Trinidad: Van suikerkolonie tot pastelkleurige hotspot

Trinidad: Van suikerkolonie tot pastelkleurige hotspot



Tekst: Sanne Derks

‘Mijn legendarische, mijn gastvrije, mijn monument. Hoe je me inspireert, vervult en voedt. Hoe ik je mis, religieuze reliek, als ik van je verwijderd ben. Je raakt geen seconde uit mijn gedachte. Tussen de zee en de bergen, Trinidad, Trinidad.’ Dit troubadourslied, gecomponeerd in 1974 door José Ferrer Acosta, is een ode aan de Cubaanse stad Trinidad en is door haar bewoners omhelsd als het lokale volkslied.


Het best bewaarde geheim van Cuba

En niet alleen onder Cubanen is Trinidad populair, het is ook voor internationale reizigers een van de hoogtepunten. In 1988 is de Cubaanse stad Trinidad en de Valle de los Ingenios (Vallei van de Suikermolens) waarin het ligt, uitgeroepen tot Werelderfgoed door UNESCO. De stad werd al in 1514 gesticht door ontdekkingsreiziger Diego Velázquez onder de naam ‘Villa de la Santísima Trinidad’. Omdat de stad aan de voet ligt van de bergketen Sierra de Escambray heeft het jarenlang heel geïsoleerd gelegen, één van de redenen waarom het zo goed bewaard is gebleven. Van de 17e tot en met de 19e eeuw beleefde de stad een bloeiperiode door de florerende suikerhandel in het gebied. De nabijgelegen haven Casilda werd gebruikt om de suiker te exporteren én om slaven in te voeren. Velen van hen kwamen terecht op een van de talrijke suikerplantages, en tijdens de hoogtijdagen waren er maar liefst 11.000 slaven aan het werk in de vallei, een gebied dat zo’n 225 vierkante kilometer beslaat.

De Manaca Iznagaplantage, op 13 km van Trinidad, is een plek die herinnert aan het slavernijverleden. Deze prachtige hacienda geeft een beeld van de rijkdom van de suikerhandelaren en er staat een klokkentoren van waaruit men toezicht hield op de slaven. Hoewel in 1817 slavernij officieel werd verboden door de Spanjaarden, werd pas in 1867 de laatste slaaf verkocht. De suikerhandel was echter al eerder in verval geraakt door uitputting van de grond en een daardoor afnemende productie van suikerriet.

De Vallei van de Suikermolens herinnert nog levendig aan het slavernijverleden door de vele bewaard gebleven molens, de barakken van de slaven en de koloniale huizen. Ook in Trinidad is het rijke koloniale erfgoed nog goed zichtbaar. Er is vrijwel geen hoogbouw en de prachtige koloniale huizen in pastelkleurige tinten maken het centrum bijzonder pittoresk.


Rondom de Plaza Mayor

Plaza Mayor is het hart van de stad en de omliggende gebouwen zijn zorgvuldig gerestaureerd. Rond het binnenplein met de koninklijke palmen staan nog de originele hekken die werden gebruikt om de slaven buiten te houden. Grenzend aan dit plein staat de Iglesia de Santísima Trinidad, daterend van de 18e eeuw. Bijzonder aan deze kerk is het houten beeld van de Señor de la Vera Cruz. Dit beeld is op curieuze wijze verzeild geraakt in Cuba. Het werd eigenlijk vanuit Spanje naar Mexico verscheept, maar tot driemaal toe werd het schip door een krachtige wind naar de haven van Casilda geblazen. Toen het schip voor de vierde keer uit zou varen, besloot de kapitein een deel van de lading, waaronder het beeld, in Cuba achter te laten.

Op de Plaza Mayor kunnen museumliefhebbers hun hart ophalen. In prachtige kleuren geverfd, nodigen het aangrenzende Museo Romántico, het Museo de Arqueología Guamuhaya en het Museo de Arquitectura Colonial je uit voor een bezoek. Het romantiekmuseum is gehuisvest in het Brunetpaleis, dat in de 18e eeuw gebouwd werd door de graaf van Brunet en waar je aan het opulente interieur, dat vol staat met porselein, de rijkdom kan zien van de vroegere aristocratie. In het archeologisch museum worden er vondsten uit de omgeving van vóór de komst van de Spanjaarden tentoongesteld, inclusief menselijke botten. Houd je van bouwkunde? Breng dan een bezoek aan het 18e-eeuwse herenhuis van suikermagnaat Saturnino Sánchez Iznaga.

Hoewel het huis op zich al prachtig is met zijn slanke zuilen en mooie veranda, kun je hier verschillende bouwtechnieken uit de koloniale periode bewonderen.


Salsa, paladares en canchánchara

Trinidad is echter niet alleen beroemd om de vele musea en het slavernijverleden. Het hart van de stad beslaat niet enkel de Plaza Mayor, maar ook de daaraan grenzende monumentale trappen, eveneens uit de Spaanse tijd, een begrip in Trinidad. Ze zijn ontmoetingsplek, wifi -spot én dansarena in één. Een heerlijke plek om in de zwoele zomeravonden met een drankje te zitten en naar het flanerende publiek te kijken. Bovenaan de trappen is de Casa de la Música met elke avond livemuziek, shows en salsa. Een andere aanrader is la Casa de la Trova, om de hoek van de trappen, waar elke avond verschillende Cubaanse bands hun muzikale kunsten vertonen. Eén ding is zeker: de Cubanen zijn gezegend met een groot gevoel voor ritme, wat in Trinidad enthousiast wordt geuit.



De opzwepende salsadeuntjes schallen uit de openstaande ramen van de tropische stad. Trinidad bruist! In de afgelopen jaren zijn er overal gezellige paladares -huiskamerrestaurantjes-, barretjes en andere restaurants bijgekomen. Een aanrader is restaurante Sol y Son, waar je op een mooie patio geniet van Cubaanse maaltijden, of restaurante San José, het best beoordeelde restaurant op Trip Advisor. Ook smakelijk zijn de pasta’s van Taberna La Botija, een levendige hoekbar mét huisband die als specialiteit garnalen in ananas serveert.

Een toplocatie om uit te gaan is ‘La Cueva’, een discotheek in een grot. En wil je iets typisch Cubaans drinken? Probeer dan een canchánchara, gemaakt van rietsuiker, limoen en honing.

> Rondreizen Cuba