu is het haar beurt, en die van de man om nee te schudden. De ober komt eens kijken. Ze bestellen nog een bier. Dan: Eureka! De man steekt een hand op, ober snelt aan. Man zegt in het Engels: "Een omelet en een hamburger, met frites." Ober vraagt: "Met mayonaise?" Of course!

Eten in het buitenland is, als je het goed wilt doen, een sprong in het onbekende. Karel van het Reve, de broer van de beroemde Gerard, heeft een boek geschreven, getiteld 'Met twee potten pindakaas naar Moskou'. Nog altijd zijn er Hollanders die naar hun huisje in Frankrijk vertrekken met een zak aardappels in de achterbak.

Ik begrijp die mensen. De Franse keuken is moeilijk. Om je daar niet alleen de beste, maar ook gewone dagelijkse gerechten goed te laten smaken, heb je een zekere eetopvoeding nodig. Leren dat licht rottend wild, met de kop er nog aan, en lopende camembert tot de fijnste delicatessen horen.
Griekenland is anders. Over smaak valt niet te twisten.

Met dit voorbehoud verzeker ik u: de Griekse keuken is ongelofelijk lekker, ook voor ongeoefenden. Je hoeft maar een heel laag drempeltje over. En dan is er nog een voordeel: wat je op je bord krijgt, hoort tot het gezondste ter wereld.

Vitaminen, vezels, plantaardige vetten, allerlei heilzaams waarvoor mensen in andere landen pillen nemen, zit daar gewoon in het eten. Als de Grieken niet zo veel zouden roken, zouden ze nog ouder worden.
Nog één opmerking vooraf. Ik ben geen fijnproever, beroepslucullus, wel een smulpaap. Heb geen verstand van ingrediënten, kruiden, toefjes van het een of ander, weet alleen wat ik lekker vind, en dat is wat de meeste kinderen ook lekker vinden. Dit is niets anders dan een verslag van de naïeve Griekse eetervaring.
Tzatziki, daar heeft iedereen wel eens van gehoord. Het is yoghurt met wat geraspte komkommer erin, en knoflook. Alle Griekse koks maken hun eigen tzatziki, zodat het overal anders smaakt. Het is een bijgerecht zoals bij ons de appelmoes, dat met vrijwel alles kan worden gecombineerd. Bijvoorbeeld met saganaki, een veerkrachtige plak gebakken kaas, meestal lekker zout waarbij de tzatziki als verfrissend koel contrast dient. Buitengewoon gezond lijkt me dan de marouli, een grote kom vol fijngesneden malse sla. Giet er naar smaak olijfolie en wat azijn over.

Dan heb je een combinatie van drie voorgerechten die je wel iedere dag zou willen eten. Vermeldt de kaart gigantes of giant beans, dat zijn gekookte grote witte bonen in tomatensaus, bestel die erbij! Een prakje van een stuk of tien, twintig bonen, met een likje tzatziki op een bedje marouli. Hoe lekker is de natuur!
Misschien zijn er ook kaaskroketten of kaasbolletjes.

Maar omdat we al saganaki op ons bord hebben, is het beter de fried zucchini te bestellen, of: gefrituurde schijven courgette. Neem er weer een likje tzatziki op. Ja! Wat is dat lekker. Of psomi me skordo, geroosterd brood met knoflook.

Prikje marouli erbij. U voelt zich nog gezonder worden.
En dan is er de skordelia, een soort zwaar beknoflookte puree die ook weer met de gigantes, de saganaki of een flinke plak feta te combineren valt.

Veel beginners bestellen Greek salad. Wat zal ik ervan zeggen. Het is een grote bak sla, met grof gesneden tomaten en uien en blokjes feta. Ik beschouw het als een overgangsgerecht. Het is Grieks maar als je het op Ameland geserveerd kreeg, zou het je niet verwonderen. Goed, neem eens een Greek salad. Maar probeer ook de chorta, een berg van een andijviesoort, warm of koud, maar altijd vers en geurig. Knijp er een citroen over uit, olie erop en een beetje zout naar smaak. Nu staat de tafel vol met voorgerechten. En dat is het mooie van Griekenland: niemand kijkt ervan op als je het met deze op zichzelf vorstelijke uitstalling voor gezien zou houden. Alles wat je lekker vindt, kun je door elkaar eten, net als vroeger op je verjaardag.
Hoofdgerechten. Op veel menu's zie je staan: Lamp chops. Die hebben we in een beetje andere spelling thuis ook.

Mijn ervaring is dat de Grieken meesters zijn op het gebied van gestoofde geit en schapenbout, badend in aromatische saus, die zich goed laat gebruiken op een gepofte aardappel, uiteraard met een kwakje tzatziki. Of vis. Gegrilde barbouni, vrij kleine roodkleurige vissen, of idem sardines. Grote vissen, grote garnalen zijn er ook. Maar vis is duur. Alle volken die aan de Middellandse Zee wonen hebben heel lang verondersteld dat overbevissing alleen voor andere zeeën gold. Dus hebben ze niet gevist, maar geplunderd, met de grootste netten, de krachtigste trawlers, en desnoods met dynamiet. Dat gebeurt nog. De vis blijft even lekker, maar wordt ieder jaar duurder.

Wat drinken we erbij? Vooraf ouzo met ijs en water, een longdrink, familie van de pernod. Alleen in Griekenland te genieten. Als je een flesje meeneemt en je probeert het thuis, om 'het gevoel terug te krijgen', lukt dat niet. In Holland is het bocht. Bij het eten wijn. Rood of wit. Mijn ervaring leert dat negen van de tien plaatselijke wijnen zeer drinkbaar zijn. En dan is er de retsina die in de verte naar hars ruikt, een witte wijn die je ijskoud moet drinken. Je houdt ervan, of niet, maar doe je het, dan in Nederland ook. Sommige smaken, geuren, aroma's brengen een 'vroeger' terug, een zomer, een vakantie. Retsina hoort daartoe.
Tenslotte: muziek aan tafel. Bijna alle Griekse eetgelegenheden voor toeristen hebben muziek die uit de luidspreker komt. Veel eigenaars concurreren met elkaar in volume. En het spijt me het te moeten zeggen, maar de film Zorba de Griek heeft veel kwaad gedaan. Als ik de minister van toerisme was, zou ik de sirtaki en verwante nummers verbieden. Gelukkig maken ze nog andere muziek, meeslepend, on-Europees, en als je die hoort, weet je dat op de Balkan bent. En dan is er de levende muziek, verzorgd door de rondtrekkende muzikanten, zigeuners, talenten uit Albanië, Macedonië, Bulgarije. In de late schemering, aan de spiegelgladde zee, een tafel vol gerechten die allemaal lekker tot heerlijk zijn, en in de verte een grote veerboot. Je wilt nooit meer weg.

Bekijk de rondreizen door Griekenland.