Overzicht Zuid-Afrika rondreizen van Djoser

Een rondje Kaapstad



Door Niels Posthumus

Kaapstad is vooral bekend van Robbeneiland en de Tafelberg. Maar de stad heeft meer te bieden: een museum voor moderne kunst, prachtige stranden, wijnboerderijen en toprestaurants.

In de ontvangsthal van het Zeitz museum voor hedendaagse Afrikaanse kunst waan ik me kort in een tientallen meters hoog pijpenregister van een reusachtig kerkorgel. “Het museumgebouw bestond uit 32 graansilo’s”, legt een vrouwenstem via het oortje van mijn audiotour uit. “Al is 75 procent van die silo’s voor de verbouwing tot museum verwijderd.”


Het lijkt alsof er een mes door boterzachte klei is gegaan

Het lijkt alsof er een mes door boterzachte klei is gegaan. De opengelegde graancilinders geven een futuristisch effect: sommige doen dienst als liftschachten, andere hangen als stalactieten aan het plafond. Weer andere zijn over hun hele lengte verticaal doorgesneden, waardoor ovale gaten zijn ontstaan. Het zijn zachte ronde vormen, terwijl het beton zelf juist onafgewerkt en ruw is gelaten. Het museum wordt vanwege zijn architectuur ook wel het Zuid-Afrikaanse Guggenheim genoemd.

Het Zeitz MOCAA, zoals de volledige naam luidt, is de nieuwste trekpleister van Kaapstad. Het is het grootste museum voor Afrikaanse kunst op het continent, met schilderijen, foto’s en stellages van beroemde Afrikaanse kunstenaars als William Kentridge en Isaac Julien. Het staat in het hart van het Waterfront, het populaire havengebied. Als ik rond twaalf uur het museum weer uit loop, zie ik aan de kade de veerboten naar Robbeneiland liggen: het vroegere gevangeniseiland waar Nelson Mandela negentien van zijn bijna 27 jaar gevangenisstraf uitzat wegens zijn verzet tegen de apartheid.

Ik zet koers richting het centrum van de stad, dat in een soort kom voor de Tafelberg ligt. Uitgaansstraat Long Street oogt rond het middaguur nog wat slaperig. Pas aan het eind van de middag komen alle bars, clubs en eettentjes er tot leven. Maar in het verlengde ervan ligt Kloof Street, een heerlijke plek om te lunchen, bijvoorbeeld bij restaurants als Manna Epicure of Black Sheep. Of om later, aan het einde van de middag, iets te drinken bij de altijd drukke en hippe bar Yours Truly.


Kloof Street, een heerlijke plek om te lunchen

Na mijn vroege lunch keer ik via de kleurrijke Cape Malay-wijk Bokaap om in de richting van het Waterfront. Vlak voordat ik daar aankom, neem ik de bus richting Greenpoint en Seapoint. De wijken liggen aan zee tegen de helling van Signal Hill aan. De weg kronkelt kort daarna licht omhoog. Onder me verschijnen in de luwte van hun c-vormige baaien de vier witte stranden van Clifton.

Ik stap uit op de boulevard van de strandwijk Camps Bay. Palmbomen wuiven in de zachte nazomerwind. Ik slenter door het fijne zand naar zee. Zelfs in de zomer blijkt het zeewater nog ijskoud. Het is rechtstreeks afkomstig van Antarctica. Achter me torent de rotsformatie ‘Twaalf apostelen’ op, een uitloper van de Tafelberg. Er voorlangs slingert de weg zich loom langs de Atlantische Oceaan in de richting het dorpje Hout Bay. Achter het rotsmassief met de Twaalf apostelen ligt Constantia.

In dit heuvelachtige en uitgestrekte Constantia sta ik drie kwartier later met een glas Sauvignon Blanc in mijn hand. Voor me op tafel ligt een lijst met wijnen waarvan ik zo ook nog vier andere mag proeven. Tegenover mijn tafeltje steekt paarse bougainvillea scherp af tegen de witte muren van de in 1685 gebouwde Kaaps-Hollandse boerderij. Het hoofdgebouw ‘Groot Constantia’ is ingericht als museum. De wijnranken in de velden eromheen staan keurig in het gelid.

Een perfecte plek om wat rozig na te genieten van de wijn is Kirstenbosch. De botanische tuin met protea’s, palmvarens, fynbos, aloë’s en 7.000 andere Zuid-Afrikaanse planten- en bomensoorten is een oase van rust middenin de stad. Het is alsof de helling van de Tafelberg al het stadslawaai opslokt. Ik sluit mijn dag echter iets verderop af, in Woodstock: vroeger een vervallen wijk, maar inmiddels grotendeels opgeknapt en het favoriete stadsdeel van ondernemend Kaapstad.


Het is alsof de Tafelberg al het stadslawaai opslokt

The Old Biscuit Mill vormt het hart van de wijk. Elke zaterdag verrijst op de parkeerplaats eromheen de populaire markt Neighbourgoods. Ik loop Woodstock rond in de steeds zachtere middagzon: langs opgeknapte huisjes in pasteltinten en langs industrieel ogende co-werkplekken als Cape Town Garage en The Bureaux. De eigenaars van start-ups sluiten beneden in koffietentjes hun vergaderingen af.

Rond zeven uur ben ik terug bij de Old Biscuit Mill - tot 1946 ook echt een koekjesfabriek. De lift aan de buitenkant van het opgeknapte fabriekspand brengt me naar de bovenste verdieping. Daar, in het restaurant The PotLuck Club, krijg ik een tafel dichtbij het raam. Terwijl de schemering valt, kijk ik uit op de zijkant van 1.085 meter hoge Tafelberg: 520 miljoen jaar oud, zes keer zo oud als de Himalaya.

De ober serveert tapas. Ze smaken naar meer. Letterlijk. Ik neem me voor om tijdens mijn volgende bezoek aan Kaapstad op de begane grond van The Old Biscuit Mill te eten, in The Test Kitchen. Dat is het duurdere en chiquere zusterrestaurant van The Potluck Club. Al jaren op rij wordt het verkozen tot het beste restaurant van Afrika. Deze avond was er helaas geen plek voor me. Om The Test Kit-chen te ervaren, moet je weken van tevoren je plekje reserveren.