Overzicht Peru rondreizen van Djoser

Machu Picchu, wereldpanorama in de Andes



Het is avond en ik wandel door de smalle straatjes in de omgeving van mijn hotel in het centrum van Cusco, de oudste continu bewoonde stad van het Amerikaanse continent. Hier heersten de Inca’s, en later de Spanjaarden. Dat laatste is bijvoorbeeld te zien aan mijn hotel. Een fraai bouwwerk met de naam Monasterio. Een voormalig klooster wat met smaak is gerestaureerd. Denk de Duitse en Japanse gasten weg en je waant je in koloniale tijden. 

Peru Tekst | Hans Bouman

Vlakbij mijn hotel in Cusco bevinden zich stukken van oude Incamuren, die zijn opgenomen in latere bouwwerken. De reden is simpel: de Spaanse kolonisten slaagden er destijds maar niet in de Incastructuren te verwijderen, zo solide zijn ze. De Inca’s hadden een grote bekwaamheid in het splijten en polijsten van stenen, waardoor ze perfect op elkaar aansloten. 

Wanneer je, zoals ik, vanuit Lima bent komen aanvliegen, en dus niet geleidelijk hebt kunnen wennen aan de ijle lucht die hier op 3326 meter hoogte heerst, moet je het de eerste dagen rustig aan doen. Dat merkte ik na een lange dag waarin ik de kathedraal en nog een reeks andere kerken plus de Incaruïnes vlak buiten de stad verkende. Ik liep de halve dag te hijgen als een oude man. ‘Te veel inspanning, señor’, zei de uitbater van het café waar ik uiteindelijk neerzeeg. ‘Maar daar hebben wij hier het probate middel tegen. Cocathee!’ 

‘Eh… cocathee?’ ‘Si señor. Uitstekend tegen hoogteziekte.  Heeft niets met cocaïne te maken hoor, hihi.’ 

Vandaag, bij mijn bezoek aan de musea van Cusco, heb ik het rustiger aan gedaan, en al tussen de middag twee koppen cocathee gedronken. Niet alleen voel ik mij een stuk beter, ook mijn eetlust is terug, die ik gisteren even helemaal kwijt was. 

Zo beland ik in restaurant El Paititi aan het centrale plein, de Plaza de Armas, waar het typische Andesgerecht anticucho de corazon op het menu staat, dat nog het meest lijkt op kebab van rundvlees. Hoewel (of omdat) El Paititi bekend staat als een restaurant waar je klassieke Peruaanse gerechten kunt eten, bestaat de overgrote meerderheid van de clientèle uit Europeanen. 

El Paititi is een sfeervol en elegant restaurant, niet in de laatste plaats omdat een deel van zijn muren uit de Incatijd stamt. Zijn echte charme ontleent El Paititi aan het vierkoppige orkestje, dat geheel uit blinden of anderszins invaliden bestaat. Het kwartet lijkt dit te willen compenseren door een ongehoord volume te produceren, daarbij stevig aangemoedigd door het eterspubliek. 

Toeval of niet: tien minuten nadat het optreden is begonnen zit het restaurant helemaal vol. De heren moeten een reputatie hebben. Blijkbaar is van buitenaf niet goed te zien dat er absoluut geen stoel meer vrij is, want elke twee minuten melden zich nieuwe eters. Uiteindelijk gaat een van de obers maar buiten staan, waar hij het zinnetje ‘Maybe you come back half hour?’ repeteert. 

De volgende dag gaat de wekker om half vijf, want iets na zessen vertrekt mijn trein naar de beroemde Incastad Machu Picchu. Er zijn drie typen treinen die naar de beroemde Incastad voeren: de relatief eenvoudige Expedition, de wat duurdere Vistadome en de super de luxe Hiram Bingham, vernoemd naar de man die Machu Picchu in 1911 ontdekte. Ik maak de bijna vier uur durende reis per Expedition, die qua comfort prima blijkt: leren stoelen, twee-aan-twee tegenover elkaar, tafeltje in het midden. Nog in het donker rijden we weg en beginnen al vrij snel te klimmen. Langzaam maar zeker wordt het licht. We rijden door landbouwgebied: Urubamba, ofwel de Heilige Vallei van de Inca’s. Het is een zeer vruchtbaar gebied, waar de Inca’s tarwe, aardappelen, bataten en bonen verbouwden. 

