Hanoi: vriendelijk, groen en bedrijvig

Hanoi: vriendelijk, groen en bedrijvig

Hanoi is een stad vol contrasten. De Vietnamese hoofdstad gonst van bedrijvigheid, maar is vooral ook vriendelijk en groen. Kenmerkend is de combinatie van typisch Vietnamees, opgewekt straatgewoel met de grandeur van Franse architectuur, brede boulevards en grand cafés.

Markt Vietnam Hoewel je aan de stad nog duidelijk kunt zien dat Vietnam ooit een Franse kolonie was, heeft de tijd sindsdien allesbehalve stilgestaan. Vanaf de onafhankelijkheidsstrijd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog tot aan de hereniging van het noordelijk en zuidelijk deel van het land in 1975, heeft Vietnam felle oorlogen gevoerd. Sporen van die geschiedenis vind je terug in musea, maar ook op straat, waar je oorlogssouvenirs als zippo’s of name tags van Amerikaanse soldaten kunt kopen en mannen tegenkomt die de groene helm van het Noord-Vietnamese leger nog als alledaags hoofddeksel dragen.

Sinds het begin van de economische hervormingen in 1986, de doi moi, laat de communistische partij de teugels enigszins vieren. En dat merk je, overal in dit economisch, politiek en cultureel centrum van het land wordt gebouwd en heerst bedrijvigheid. De sombere lege staatswinkels hebben plaatsgemaakt voor glimmende winkelcentra; restaurants, hotels en internetcafés schieten als paddestoelen uit de grond. Maar bij al deze ontwikkelingen heeft Hanoi niets van de oude charme verloren. Je kunt er nog steeds op een piepklein krukje op het trottoir genieten van een kopje jasmijnthee, snuffelen tussen het werk van lokale kunstenaars en ambachtslieden, of op je gemak een eindje wandelen langs de oevers van het Hoan Kiem-meer.

Kip aan het stuur
Straat Hanoi VietnamRust vind je vooral in de tempels en de parken. In de drukke hoofdstraten van Hanoi lijkt het wel alsof alle inwoners zich tegelijk willen verplaatsen. Auto’s, bussen, maar vooral fietsers en brommers rijden kriskras en toeterend door elkaar. Fietsen zijn vaak volgepakt met vracht. Kippen bungelen ondersteboven in trosjes aan het stuur. Een varken, als een enorme rollade verpakt in een korf, balanceert op de bagagedrager op weg naar de laatste eigenaar. Brommers bieden plaats aan hele families: moeder, vader en drie kinderen passen er met gemak op. Zonder eigen vervoermiddel kun je kiezen voor een brommertaxi, de Honda om, of een fietstaxi, de cyclo. Ideaal voor de langere afstanden, maar verder is wandelen beslist de beste manier om de stad te bekijken.

Schoenen en slippers Een goed beginpunt voor een wandeling door Hanoi is het Hoan Kiem-meer, in het hart van de stad. Het uitzicht over het water is sprookjesachtig mooi. Vooral vroeg in de ochtend, als er nog nevel boven het water hangt en er al mensen komen joggen of hun tai chi-oefeningen doen. Later op de dag lopen de terrasjes vol en is het genieten van een drankje of een ijsje aan de rand van het water. Ten noorden van het meer ligt de oude handelswijk die nog steeds bestaat uit gezellig drukke straatjes met propvolle winkeltjes. Vroeger was elke straat in deze wijk gespecialiseerd in een ambacht en aan sommige straatnamen kun je nog steeds zien wat er te koop is. Zo vind je in Hang Da, de leerstraat, de winkels met schoenen en slippers en in Hang Bac, de zilverstraat, vooral sieraden.

Maar ook als je geen inkopen doet is dit stukje Hanoi de moeite waard. Veel woningen boven de winkels hebben prachtige houten panelen. En tussen de winkeltjes zie je hier en daar een oude poort die toegang geeft tot een kleine tempel waar je alle drukte en bedrijvigheid achter je laat in ruil voor godenbeelden, wierook en stilte. Na alle indrukken kun je uitblazen bij een café au lait in een cafeetje met uitzicht op de St. Josephkathedraal, een kleine versie van de Nôtre Dame.

Ho Chi Minh
Meer over de geschiedenis van Vietnam kom je aan de weet in het Ba Dinh-district. Hier staat het mausoleum met het gebalsemde lichaam van Ho Chi Minh, dat nog altijd grote aantallen bezoekers trekt. Onder het toeziend oog van strenge bewakers lopen ze in keurige rijen naar binnen. Oom Ho, zoals zijn bewonderaars hem noemen, stierf in 1969, nog voor zijn doel, een onafhankelijk herenigd Vietnam, bereikt werd. Vlakbij het mausoleum staat zijn sober ingerichte huis. Je kunt hier door de tuinen en langs een vijvertje wandelen, zoals Ho deed als hij wilde nadenken. Niet ver hier vandaan, in de wijk Dong Da, staat de Tempel van de Literatuur, Vietnams eerste universiteit. Het complex uit 1070 is nu vooral bekend vanwege de stenen reuzenschildpadden met grote stèles op hun rug. Daarin zijn sinds halverwege de vijftiende eeuw de namen gegraveerd van degenen die slaagden voor de zware koninklijke examens. Behalve interessant vanwege de wetenschappelijke geschiedenis van Vietnam, is de Tempel van de Literatuur ook een prettige plaats om je even terug te trekken uit het stadsgewoel. Om musici te beluisteren die traditionele instrumenten bespelen of gewoon in een van de tuinen uit te rusten in de schaduw van de frangipanebomen.

Loempia’s rollen Je leert Hanoi niet kennen zonder van de lokale keuken te proeven. De stad biedt volop gelegenheid om kennis te maken met de veelal lichte, frisse Vietnamese gerechten. Bestel in een van de vele gezellige restaurantjes eens hotpot, een Vietnamese fondue van bouillon met vlees, vis of groente. Of maak aan tafel je eigen loempiaatjes van velletjes rijstpapier en een keur aan geurige ingrediënten. Probeer in ieder geval eens pho, de nationale miesoep. Vietnamezen eten de hele dag pho, maar de soep is het lekkerst als je hem ’s morgens vroeg, gezeten op een krukje op straat, met stokjes eet, zoals de Vietnamezen doen. Ook de avontuurlijke eters kunnen in Hanoi terecht voor een overvloed aan minder alledaagse gerechten: in het noorden van Vietnam is hondenvlees een delicatesse en vind je hier en daar zelfs slang en rat op het menu.

Bekijk de Djoserreizen naar Vietnam.


Aan de informatie in deze artikelen en verhalen kunnen geen rechten ontleend worden.