Een kameelsafari In Rajasthan

Een kameelsafari In Rajasthan

Het lijkt een sprookje uit Duizend-en-een-nacht: op de rug van een kameel de woestijn in terwijl het middeleeuwse fort van Jaisalmer verdwijnt in het onwaarschijnlijk mooie namiddaglicht. Ook de kameeldrijvers met hun woeste baarden en tulbanden werken aan het sprookje mee. Maar voordat je er echt in gaat geloven, is daar die fietser in de woestijn.

 Kameel schapen Rajastan India De kamelen zijn zwaar beladen met dekens, brandhout, water en voedsel. De opperdrijver, "call me Joey", maakt een uitnodigend gebaar. Hoewel ik al eerder op een kameel heb gezeten, schrik ik toch weer als ik eerst naar voren en dan naar achteren klap wanneer de kameel zich opricht. Stapvoets trekken we de woestijn in. Als we na enkele uren stoppen bij de tuinen en tempel van Amar Sagar, voel ik me net een cowboy met o-benen. Het doet al behoorlijk pijn!

Hoewel we regelmatig interessante stops maken in (soms verlaten) dorpjes en oases, geniet ik het meest van de tocht zelf en het kamperen in de open lucht. Aan het eind van de middag stoppen we aan de rand van een gebied vol zandduinen. De kamelen worden uitgespannen en krijgen een stukje touw tussen voor- en achterpoot om te voorkomen dat ze te ver weglopen. Joey spreidt enkele dekens uit, maakt een vuur en zet water op.

Wij beklimmen een zandduin en kijken uit over de vrijwel uitgestorven omgeving. Terwijl we de lucht langzaam oranje en donkerrood zien worden, drinken we de kop zoete melkthee die Joey ons overhandigt. Hij haalt pannen te voorschijn en meet zeven koppen rijst af. Ons aanbod om groenten te snijden, wordt gretig aanvaard. Het diner is eenvoudig. Rijst met een curry van groenten en knoflook. Van de op een hete plaat gebakken 'chapati's' krijgen we nauwelijks genoeg. "Dat is mooi", concludeert Joey nuchter, "want die krijg je de komende dagen ook als ontbijt en lunch."

De korte schemering brengt een aangename verkoeling na de verzengend hete middag. Maar al snel wordt het om ons heen zwart en ijskoud. Alleen het kampvuur geeft nog enige verlichting en warmte. De kameeldrijvers liggen een paar meter verderop te roken en in hun eigen taal te discussiëren. Wij staren naar de sterren. Ik heb nog nooit zo'n volle sterrenhemel gezien. We doen wie het eerst een vallende ster ziet, maar de sterren vallen doorlopend overal om ons heen. Ondanks mijn warme trui begin ik al snel te rillen van de kou. De temperatuur in de woestijn kan 's nachts tot onder het vriespunt dalen en dat is om negen uur al goed te voelen. We gaan slapen. De mannen geven ons ieder zes dekens: twee om op en vier om onder te liggen. Zelf hebben we een flanellen lakenzak en we houden onze kleren aan. Toch word ik om een uur of drie wakker van de kou die optrekt uit het zand. Liggend op mijn rug staar ik naar de sterren en dommel toch nog een paar uur weg.


Sprookjesachtig

Kameel Rajastan IndiaHet eerste wat ik zie als ik wakker word, is een kauwende kamelenkop aan mijn voeteneind, tegen de achtergrond van de opkomende zon. De mannen zijn rond een vers kampvuur bezig met het ontbijt. Met een vriendelijke grijns steekt een van hen mij een beker thee toe. Terwijl ik mijn handen aan de beker warm, neem ik het tafereel in me op. Ik kan het niet helpen dat ik iets moet wegslikken. Wat is het hier sprookjesachtig en vredig. Ik kan me zonder veel moeite voorstellen dat ik eeuwen terug in de tijd met een karavaan vol specerijen door de woestijn naar het Midden-Oosten trek. Dat de kameel even later chagrijnig naar me hapt als ik haar wil aaien, doet niets af aan mijn vredige stemming. Als we enkele uren later in een drafje door het rotsige zand trekken, zien we in de verte een fietser aankomen. Verbijsterd vragen we ons af waar hij vandaan komt en hoe hij zich door het zand weet voort te bewegen. We worden al snel uit de droom geholpen. Er loopt een redelijk begaanbaar pad en in de buurt liggen enkele dorpjes. Ondanks de leegte die we tot nu toe aanschouwden is de woestijn ten noorden en westen van Jaisalmer aardig bevolkt en vandaag zullen we nog vaker mensen tegenkomen. De sari's van de vrouwen en de bonte tulbanden van de mannen geven heel wat kleur aan de woestijn. Helaas hebben ze een hekel aan fotograferen. De droom van de karavaan in de verlaten woestijn is voorbij. Is dat erg? Nee, toch niet. Na een tijd alleen maar zand is de kleurrijke toets van de lokale bevolking een welkome aanvulling.

Bekijk de rondreis door Rajasthan en Nepal.