De vergezichten in de vallei zijn verbluffend mooi. Geelgroene velden, knalblauwe meertjes, eucalyptusbomen en altijd in de verte de machtige bergen van de Andes met hun besneeuwde toppen. 

We rijden door een nauwe kloof, waarna meer indrukwekkende uitzichten opdoemen: machtige bergen, zoals de 5750 meter hoge Veronica, en diepe ravijnen, waarin het water van de Río Urubamba stroomt. 

Al voortsukkelend – we leggen in vier uur nog geen 100 kilometer af – passeren we kampeerplekken van backpackers die de Inca Trail lopen. Ze verdienen alle respect, want hoewel de route in totaal maar zo’n 33 kilometer is, is hij behoorlijk zwaar en doe je er drie tot vier dagen over. Het is dikwijls steil klimmen en ’s nachts wordt het bitter koud in de Andes. Nachtvorst is geen uitzondering. Op water na moet je alles wat je nodig hebt zelf meenemen, want proviandwinkeltjes zul je onderweg niet tegenkomen. 

Toch bevestigt elke wandelaar die ik tijdens mijn verblijf in Peru tegenkom, dat de onderneming meer dan de moeite waard is. 

Rond kwart over tien arriveren we bij Machu Picchu Station. Van daar vervolgt de reis per bus. Een reeks haarspeldbochten later is het nog slechts een kwestie van een paar honderd meter lopen, om een van de beroemdste panorama’s ter wereld te aanschouwen. Machu Picchu is inderdaad zo mooi als het op de foto’s lijkt, of eigenlijk nog mooier. De zon heeft de nevel inmiddels verdreven en voor mij ligt in al zijn glorie de best bewaarde Incastad, met op de achtergrond de ongenaakbare Huanya Picchu, ofwel Jonge Berg.

Tenminste, ongenaakbaar in mijn ogen, want Alvaro, die als gids een groepje andere reizigers vergezelt, weet beter. ‘Zo op het eerste gezicht is Huanya Picchu bijna onbeklimbaar’, zegt hij, ‘maar als je goed kijkt zie je dat er mensen op staan. Ik heb hem zelf meerdere malen beklommen. Je doet er ongeveer een uur over, langer niet.’ Dat mag dan zo zijn, mij boezemt de weerbarstige bult onvervalst ontzag in.

Terwijl we door de ruïnes lopen, begint Alvaro volop te vertellen. In alle toeristische gidsen staat dat de Spanjaarden Machu Picchu nooit hebben gevonden en dat de stad daarom in relatief goede staat verkeert. Volgens Alvaro klopt dat niet en wisten de Spanjaarden wel degelijk van Machu Picchu. Hij vertelt dat het niet op een strategische plek lag en dus door de Spanjaarden werd genegeerd.

Of de Spanjaarden nu wel of niet van het bestaan wisten, vast staat dat archeologen alleen maar kunnen raden naar de betekenis van Machu Picchu. Ze hebben weliswaar vele ruïnes namen gegeven, zoals Koninklijk Paleis, Huis van de Hogepriester, Tempel van de Drie Ramen, Sacristie en Ceremoniële Baden, maar dat is allemaal pure speculatie. Het enige dat we zeker weten is dat Machu Picchu op een gegeven moment door zijn bewoners is verlaten, dat de stad vervolgens in vergetelheid is geraakt, en op 24 juli 1911 door de eerder genoemde Amerikaanse historicus Hiram Bingham toevallig werd ontdekt. Machu Picchu bewijst nog eens dat je iets niet per se hoeft te begrijpen om het prachtig te kunnen vinden.

Nadat we een paar uur door de Incastad hebben rondgewandeld, is het tijd voor de terugreis. Beneden bij het station staat ons een grote zwerm kinderen op te wachten. ‘Propina!’ ‘Pansito!’ ‘Paga!’ De grote zak snoepjes die ik voor dit soort gelegenheden bij me heb gestoken, bewijst zijn dienst. Ik kan tot driemaal toe uitdelen. Wanneer de trein tegen half vijf het station uitrijdt, wordt hij nagezwaaid door tientallen kinderarmen.

Djoser Nieuws Peru

Culinair Lima
De Peruaanse keuken is een van de meest gevarieerde ter wereld. Onder andere de Spaanse, Franse, Italiaanse en Japanse keuken vind je hierin terug. Bovendien zijn er volop verse ingrediënten voorhanden uit de Andes, het Amazone regenwoud en de oceaan! Lima is sinds enkele jaren de culinaire hoofdstad van Zuid-Amerika.

Elke Zuid-Amerikaan kent Gaston Acurio, topchef bij restaurant Astrid y Gaston en ooit onderscheiden met de Prins Clausprijs. Reserveer bijtijds als je in een van de vele toprestaurants wilt dineren, want ze zijn vaak al maanden van tevoren volgeboekt.

Sacsayhuamán
Natuurlijk is Machu Picchu de beroemdste herinnering aan het Incatijdperk. Bezoek daarnaast ook Sacsayhuamán. Een enorm Incabouwwerk dat de vorm heeft van een poemahoofd, met een mooi uitzicht op de stad Cusco, dat het lichaam vormde van dit machtige dier. Sacsayhuamán werd waarschijnlijk gebouwd rond 1508 en bestaat uit enorme stenen van soms wel 70 ton. Door meer dan 20.000 mankrachten is hier 60 jaar lang aan gewerkt.

Inca Trail of Larestrek

Hou je van wandelen, dan kun je op een aantal van onze Perureizen kiezen voor de Inca Trail. Een trekking van vier dagen waarbij je over wandelpaden loopt die de Inca’s ooit bouwden. Een pittige tocht die leidt over een 4200 meter hoge pas, met als eindpunt: Machu Picchu! De lokale overheid heeft een maximum aantal wandelaars per dag gesteld. Geef je na de boeking dus snel op!

Je kunt ook kiezen voor de Larestrek, een minder bekende trekking van drie dagen door de prachtige Andes. Na de trek breng je alsnog een bezoek aan Machu Picchu.


Lekker stukje Cavia?
Een bijzondere lekkernij in Peru is de cavia. Voor Nederlanders soms even wennen, maar voor Peruanen is het een feestgerecht dat wordt geserveerd bij bijzondere gelegenheden. Zelfs op een schilderij van het laatste avondmaal in de kathedraal van Cusco wordt een cavia geserveerd.



Lekker zoet: Inca Cola

Inca Kola is het nationale drankje van Peru. Deze knalgele frisdrank werd in 1935 door een Engelse immigrantenfamilie in Lima ontwikkeld.

“INCA KOLA SOLO HAY UNA Y NO SE PARECE A NINGUNA.” (Inca Kola, er is er maar een en het lijkt op geen een). Al snel werd het de meest verkochte frisdrank van het land. Ook in andere landen van Zuid-Amerika is het inmiddels populair. Inca Kola smaakt een beetje naar kauwgomballen met ananas, limoen en bananensmaak. En het is mierzoet!


Sandboarden in de woestijn
Huacachina is een prachtige oase in de woestijn. De perfecte plek om heerlijk te ontspannen onder een palmboom of voor een duik in het zwembad bij het hotel. Hou je van actie, dan is dit de ideale plek om te sandboarden. Laat je heerlijk van de goudgele duinen glijden! Ook een toer met een buggy behoort hier tot de mogelijkheden.
 

Kleurrijke bevolking
Een groot deel van de Indiaanse bevolking in de Peruaanse Andes leeft nog altijd op traditionele wijze en daar hoort ook traditionele kleding bij, wat zorgt voor een kleurrijk straatbeeld. Elke regio heeft een eigen klederdracht, met specifi eke kleuren en hoofddeksels. Vrouwen dragen hun zwarte haar in dikke vlechten en op de rug hangt vaak een felgekleurde draagdoek, waarin een baby ligt te slapen. Mooie taferelen om te fotograferen! Vraag wel altijd even toestemming.



Op zoek naar de condor in de Colca Canyon
In de Colca Canyon bezoeken we de Cruz del Condor, het uitzichtpunt waar je de condor van heel dichtbij langs kunt zien zweven. Zeer indrukwekkend, want de spanwijdte van de gier bedraagt 2,70 tot 3,20 meter. Naast de Nederlandse reisbegeleider reist er een lokale gids mee die meer over deze vogels en het gebied kan vertellen.

Familyreis Peru.